Als gehandicapte op de trein stappen op Eindhoven Strijp-S? Vergeet het maar. ‘Gebrek aan ambitie’ in Nederland bij uitvoering van VN-verdrag

Toen hij nog liep, vertelt Gerard de Nooij (42), vond hij de trein het meest fantastische vervoermiddel dat er was.

De Eindhovenaar staat met zijn handbike – met een elektrisch aangedreven voorwiel dat is bevestigd aan zijn rolstoel – onder de spoorbrug bij het treinstation Eindhoven Strijp-S. De perrons zijn niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Het station heeft geen lift, en het duurt tot zeker 2026 voordat die er komt.

Nederland heeft een wonderlijke cultuur als het gaat om toegankelijkheid voor mensen met een handicap, zegt De Nooij. „In plaats van dat we het openbaar vervoer toegankelijk maken voor iedereen, regelen we speciale voorzieningen zoals aangepaste busjes voor mensen met een beperking.” Hetzelfde geldt voor veel gebouwen, vindt hij. Als de ingang van een winkel of restaurant niet toegankelijk is voor zijn rolstoel, hoort hij vaak van een medewerker: dan helpen we toch, geef het maar aan. „Superfijn dat die hulp er is”, zegt hij, „maar stel je voor dat je bij vijf van de tien gebouwen waar je naar binnen wilt, geholpen moet worden. Dan voel je je niet gelijkwaardig.”

In Nederland lopen we ook achter op het gebied van toegankelijkheid, vindt De Nooij. „Alleen al omdat het gehandicaptenverdrag van de Verenigde Naties door Nederland – als een van de laatste lidstaten – pas in 2016 geratificeerd is.” Door dat VN-mensenrechtenverdrag te ondertekenen, beloofde de Nederlandse overheid ervoor te zorgen dat mensen met een fysieke of verstandelijke beperking gelijkwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen. In het verdrag staat dat gebouwen, buitenruimtes, goederen, diensten, websites en communicatie toegankelijk moeten zijn voor iedereen, op zelfstandige en gelijkwaardige wijze.

Achtergesteld, zegt VN

Deze zomer controleerde het VN-comité dat toezicht houdt op de naleving van het verdrag voor het eerst in bijna tien jaar of Nederland zich aan de gemaakte afspraken houdt. In een vorige week woensdag gepubliceerd rapport stelt het comité dat mensen met een handicap nog op veel vlakken in de samenleving achtergesteld worden.

Stel je voor dat je bij vijf van de tien gebouwen waar je naar binnen wilt, geholpen moet worden. Dan voel je je niet gelijkwaardig

Gerard de Nooij
bedrijf Ongehinderd

De Verenigde Naties maken zich zorgen om de beperkte toegankelijkheid van gebouwen, openbare buitenruimtes, het openbaar vervoer en de informatie- en communicatievoorzieningen voor personen met een beperking, ondanks de bestaande wetgeving.

Volgens het comité is in Nederland nog steeds geen samenhangende strategie om wetten en regelingen te toetsen aan het VN-verdrag. Het comité spreekt van een „gebrek aan ambitie” om de toegankelijkheidsnormen uit dat verdrag volledig toe te passen op de bestaande bouw. Het ministerie van

Volksgezondheid, Welzijn en Sport is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het verdrag. Ook zouden te grote verschillen bestaan tussen gemeenten bij de uitvoering van het verdrag. Zowel in het Besluit bouwwerken leefomgeving (voorheen het Bouwbesluit) als in de Omgevingswet ontbreekt de verplichte controle van de toepassing van toegankelijkheidsnormen, staat in het VN-rapport.

In Nederland zijn regels vastgelegd voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu in het Besluit bouwwerken leefomgeving. „Maar richtlijnen over toegankelijkheid zijn zeer beperkt aanwezig in dat besluit,” zegt De Nooij. Zo stelt het besluit eisen aan gebouwen afhankelijk van de omvang van gebouwen. Er worden dus nog steeds publieke gebouwen gebouwd die alleen via een trap te betreden zijn. En er zijn geen eisen aan contrasterend kleurgebruik of aan goed begrijpelijke en zichtbare bewegwijzering, wat een belemmering is voor slechtzienden.

Bedrijf Ongehinderd

Met zijn bedrijf Ongehinderd brengt De Nooij publieke locaties in kaart die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking en geeft advies aan gebouwbeheerders. „Dat doen we niet alleen voor rolstoelgebruikers, maar ook voor mensen met een cognitieve beperking, of die blind, slechtziend, doof, slechthorend, lang of klein zijn. of mensen met obesitas of assistentiehond. Universele toegankelijkheid, noem je dat met een mooi woord.” Via een Ongehinderd-app kunnen mensen inzicht krijgen in de toegankelijkheid van locaties. Zijn bedrijf ziet dat er op dit moment nog steeds nieuwe gebouwen worden opgeleverd die niet voor iedereen toegankelijk zijn.

Wie een gebouw toegankelijk wil maken, kan daarvoor verschillende keurmerken van diverse organisaties gebruiken, bijvoorbeeld die van Woonkeur en het Nederlands Keurmerk voor Toegankelijkheid voor publieke gebouwen.

