Tv-recensie | Aan de talkshowtafels genoten ze van het politieke debat alsof het een goede voetbalwedstrijd was

Jeroen Pauw had genoten. Net als in iedere talkshow werd woensdagavond in Bar laat (BNNVARA) uitgebreid stilgestaan bij de algemene politieke beschouwingen, die al met al zo’n vijftien uur duurden. „In vroeger tijden” was de eerste spreker van die beschouwingen „eigenlijk altijd Geert Wilders”, zei Pauw. „En dan wist je: dat wordt twee uur genieten. Althans, als je van politiek en van debat en van spanning houdt. Nu was het Frans Timmermans, en eigenlijk werd dat ook twee uur genieten.”

Timmermans was in vorm geweest, vond Pauw; veel meer dan voor de zomer. Nieuwe energie, nieuwe strategie. „Hij had zich voorgenomen: alles wat jullie beloofd hebben en niet kunnen nakomen, dat leg ik jullie spelenderwijs voor de voeten.” De kijker kreeg voorbeelden aangereikt in de vorm van korte fragmentjes; Pauw wreef zich telkens verheugd in de handen. „De scherpte, waar we als politieke liefhebbers van kunnen genieten, is natuurlijk héérlijk in een debat.”

Naar politiek kijken als naar een voetbalwedstrijd: nieuw is het niet, maar het trof deze (politiek-, debat- en spanninglievende) kijker woensdagavond als extra vervreemdend. In november vorig jaar heerste aan menige talkshowtafel nog ongeloof dat een partij die ooit pleitte voor een ‘kopvoddentaks’ tot winnaar van de verkiezingen was gekroond; in juni werd er schande gesproken van de omvolkingstheorie die een PVV-minister in spé (Marjolein Faber) toen nog openlijk aanhing. Nu leek wat tot voor kort niet normaal was ineens best gewoon, en scoorden Timmermans en Wilders even hoog op Pauws ‘genieten’-schaal.

Wilders had het ook „echt goed” gedaan, vond tafelgast en voormalig VVD-minister Halbe Zijlstra. Niet alleen was hij het hele debat rustig gebleven, hij was ook „scherp op de onderwerpen waarop dat moest. Weinig op aan te merken”. En dan had die sterspeler ook nog eens „zijn feiten en cijfers op orde”. Ja, en één cijfer in het bijzonder, benadrukte Pauw, die meteen aanleiding zag om een grapje te maken over het feit dat Wilders een oude strategie van Zijlstra leek te hebben gejat: zeggen dat je niet al je verkiezingsbeloftes waar kunt maken omdat je nou eenmaal geen 76 zetels hebt. Er werd geknikt en gegiebeld. Die gekke politici.

Het nieuwe normaal

Wie gedurende de dag (en avond, en begin van de nacht) af en toe overschakelde naar het live debat, kon zien hoe die gekke politici zich wentelden in het nieuwe normaal. Hoe plaatsvervangend NSC-leider Nicolien van Vroonhoven vooral ongeduldig zuchtte en sneerde in antwoord op kritische vragen over het voornemen van het kabinet om een asielcrisis uit te roepen, en hoe VVD-leider Dilan Yeşilgöz terloops een partij beschuldigde van Hamas-sympathieën. Ook riep ze migratieminister Faber op om er „een tandje bij te doen” op het gebied van asiel.

Faber die er nog een tandje bij doet – het idee boezemde me voldoende angst in om de rest van de avond rusteloos door te zappen naar een iets opbeurenders; iets om de boel wat aangenamer mee af te sluiten. Talkshows waren daar duidelijk niet de plek voor. De laatste aflevering van Tieners tegen kwalen (MAX) wel. Daarin werd zichtbaar wat het contact tussen een aantal tieners en ouderen, die geen van allen lekker in hun vel zaten, voor beide groepen na zes weken had veranderd aan hun welzijn. De verschillen met de eerste aflevering waren groot: er waren vriendschappen ontstaan en vooroordelen overwonnen. Vrijwel alle deelnemers voelden ze zich minder eenzaam.

Een kijkcijferkanon is het programma niet geweest, zoete feel good wel. Absoluut het terugkijken waard op moeizame dagen – na nog tien uur aan algemene politieke beschouwingen, bijvoorbeeld. Dan is Tieners tegen kwalen een remedie an sich.