Meerderheid studenten zegt makkelijk rond te kunnen komen, al blijft kamerhuur een probleem

De boodschappen zijn duurder, de kamerprijzen onverminderd hoog (gemiddelde huurprijs in Amsterdam: 630 euro). Maar (méér) werken naast je studie is lastig: de langstudeerboete wordt mogelijk ingevoerd, dus je wilt geen studievertraging. Je wilt alleen wel naar dat festival waarvan de tickets de afgelopen paar jaar tientallen euro’s duurder zijn geworden. En die vakantie met je vriendengroep wil je ook niet missen. Dan maar lenen bij ‘ome DUO’ (Dienst Uitvoering Onderwijs)? Maar dan krijg je later misschien lastig een hypotheek, als je überhaupt al een huis kunt vinden.

Makkelijk is het financiële leven van studenten niet. Toch is het vrijdag verschenen Studentenonderzoek van het Nibud overwegend positief over de financiële situatie van studenten. Vanaf 2009 doet het budgetinstituut elke drie jaar onderzoek naar de financiële positie van mbo-, hbo-, en wo-studenten.

Van de hbo- en wo-studenten zegt 57 procent (heel) makkelijk rond te kunnen komen, 35 procent niet moeilijk en niet makkelijk, en 9 procent (heel) moeilijk. Hoewel hun uitgaven hoger zijn, zijn deze percentages vergelijkbaar met die uit 2021. Dat komt door de herinvoering van de basisbeurs afgelopen collegejaar voor hbo- en wo-studenten. Bijna driekwart ontvangt die. Uitwonende studenten krijgen 302,39 euro per maand en tot 1 september gold een tijdelijke koopkrachtregel waardoor ze daarbovenop elke maand 164,30 euro ontvingen. De basisbeurs voor thuiswonende studenten bedraagt 121,33 euro. Voor mbo-studenten is de basisbeurs nooit afgeschaft. Ook de meeste mbo-studenten zeggen (heel) makkelijk rond te kunnen komen.

Kanttekening

Cora van Horssen, hoofd Kennisteam van het Nibud, maakt gelijk een belangrijke kanttekening bij deze bevindingen. „Kamerhuur kan een enorm verschil maken voor het huishoudboekje van een student. Studenten met een huur van 700 euro per maand kunnen het financieel echt lastig hebben. Sowieso komen uitwonende studenten vaak minder goed rond dan thuiswonende. Het leven is gewoon duurder geworden en zij hebben veel meer vaste lasten en noodzakelijke uitgaven.”

Bovendien, zegt Van Horssen, zijn er ook studenten die graag op kamers zouden willen wonen, maar thuis blijven wonen omdat de kamers te duur zijn. 44 procent van de hbo- en wo-studenten die nog thuis wonen, doet dat vanwege de betaalbaarheid van woonruimte, bleek eerder deze maand uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting van kenniscentrum Kences. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zijn de duurste steden. Daar betalen studenten gemiddeld meer dan 600 euro per maand voor hun woonruimte.

In het Nibud-onderzoek wordt een onderscheid gemaakt tussen hbo- en wo-studenten en mbo-studenten, omdat het mbo een ander studiefinancieringsstelsel kent. Daar komt bij dat mbo-studenten gemiddeld een stuk jonger zijn en het grootste gedeelte nog thuis woont (80 procent, volgens de Monitor Studentenhuisvesting). Een mbo-student heeft per maand gemiddeld 755 euro (beroepsopleidende leerweg) of 1.340 euro (beroepsbegeleidende leerweg) te besteden.

Ouders dragen minder bij

Hbo- en wo-studenten hebben gemiddeld 1.348 euro per maand te besteden. Het grootste gedeelte daarvan komt van studiefinanciering (550 euro) en van een bijbaan of betaalde stage (560 euro). In vergelijking met 2021 ontvangen relatief minder studenten een financiële bijdrage van hun ouders. Het aandeel is gedaald van 68 naar 58 procent. Van Horssen heeft de indruk dat die daling te wijten is aan de herinvoering van de basisbeurs. „Het is begrijpelijk dat ouders de bijdrage heroverwegen, zeker als een huishouden zelf al weinig financiële ruimte heeft. Maar de bedoeling van de herinvoering is natuurlijk ook dat studenten minder hoeven te lenen.”

