Op Open Monumentendag zijn beduidend meer mensen afgekomen dan op de demonstratie van Ajax-supporters, zondagmiddag op het Leidseplein in Amsterdam. Terwijl voor de gratis te bezoeken gebouwen rijen bezoekers staan, verzamelden zich even voor tweeën de eerste supporters op de terrassen en bij de tramhaltes. Ze kennen elkaar en verdelen onderling treetjes bier.
„Wat mij betreft hóéft het niet uit de hand te lopen. Maar je weet niet hoe de andere partij erover denkt he”, zegt een vijftiger in een zwarte hoodie. Zoals veel F-siders wil hij niet met zijn naam in de krant. Dat is blijkbaar de onderlinge afspraak.
De andere partij is de stakende politie. Of de Amsterdamse burgemeester, afhankelijk van wie je het vraagt. Die hebben er samen voor gezorgd dat de wedstrijd Ajax-FC Utrecht is afgelast. Dat is de derde wedstrijd op rij van Ajax die door de politiestakingen niet door kan gaan en daar balen de supporters nog al van.
„Als je die ranglijsten ziet, dat klópt gewoon niet. Het slaat nergens op dat ze alleen tijdens wedstrijden van Ajax staken. Staak lekker, maar doe dan ook een keer Feyenoord en PSV”, zegt Hugo uit Haarlem, die anders naar de wedstrijd was gegaan. „Straks moeten ze drie wedstrijden in zeven dagen spelen om het in te halen. Dat heeft gewoon invloed op de resultaten.”
Volgens een woordvoerder van het Landelijk Actiecentrum Politie wordt niet specifiek voor wedstrijden van Ajax gekozen om te staken, maar wordt er in het wedstrijdschema gekeken bij welk duel de meeste agenten moeten worden ingezet.
Een enkeling vermoedt niettemin een complot. Daarin heeft de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema dan een hoofdrol, want die zou het al vanaf haar aantreden op Ajax voorzien hebben.
Cultuuroorlog
Om half drie begint de demonstratie met een paar korte allitererende leuzen over de burgemeester, die het oudste beroep ter wereld zou beoefenen. Voor Kim van veertig uit Amsterdam is dit in essentie een cultuuroorlog. „Laat haar worteltjes blijven eten. Met haar GroenLinks-kabinet.”
Ze werkt in de horeca en drinkt vanmiddag blikjes Bacardi, die ze heeft meegenomen in een rugzak. Als er wordt geschreeuwd staat ze voortdurend vooraan. Behalve een tekort aan liefde voor Ajax verwijt ze Halsema de aangescherpte horecaregels en het aanpakken van de Wallen, waardoor haar Amsterdam, Amsterdam niet meer is.
Een jongen vol tatoeages draait een joint op de vensterbank van de Stadsschouwburg. Hij had geen kaartjes voor de afgelaste wedstrijd. Die koopt-ie alleen voor de Champions League, mompelt hij. Waarom vandaag hier? „Gewoon, voor de lol. Mooi.”
Na een kwartiertje ‘Joden, Joden, Joden’ roepen met gestrekte arm en hand, trekt een groep jonge mannen een zwarte gezichtsverwarmer over het gezicht en dringt naar het hart van de groep, waar het hardst wordt geroepen. Bij harde vuurwerkknallen juichen ze.
Wendy uit Utrecht is met haar man gekomen, die al sinds zijn zevende fanatiek voor Ajax is. Ze begrijpt best waarvoor de politie staakt, zegt ze. „Ik werk in de schoonmaak en daar speelt hetzelfde.” Zwaar werk, op incourante tijden. „Daar moet een werkgever oplossingen voor bieden, zodat mensen het volhouden.”
Maar ze baalt dat het ten koste gaat van een goede wedstrijd op een zonvergoten zondagmiddag. Het inhaalduel moet ze waarschijnlijk laten schieten. Het is al lastig genoeg met alle roosters. Als de knallen harder worden en wat mensen gaan rennen trekt ze haar man aan zijn shirt. Als ze nu vertrekken, kunnen ze nog een monument binnen.
Politie moet toch optreden
De politie laat zich wijselijk niet zien. Busjes zijn buiten beeld geparkeerd. Af en toe zoemt een drone over. Supporters aan de zijlijn recenseren de bewegingen van de waarschijnlijke relschoppers, alsof het een wedstrijd is. Het is een wat loom en lui protest. Grotendeels zonder meegebrachte vlaggen of algehele strategie.
„Nu is de harde kern nog rustig”, zegt Joël Germain (24) uit Amsterdam-Noord, met een kennersblik. Hij is zelf absoluut niet van plan te gaan rellen. „Gemoedelijk toch”, zegt Jordi Gotje (40), terwijl naast hem Bengaals vuur wordt afgestoken. Hij vindt het wel een goed zondags uitje. „Beter dan de kerk. We doen samen een biertje. Of zoals ik een joint.”
Maar hij vermoedt dat er ook genoeg jongere gastjes tussen zitten wier strategie het is te gaan rellen, zodat de politie wel op moet treden. „Dan hebben ze toch nog wat te doen.” Want ze moeten niet denken dat ze een middag vrij krijgen als Ajax niet mag spelen
Dat blijkt even later inderdaad de strategie. Als het geschreeuw op het Leidseplein en geroffel op een stilstaande tram geen reactie uitlokt trekken de betogers naar het hoofdbureau van de politie, op een halve kilometer afstand. Omstanders positioneren zich met een biertje in de hand aan de andere kant van de Lijnbaansgracht.
Even na vieren is de maat wat de politie betreft vol. De betogers proberen het gebouw en voertuigen te beschadigen. „Attentie, hier spreekt de politie”, klinkt het uit een megafoon. Gejuich. „Verlaat het gebied in de richting van het Leidseplein.” De meesten doen dat. „Nou, nog een biertje dan maar?”