Geen zin om een scriptie te schrijven? In Indonesië huur je dan een joki in

Zo’n 5.000 tot 10.000 Amerikaanse dollar kreeg de Australische leraar Engels als hij een kant-en-klaar proefschrift afleverde. Jarenlang verdiende hij een flinke som geld aan rijkeluiskinderen, ambtenaren en politici die wél de maatschappelijke voordelen willen die een academische titel in Indonesië met zich meebrengt, maar niet in staat of bereid zijn om het werk ervoor te doen.

De Australiër, die niet met zijn naam in de krant wil, vertelt in een koffietent in Jakarta over zijn ervaringen als joki, zoals de Indonesische term voor academische ghostwriters luidt. „De hoogte van de betaling is afhankelijk van de hoeveelheid werk. Soms is het onderzoeksmateriaal al verzameld.” In andere gevallen is er alleen een idee, legt hij uit. „En soms heeft de persoon al een opzet gemaakt en liep hij of zij vast.”

Dergelijke fraude is in Indonesië weliswaar strafbaar, maar toch wijdverbreid. Het blad Tempo Magazine beschreef in juli nog hoe een netwerk van elf hoogleraren aan de Lambung Mangkurat Universiteit in Zuid-Kalimantan nepartikelen publiceerde in dubieuze wetenschappelijke tijdschriften. Dat deden ze om aan de vereisten van hun benoemingen te voldoen.

Ook overheidsambtenaren waren betrokken bij het bedrog, waaronder omkoping. Een ware „professoraat-maffia”, schrijft het magazine. De onthulling volgde op de schorsing van decaan Kumba Digdowiseiso van het Technische Instituut PLN in Jakarta, nadat wetenschapper Ilias Alami, verbonden aan de Universiteit van Cambridge, opeens zijn eigen artikelen zag verschijnen onder de naam Digdowiseiso. De decaan zou alleen al in 2024 maar liefst 160 wetenschappelijke publicaties hebben geschreven. Dat werk is nu in een ander licht komen te staan.

Alarmerende constatering

Niet alleen hoogleraren en ambtenaren maken zich schuldig aan publicatiefraude. De krant Jakarta Post kwam onlangs met de alarmerende constatering dat het voor veel studenten volledig geaccepteerd is om een ghostwriter in te zetten voor een scriptie. „Zolang je de materie wel begrijpt, is het inhuren van een joki niet erg”, verklaart een student tegen de krant. Op speciale websites bieden joki’s hun diensten aan voor tarieven tussen de 30 en 130 dollar per uur – een artikel, scriptie of proefschrift kan er zo worden besteld. Afgaand op het aanbod is het een omvangrijke industrie.

Onderzoekscijfers staven deze indruk. Indonesië is nummer twee in de wereld op het gebied van academische misleiding, na Kazachstan, stellen twee Praagse onderzoekers in 2022 in het blad Quantative Science Studies. Het betreft drie soorten fraude: dubieuze publicaties in nepmagazines (geen kwaliteitseisen zolang je maar betaalt); plagiaat en het inhuren van een joki, een ghostwriter.

De fraudecultuur is een erfenis uit de autocratische Soeharto-periode, zegt de Australiër. Onder zijn bewind, Soeharto regeerde van 1967 tot 1998, was er volop corruptie, nepotisme en zelfverrijking. „Iedereen met macht kocht zijn of haar academische titel bij een ‘titelmolen’, een frauduleus academisch instituut. Het was niet eens illegaal.” Zelf kwam hij in 1996, twee jaar voor de val van Soeharto, voor het eerst met de fraude in aanraking. „Ik werkte in het Sudirman-gebouw, hier in het hart van Jakarta”, continueert hij. „Om de zoveel tijd kwamen twee buitenlanders langs. Ik wist wel wie ze waren. Verlopen alcoholisten, opgeprikt in een zakenkostuum, zodat ze er acceptabel uitzagen. Ze verkochten academische titels aan mensen uit het zakenleven en de politiek. Voor vijfduizend Amerikaanse dollar per stuk, als ik me goed herinner.”