De Nooij werkt nu mee met het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) aan een nieuwe landelijke norm die op een eenduidige manier moet vastleggen wat universeel toegankelijke en bruikbare gebouwen zijn, zoals de Verenigde Naties vragen in het gehandicaptenverdrag. Hij zit in een commissie het NEN die de normen voor toegankelijkheid opstelt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In NEN-normen staan methoden om te bepalen of de bouwsector zich aan de regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) voldoet. Het uitgangspunt bij deze nieuwe toegankelijkheidsnorm is dat het algemeen aanvaard wordt in Nederland door vastgoedeigenaren, architecten en opdrachtgevers.

Nieuwe NEN-norm

De nieuwe NEN-norm, ofwel NEN-9120 zal later dit jaar gepubliceerd worden. In een Kamerbrief van afgelopen december schrijft de minister van Binnenlandse Zaken, toen Hugo de Jonge, dat de nieuwe NEN-norm in opzet is bedoeld als vrijwillige aanvulling op deze Bbl-eisen. De minister wil op termijn bezien of bepaalde onderdelen uit de norm alsnog als eis in het Bbl kunnen worden opgenomen. „Ik vind het daarvoor wel van belang dat de bouwsector eerst de nodige ervaring opdoet met het vrijwillig toepassen van de NEN-norm, waarbij ik uitga van een periode van twee jaar na publicatie en daarna de peilstok hanteer”, schrijft de minister in de Kamerbrief.

Een dixie belemmert de doorgang bij Strijp-S.
Foto Flip Fransen

Deze NEN-norm is eigenlijk een „no-brainer, ofwel een vanzelfsprekendheid” vindt De Nooij. „Twee miljoen mensen leven met een beperking in Nederland. Als je een nieuw gebouw oplevert, moet iedereen dat gebouw kunnen betreden, gebruiken en verlaten. Anders sluit je mensen buiten.”

VS als voorbeeld

Hij merkt op dat de overheid twee jaar een norm wil uitproberen die erg lijkt op de toegankelijkheidseisen die in Amerika al sinds 1990 in de wet zijn verankerd. De VS zijn koploper op het gebied van toegankelijkheid door de Americans with Disabilities Act (ADA) uit 1990. Deze wet verplicht dat alle nieuw gebouwde en bestaande openbare gebouwen toegankelijk moeten zijn. Voor bestaande gebouwen is er een checklist die eigenaren en bedrijven moeten volgen. Als een Amerikaans gebouw niet aan de toegankelijkheidsrichtlijnen voldoet, moet de eigenaar een gedegen uitleg geven waarom aanpassingen niet zijn of worden doorgevoerd. Daarnaast houdt een officiële functionaris, vergelijkbaar met een officier van justitie in Nederland, toezicht op de naleving van de wet.

Andere landen die het beter doen dan Nederland op het gebied van toegankelijkheid zijn Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk. Daar zijn vergelijkbare wetten voor het controleren of een gebouw voldoet aan de gestelde eisen.

Bij een rondgang op Strijp-S komt Gerard de Nooij nog meer belemmeringen tegen.
Foto Flip Fransen

Als rolstoelgebruiker is De Nooij voortdurend zijn omgeving aan het scannen. Hij kijkt of er op zijn route trappen liggen waar hij niet op kan, of drempels waar hij niet overheen kan. Hij geeft het voormalige Philips fabrieksterrein Strijp-S als voorbeeld.

„Kijk, hier zie je de impact van een richtlijn,” zegt hij opgewekt. Hij wijst naar de bushalte op het terrein. Er loopt een geleidelijn met voelbare ribbels over de halte, met duidelijke markering van het begin en einde. Het is voor alle bushaltes verplicht om geleidelijnen aan te brengen om de belangrijkste route(s) aan te geven.

Taststok

Het ging bijna helemaal goed. Op de plek waar de halte eindigt, blokkeert een provisorisch geplaatst afzetkoord, dat auto’s moet tegenhouden, de stoep. Slechtziende en blinde mensen raken met hun taststok dat koord niet, waardoor ze eroverheen kunnen vallen. Voor de reguliere trottoirs geldt dat geleidelijnen daar niet verplicht zijn. „De bushalte is toegankelijk, maar je kunt er niet komen,” zegt De Nooij.

De wandeling tussen het treinstation en de bushalte in Eindhoven is zo’n 550 meter. „Ik kom allerlei kleine belemmeringen tegen waar ik dan omheen beweeg”, zegt de Nooij. Een dixie blokkeert de rolstoeltoegankelijke weg; een te diepe put snijdt het pad af en een te hoge kabelgoot zonder hellingbaan is zelfs met zijn handbike een uitdaging.

De Nooij: „Hier in Strijp-S lukt het nog om de obstakels te omzeilen, maar er zijn ook veel plekken waar het niet gaat. In veel historische steden liggen kasseien. Veel winkels en restaurants hebben opstapjes.” Zonder universele toegankelijkheid blijven mensen met een beperking structureel afhankelijk van hulp, vindt hij. „Veel mensen zien de rolstoel als de reden waarom een gebouw niet toegankelijk is. Maar mijn rolstoel is juist een hulpmiddel. het is de drempel van een gebouw die me belemmert.”


Lees ook

Kamer debatteert over ‘versnipperd’ gehandicaptenbeleid: ‘Als je het niet ervaart, sta je er niet bij stil’

De Tweede Kamer debatteert woensdag over naleving van het VN-verdrag Handicap.