Het is ook een stukje cultuur: van alle Europese landen werken studenten in Nederland het meest

Lonneke van den Berg
socioloog instituut Nidi

Verder valt op dat een groot deel van de studenten werkt naast de studie. 88 procent van de hbo- en wo-studenten heeft een bijbaan en/of een betaalde stage en gemiddeld werken ze dertien uur per week. Bij de mbo’ers is dat 89 procent en twaalf uur (beroepsopleidende leerweg). „Ik denk dat het deels een financiële reden heeft, want de basisbeurs dekt natuurlijk niet alle kosten”, zegt socioloog Lonneke van den Berg. Zij doet onderzoek naar de jongvolwassen levensloop bij demografisch onderzoeksinstituut Nidi. „Maar het is ook een stukje cultuur. Van alle Europese landen werken studenten in Nederland het meest. We vinden het belangrijk voor de zelfontplooiing en werk wordt ook gezien als een plek waar je nieuwe sociale contacten opdoet.”

Hbo- en wo-studenten geven het meeste geld uit aan huur (561 euro), collegegeld (217 euro) en vrije tijd (228). Onder die laatste noemer vallen bijvoorbeeld bioscoopbezoek, etentjes, hobby’s, vakanties. Vanwege de lockdowns in de coronacrisis is deze categorie moeilijk te vergelijken met de bevindingen uit het onderzoek van 2021.

Studieschuld

Eén op de vijf hbo- en wo-studenten leent bij DUO. Het aandeel studenten met een studieschuld dat zich zorgen maakt over de hoogte en het afbetalen ervan is vergelijkbaar met 2021: respectievelijk 44 en 40 procent. Het percentage dat zich zorgen maakt over de gevolgen van de schuld voor latere financiële beslissingen, zoals het kopen van een huis, is gestegen van 56 naar 58 procent. Van den Berg: „Studenten zien nu bij eerdere studentengeneraties dat die tegen hun studieschuld aanlopen bij het aanvragen van een hypotheek.”

Wat betreft de financiële positie van mbo-studenten valt in het rapport op dat een kwart te maken zegt te hebben met schulden (exclusief leningen bij DUO), betalingsachterstanden of roodstand. „Verder constateren we bij mbo’ers een gebrek aan kennis over de regels rondom studiefinanciering”, zegt Van Horssen. „Dat is niet gek, want hun studiefinancieringsstelsel is ook een stuk ingewikkelder. Maar dit laat allemaal wel zien dat meer financiële educatie voor studenten noodzakelijk is.”


Daan van de Graaf: ‘Ik heb nog geen geluk gehad met hospiteren’

„Sinds kort heb ik een bijbaan in een café. Daar werk ik 24 uur per week: twee doordeweekse avonden en een lange weekenddag. Ik verdien er zo’n 1.300 euro per maand mee. Ik heb geen recht op een basisbeurs, omdat Mechatronica niet mijn eerste studie is. Ik heb ook geen recht meer op studenten-ov. Eerder leende ik maximaal bij DUO, maar ik heb inmiddels zo’n schuld opgebouwd dat ik niet meer wil lenen.

„Ik werk zoveel uren, omdat alles steeds duurder wordt en ook omdat ik dan een duurdere kamer zou kunnen betalen. Tot september had ik een kamer in Breda, maar ik ben eruit gegooid door mijn huurbaas. Mijn tijdelijke contract werd niet verlengd vanwege allerlei nieuwe wetgeving voor verhuurders. Ik heb nog geen geluk gehad met hospiteren. Op de betaalbare kamers komen tientallen reacties. Ik denk dat het de meest stressvolle zomer van mijn leven was. Door mijn baantje kan ik op duurdere kamers gaan reageren. In de tussentijd woon ik weer bij mijn ouders in Papendrecht. Dat is anderhalf uur heen en terug naar de hogeschool in Breda, dus ben ik veel kwijt aan reiskosten de komende tijd.”