Studenten worden boos als ik moeilijke vragen in examens stel. Wilt u niet dat we slagen, zeggen ze dan

Tristam Moeliono
rechtsfilosoof

Veel Indonesiërs hechten aan een titel voor hun naam, stelt Tristam Moeliono (58), onderzoeksleider rechtsfilosofie aan de rechtenfaculteit van de Katholieke Parahyangan Universiteit van Bandung. „Ik denk dat het nog een overblijfsel is van de feodale cultuur.” Ook studenten en hun ouders gaat het vooral om de titel. Ze hopen daarmee sneller de sociale ladder te beklimmen. „Studenten worden boos als ik moeilijke vragen in examens stel. Wilt u niet dat we slagen, zeggen ze dan.”

Kennisvergaring is voor veel studenten ondergeschikt, zegt Moeliono, die in 2011 promoveerde aan de Universiteit Leiden. „In Leiden concentreert het studieleven zich rond de bibliotheek. Hier leest niemand een boek.” Deels omdat weinig studenten Engels beheersen, vertelt hij. De meeste studenten doen kennis op via hoorcolleges en beperken zich tot het lesmateriaal dat hen wordt aangereikt. „Ze wagen zich niet aan internationale literatuur.”

Ook in het politieke veld is het belang van een academische graad groot. De Tempo-journalisten onderzochten daarom ook de promotietitels van enkele politici, zoals die van Golkar, de regeringspartij tijdens Soeharto’s bewind. En Bambang Soesatyo en Sufmi Dasco Ahmad van de partij Gerindra. Ze vonden onregelmatigheden, zoals niet-bestaande artikelen en talloze aanwijzingen voor plagiaat en omkoping.

De tijd van Soeharto

Er lijkt weinig veranderd sinds de Soeharto-dagen. „Ik heb vaak gemerkt dat mensen boven in een ministerie, meestal degenen met meerdere academische titels voor hun naam, inhoudelijk niet weten waar ze het over hebben”, vertelt de Australiër. De laatste twintig jaar werkt hij als tekstschrijver voor Indonesische overheidsinstellingen. In zijn ervaring hebben vooral de lagere ambtenaren deskundigheid. „Maar deze functionarissen komen niet hogerop omdat ze niet de juiste connecties hebben.” Of te weinig financiële middelen. Want ook op de corruptieranglijst van Transparency International staat Indonesië er niet best voor. „Om als ambtenaar een betere functie te krijgen, moet je vaak steekpenningen betalen. Zoals laatst nog uitkwam op het landbouwministerie.” Afgelopen juli kreeg de minister van Landbouw tien jaar cel voor corruptie. Hij en zijn naaste collega’s werden veroordeeld voor zelfverrijking via steekpenningen. De zaak is geen uitzondering. In november 2023 kreeg een minister van Communicatie vijftien jaar cel voor corruptie. Daarvoor stak een minister van Sociale Zaken 1,2 miljoen dollar, bedoeld voor armoedeverlichting, in eigen zak. Hij kreeg in 2021 twaalf jaar cel.

Illustratie Leonieke Fontijn

Wetenschappers komen makkelijk in de verleiding aan de fraude mee te werken, stelt Moeliono. Zij kampen met lage salarissen en hoge werkdruk. Een doctoraat brengt aanzien en vergroot de kans op een betere positie en hoger salaris. Maar om te promoveren moet je doelstellingen halen. „Op drie fronten”, vertelt Moeliono aan de telefoon. „Je moet een bepaald aantal uren lesgeven, vaak aan honderden studenten tegelijk. Daarnaast moet je een bepaald aantal uren per jaar maatschappelijk werk doen en per jaar een aantal artikelen publiceren die worden opgenomen in internationale academische databases, zoals Scopus.” Volgens de onderzoeksleider zijn de eisen bijna onmogelijk op eigen kracht te halen. „En een deel van de collega’s wil zo snel mogelijk de ladder opklimmen en dan is de verleiding groot om een joki in te schaken. Ze bieden zich overal aan.”

Leidinggevenden werken mee aan het bedrog of zijn juist degenen die het in stand houden om steekpenningen op te kunnen strijken, zo blijkt uit het Tempo-onderzoek. De elf frauderende hoogleraren van de Lambung Mangkurat Universiteit zijn inmiddels op non-actief gesteld en de woordvoerder van het ministerie van Onderwijs erkent dat er overheidsambtenaren bij het schandaal betrokken zijn. Het ministerie gaat de zaak onderzoeken en heeft een meldpunt ingesteld, meldt het magazine.

