Dat Marjolein Faber (PVV) een omstreden minister van Asiel en Migratie zou worden, stond in politiek Den Haag al vast. Toch verbaasde ze donderdag – aan de vooravond van de presentatie van het regeerprogramma – de oppositie tijdens haar allereerste debat in de Tweede Kamer. Daar zei ze noodwetgeving te willen gebruiken om, buiten het parlement om, een asielcrisis uit te roepen.
„Ronduit ondemocratisch”, vond SP-Kamerlid Michiel van Nispen. Denk-voorman Stephan van Baarle noemde haar een „asiel-dictator” en zelfs het doorgaans constructieve SGP-Kamerlid Diederik van Dijk vond dat Faber maar beter „de koninklijke weg” kan bewandelen.
Hoe gaat dat in zijn werk?
De eerste stap is aan premier Dick Schoof. Hij moet met een koninklijk besluit formeel een asielcrisis uitroepen, zo valt te lezen in het vrijdag gepubliceerde regeerprogramma. Concreet betekent dit dat een zogeheten ‘uitzonderingsbepaling’ in de Vreemdelingenwet wordt geactiveerd. Daardoor mag Faber maatregelen nemen die anders niet mogelijk zouden zijn. Faber wil bijvoorbeeld grenscontroles invoeren, asielvergunningen voor onbepaalde tijd afschaffen, gezinshereniging beperken en strenger te toetsen bij herhaalde asielaanvragen.
Alhoewel Faber geen toestemming hoeft te vragen om de vreemdelingenwetgeving op te schorten, kan ze maar tijdelijk ongecontroleerd opereren. „Op het moment dat de regering de crisis uitroept en stelt dat ‘buitengewone omstandigheden’ dat noodzakelijk maken, moet ook een wetsvoorstel worden ingediend bij de Tweede Kamer”, vertelt Lisanne Groen, universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Als de Kamer instemt met deze wet, zet zij zichzelf buitenspel: de regering kan dan doorgaan met het nemen van maatregelen die afwijken van de Vreemdelingenwet en het parlement is daar niet meer bij betrokken.
Dijkdoorbraken
In de Tweede Kamer heeft de coalitie een ruime meerderheid van 88 zetels. De oppositie zal met name proberen Kamerleden van Nieuw Sociaal Contract en de VVD ervan te overtuigen dat de regering haar boekje te buiten gaat door een crisis uit te roepen.
Volgens Groen is dat goed te beargumenteren. „Deze wet is bedoeld voor buitengewone omstandigheden zoals dijkdoorbraken en pandemieën. Situaties waarvoor misschien niet alles precies is geregeld, maar er écht geen tijd is een regulier wetgevingsproces te doorlopen.” Twee jaar terug concludeerden toenmalig asielstaatssecretaris Eric van der Burg en minister van Justitie Dilan Yesilgöz (beiden VVD) dat er geen juridische grond was om een asielcrisis uit te roepen. Dat terwijl de opvangtekorten op dat moment op een hoogtepunt waren – asielzoekers sliepen buiten in het gras in Ter Apel bij gebrek aan bedden. Inmiddels zitten deze twee oud-bewindspersonen in de Tweede Kamer namens de VVD en moeten zij straks ook over de wet van Faber stemmen.
Lees ook
De buitenslapers van Ter Apel
Als de Tweede Kamer niet instemt met het wetsvoorstel van Faber, moet de regering zich weer aan de bestaande vreemdelingenregelgeving houden. Als er wél een Kamermeerderheid is, gaat de wet naar de Eerste Kamer. In de senaat hebben de coalitiepartijen bij lange na geen meerderheid: 29 van de 75. Als Faber hier geen meerderheid vindt, gaan de bestaande asielregels weer gelden.
‘Het is allemaal legitiem’
Maar dit hele proces kan maanden duren, afhankelijk van hoeveel haast de Kamers maken met het behandelen van de wet van Faber. Ze zei donderdag tegen de boze Kamerleden van de oppositie dat er juridisch geen enkel probleem is met haar plan: „Zo werkt het noodrecht in Nederland, zo is het democratisch besloten. Het is allemaal legitiem.” Universitair hoofddocent bestuursrecht Viola Bex-Reimert van de Universiteit Utrecht is het daar niet mee eens. „We hebben de problemen in de asielopvang zelf gecreëerd. Dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat een kabinet op basis van een zelf gecreëerd probleem het parlement buiten werking stelt.”
Helemaal zonder risico is het beleid van Faber dus niet, aldus Groen. „Maatschappelijke organisaties of individuen kunnen naar de rechter stappen als zij de wetgeving als disproportioneel of als strijdig met hoger recht zien.” Het is de vraag of een rechter mee zal gaan met de crisisredenering van het kabinet, omdat er geen sprake lijkt te zijn van een crisis én omdat de rechten van asielzoekers in het Europees recht en in de Grondwet nog altijd beschermd zijn. Daarop kunnen asielzoekers een beroep doen. Groen: „Maar zo’n proces zou toch heel lang kunnen duren.”
Volgens Groen is het sowieso beter als het plan van Faber door de Tweede of Eerste Kamer wordt geblokkeerd dan door de rechter. „Het is echt onwenselijk als een rechter de minister moet corrigeren. Zulke discussies moeten politiek worden gevoerd.”
Lees ook
Ambities genoeg bij het kabinet-Schoof, maar hoe haalbaar zijn al die plannen?
Faber heeft de staatsrechtelijke verplichting om de crisisnoodgreep die ze wil doen zo snel mogelijk te vatten in propere wetgeving inclusief wettekst en onderbouwing. Daar gaat ze, zo kondigde ze vrijdag aan in het regeerakkoord, zo snel mogelijk mee beginnen. Die wetgeving komt op een later moment en zal door de Staten-Generaal moeten worden goedgekeurd.