Linda Ruijs: ‘Mijn ouders betalen meestal mijn collegegeld’

„Ik woon nog bij mijn ouders in Zevenaar. Het is niet ver van Nijmegen en de kamers in Nijmegen zijn schaars en prijzig. Bovendien heb ik activiteiten in Zevenaar waarvoor ik daar moet wonen. Zo word ik er binnenkort beëdigd als lid van de Raadscommissie Ruimte. Verder ben ik lid van het ROCOV, het adviesorgaan voor openbaar vervoer in Gelderland. En binnenkort ben ik ook doelgroepenraadslid bij CNV Jongeren. Ik denk dat ik met al die nevenactiviteiten ongeveer 150 euro per kwartaal verdien.

„Verder ontvang ik de basisbeurs en een klein beetje aanvullende beurs. Mijn ouders betalen meestal mijn collegegeld. Ik moet wel zelf mijn boeken betalen. Dat is best een grote kostenpost bij bestuurskunde: sommige boeken kosten wel 60 euro. Dus kijk ik altijd eerst of ik het boek als pdf-bestand kan vinden op internet.

Ik leen bewust niet. Voorheen zeiden ze dat de rente op een studie altijd nul procent zou blijven, maar dat is niet het geval gebleken. Je moet opletten dat je niet te hoge schulden maakt als je ooit nog een hypotheek wil krijgen.”

Matthijs van Teeffelen: ‘Niemand leent voor z’n plezier, maar ik vond het ’t wel waard’

„Tijdens mijn bachelor heb ik vrij veel geleend. Ik had nog één jaar recht op de basisbeurs. Nu heb ik een studieschuld van enkele tienduizenden euro’s. Niemand leent voor z’n plezier, maar ik vond het ’t wel waard. Ik heb er ongelofelijk leuke dingen van gedaan, mooie herinneringen gemaakt. Ik heb wel spijt dat ik de rentetruc niet toegepast heb. De stijging van de rente op studieschuld ontdekte ik te laat. Politici hielden ons lang voor dat die altijd nul zou blijven.

„Tijdens mijn master wil ik niet meer lenen, dus heb ik twee bijbaantjes genomen. Het studentenleven kost veel geld. Ik ga werken bij de ict-desk van mijn universiteit, zo’n tien uur per week, en ik zit in een procedure om werkstudent te worden bij het ministerie van Defensie, voor één dag per week. In principe is mijn master fulltime, maar ik hoorde van studenten die de master al deden dat je er wel wat naast kunt werken. En bij Defensie kan ik ongelofelijk veel leren.

„Ik ken heel veel studenten die naast hun studie werken. Het aanbod van baantjes is groot en veel zijn leuk, flexibel, interessant. Ik ken jongens die een bijbaan in de consultancy hebben. Daar leer je echt veel van.”

Hakan: ‘Ik wil niet eens weten hoe hoog mijn schuld nu is’

„Ik heb altijd veel gewerkt naast mijn studie, zo’n achttien uur per week, want ik wilde genoeg geld hebben om ook nog een beetje een sociaal leven te leiden. Ik werkte eerst in een magazijn en toen in de horeca. Maar de horeca vond ik lastig te combineren met school. Toen ben ik pakketjes gaan bezorgen, maar kreeg ik een ongeluk met mijn bestelbus. De bestuurder van een Ferrari verloor de macht over het stuur en botste tegen de flank van mijn busje aan. Daar heb ik flinke rugklachten aan over gehouden; zowel staan als zitten doet pijn.

„Nu moet ik lenen bij DUO om alles te kunnen betalen. Daar sta ik liever niet te lang bij stil. Ik wil niet eens weten hoe hoog mijn schuld nu is. Stel, ik wil een huis, leuk en aardig, maar dan gaan ze natuurlijk wel naar mijn schuld kijken. Nu woon ik nog bij mijn ouders, want dat is gebruikelijk in mijn cultuur; ik heb Turkse roots.

„Op de basisbeurs heb ik geen recht, want ik heb hiervoor al een paar andere hbo-studies geprobeerd. Ik heb nu gelukkig wel een studie gevonden die ik écht leuk vind.”