Economische gevolgen

De fraudecultuur heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Je weet immers nooit of een titel of positie ook de juiste deskundigheid met zich meebrengt. „Mensen houden er rekening mee en gaan af op reputatie”, vertelt Moeliono. „Er zijn bijvoorbeeld ‘witte’ en ‘zwarte’ advocaten. Wil je een goede jurist? Een die zijn kennis op orde heeft? Dan huur je een witte advocaat in. Wil je snel resultaat, maar hoeft het niet helemaal volgens het boekje? Dan huur je een zwarte in.” Zo gaat het ook met artsen, vertelt hij. „Wil je snel een strip medicijnen? Dan ga je naar de arts die daar niet moeilijk over doet. Wil je een arts die zorgvuldig is? Dan zoek je iemand met die reputatie. Ook studenten weten welke docent ze moeten hebben voor snel resultaat.”

Het gebrek aan academische integriteit is slecht voor het Indonesische investeringsklimaat, waarschuwen twee onderzoekers van het Singaporese Iseas-Yusof Ishak Institute recentelijk. De fraudecultuur blokkeert een gezonde kennisproductie en staat daarmee ook innovatie in de weg, stellen ze.

Kwaliteit van het onderwijs

Moeliono verwacht niet dat er voor hem een hoogleraarschap in het verschiet ligt. „Ik doe het op de eerlijke manier”, lacht hij. Hij heeft zich bij zijn lot neergelegd, maar maakt zich wel degelijk zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. „Ik doe wat ik kan om goed les te geven.” Maar het is niet gemakkelijk om je als oprechte wetenschapper staande te houden. De overheid werkt niet mee. „Het ministerie van Onderwijs is volledig gericht op het halen van aantallen. Ook wij worden op onze kwantitatieve score geëvalueerd, niet inhoudelijk.” Hij vreest dat dit niet snel zal veranderen. „Ze weten wat voor gevolgen dit systeem heeft. Ik denk dat het ze niet kan schelen.”

Illustratie Leonieke Fontijn

Hoogleraar antropologie en rechten Sulistyowati Irianto van de Universiteit van Indonesië in Jakarta spreekt zich al enige tijd openlijk uit tegen de frauduleuze cultuur. „De universiteit moet autonomer worden”, vertelt ze vanuit een auto onderweg naar de studio van de Indonesische zender Metro TV om in een talkshow haar zorgen te uiten. „Er zijn 120 publieke universiteiten. Daar zitten goede tussen, maar ze krijgen slechts 15 procent van hun financiering van de overheid. De rest moeten ze verwerven uit collegegeld en van private partijen.” De hoogleraar heeft afgelopen maand samen met collega’s een brief gestuurd aan president Joko Widodo met het verzoek om het kwantitatieve systeem aan te passen op kwaliteit en alle professoraten die niet wetenschappelijk zijn gescreend af te schaffen. Maar de groep heeft geen antwoord ontvangen.

Het professoraat wordt gezien als een aristocratische titel

Sulistyowati Irianto
hoogleraar antropologie en rechten

Ook Irianto ziet een mentaliteitsprobleem. „Het professoraat wordt gezien als een aristocratische titel. We zitten in een morele crisis. Kijk maar naar het parlement. Zoveel politici hebben dubieuze academische titels. Jongeren zien dat en nemen er voorbeeld aan.”

Maar ze ziet lichtpuntjes. „Niet alle universiteiten zijn gericht op aantallen. Een deel van de universiteiten kijkt wel nauwgezet hoe scripties en proefschriften tot stand komen.” Ze wil niet opgeven. „Ik weet niet of het veel uithaalt, maar we moeten onze stem laten horen.”

Bij de kassa schrijft de barista de naam van de Australiër op de koffiebeker en zet de koffie op de toonbank. Voor hij terugkeert naar zijn kantoor, zegt de Australische oud-leraar dat hij al een tijd is gestopt als joki. Hij heeft echt wel morele grenzen, wil hij nog laten weten. „Er zijn zoveel ergere daden dan met wat hulp een promotie of scriptie binnenhalen.” Bovendien, legt hij uit, hielp hij niet iedereen. „Ik zou nooit iemand uit de petrochemie of plasticindustrie helpen aan een titel.” Over een tijdje neemt AI het sowieso over, verwacht hij. „Nu is het nog wel te zien als iemand ChatGPT heeft gebruikt. Maar binnenkort is die techniek zo verfijnd, dat de teksten heel menselijk ogen.”