Oppositie behandelt Wilders als de échte coalitieleider, een nieuwe Mark Rutte

In de drie maanden dat het kabinet-Schoof er zit, moesten alle ministers en staatssecretarissen al twee keer voltallig aanwezig zijn in de Tweede Kamer. In juli, toen de Kamer met premier Dick Schoof in debat ging over de regeringsverklaring, ging het over omvolking en over de ‘antirechtsstatelijke’ ideeën van de radicaal-rechtse PVV. Er werd geschreeuwd, geruzied, zelfs tussen de vier partijleiders in de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB.

Deze woensdag, op de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen, verloopt het debat een stuk rustiger. Het is te merken aan Dick Schoof, die de hele dag aandachtig, maar ogenschijnlijk ontspannen vanaf Vak K zit te luisteren.

Premier Dick Schoof (derde van links) in Vak K op de eerste dag van het Kamerdebat.
Foto Bart Maat

Het is ook te zien aan Geert Wilders, die urenlang aan het woord is en talloze interrupties van de oppositie krijgt. Vrijwel nooit gaat het daarbij over de rechtsstaat, racisme of eerdere uitspraken van Wilders. De oppositie behandelt Wilders als de échte leider van deze coalitie, als een nieuwe Mark Rutte.

Beetje praten als Rutte

Wilders reageert op die aandacht door een beetje als Rutte te gaan praten: met veel woorden en nadruk op procedures. Bijvoorbeeld als het gaat over de omstreden noodwet die PVV-minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) wil gebruiken om buiten het parlement om een asielcrisis uit te roepen.

PVV-leider Geert Wilders voert het woord, rechts het kabinet.
Foto Bart Maat

Wilders legt vijftien keer achter elkaar uit hoe het volgens hem geregeld is: dat Faber die bevoegdheid heeft, op basis van de artikelen 110 en 111 van de Vreemdelingenwet, een Koninklijk Besluit en een ‘voortduringswet’.

Kritiek op Van Vroonhoven

De oppositiepartijen zoeken over dit onderwerp de confrontatie met Wilders op. Vrijwel allemaal noemen ze de noodwet ondemocratisch, en bovendien ineffectief. Maar echt lastig krijgt hij het niet.

De zwaarste kritiek bewaart de Kamer voor coalitiegenoot Nicolien van Vroonhoven (NSC), die pas ’s avonds aan het woord komt. Zij vervangt partijleider Pieter Omtzigt, die sinds vorige week ziek thuis zit. Zíj krijgt de meeste kritiek, en niet Wilders, omdat juist NSC een groot punt maakt van goed bestuur en de rechtsstaat. Samenwerking met de PVV zat partijleider Pieter Omtzigt nooit lekker, maar hij ging uiteindelijk akkoord omdat hij waarborgen in het hoofdlijnenakkoord had weten te regelen om de rechtsstaat te beschermen. Omtzigt is sinds de coronacrisis altijd faliekant tegen het inzetten van noodwetgeving geweest.

Cynische en onverantwoorde politiek om het politieke primaat weg te halen bij de Tweede Kamer

Henri Bontenbal
fractieleider CDA

Rob Jetten (D66) herinnert Van Vroonhoven daaraan, en zegt dat de coalitie de Kamer omzeilt, om „noodmaatregelen te nemen tegen een zogenaamde crisis”. „Als niet het parlement de baas is, maar de besloten ministerraad, dan bent u geen knip voor de neus waard.” Henri Bontenbal heeft het over „cynische en onverantwoorde politiek” om het politieke primaat weg te halen bij de Tweede Kamer. Van Vroonhoven zucht hard en zegt: „Jongens, jongens, wanneer is dit klaar?”

NSC-woordvoerder Nicolien van Vroonhoven, met links Henri Bontenbal (CDA) en rechts Rob Jetten (D66).
Foto Bart Maat

Sociaal-economische thema’s

Behalve de noodwet gaat de meeste tijd van het debat over sociaal-economische thema’s, zoals de bezuinigingen op sociale zekerheid en de uitgebleven afschaffing van het eigen risico in de zorg. Niemand zegt het hardop, maar Geert Wilders lijkt dit debat definitief ingekapseld.

Vooraf hadden oppositiepartijen het hier in verschillende overlegjes met elkaar over gehad. Afgelopen maandag was er nog een digitaal overleg tussen de leiders van GroenLinks-PvdA, D66, SP, Volt en Partij voor de Dieren: wat moet het antwoord op Wilders worden? Blijven praten over asiel, of de rechtsstaat? Of proberen resultaten te boeken? De meeste partijen kozen voor het laatste. Ze wilden constructief zijn, namen ze zichzelf voor.

Goed om te horen dat de éminence grise, de mildere Wilders terug is, die ook bereid is plannen te steunen

Mirjam Bikker
fractieleider CU

Wilders krijgt daarom tijdens het debat ook veel complimenten. „Goed om te horen dat de éminence grise weer terug is”, zegt Mirjam Bikker (ChristenUnie), „de mildere Wilders, die ook bereid is om plannen te steunen.” Ze had zojuist een toezegging van hem gehoord over meer zichtbaarheid van politieagenten.

Ook D66-leider Jetten zoekt naar een andere toon. Hij spreekt vooral over de inhoudelijke voorstellen van het nieuwe kabinet, zoekt naar verbinding en samenwerking. Hij opent zijn verhaal zelfs met complimenten aan het kabinet waar zijn partij eerder toch niets van moest hebben.

Jettens eerste echte kritische noot in het debat is, opmerkelijk genoeg, gericht aan een partij die de komende jaren toch een bondgenoot zou moeten zijn. Waarom, vraagt hij aan Frans Timmermans, is GroenLinks-PvdA toch voor het afschaffen van het eigen risico in de zorg? „Per definitie een heel slecht plan”, zei Jetten. „Alleen al bij een halvering moet elke Nederlander 200 euro zorgpremie meer gaan betalen en zullen de wachtlijsten toenemen.” Timmermans stelt hierop droogjes vast dat dit punt de twee progressieve oppositiepartijen „verdeeld houdt”.


Lees ook

Eerste debat Schoof krijgt karakter van ijskoude douche. ‘Slappe hap’, sneert Wilders

Premier Dick Schoof, donderdag op de tweede dag van het debat over de regeringsverklaring.

De enige die rolvast is in zijn principiële kritiek op de PVV is Stephan van Baarle van Denk. Alleen hij zegt dat Wilders in de afgelopen maanden gewoon is doorgegaan met het uiten van generaliserende, anti-islamitische denkbeelden – „vals, discriminerend, on-Nederlands”. Daarmee, zegt Van Baarle getergd, „heeft de heer Wilders gewoon weer een stortvloed aan haat uitgestort over Nederlandse moslims”.

Denk, zo legt Van Baarle tijdens een schorsing uit, doet niet mee aan het normaliseren van de PVV als gewone regeringspartij. Het valt hem op dat alle andere oppositiepartijen wel op zoek zijn naar samenwerking – en Geert Wilders met hen. „Het zal wel met de verhoudingen in de Eerste Kamer te maken hebben.” Daar heeft het kabinet geen meerderheid. Andere partijen denken vast nog wat binnen te kunnen krijgen. Denk, zegt Van Baarle, doet daar om principiële redenen niet aan mee. „Anders dan Wilders beweert is de PVV dus ook het kabinet er niet voor álle Nederlanders. Dat moeten we blijven benoemen.”