Als kind zag Michaela DePrince, die werd geboren als Mabinty Bangura, hoe haar vader werd vermoord door milities en haar moeder langzaam bezweek aan ondervoeding en algehele lichamelijke malaise. Ook in het weeshuis waar zij met haar zus terechtkwam, was ze niet veilig. Door de depigmentatie van haar huid werd ze beschouwd als een duivelskind, waardoor ze onderaan de pikorde én de voedselketen terecht kwam.
Lichamelijk was ze meer dood dan levend toen zij als vierjarige de dans ontdekte door een fotootje dat tegen het hek van het weeshuis waaide: een ballerina in roze tutu. Het gaf haar hoop op een mooiere, betere wereld, zei DePrince in 2013 in deze krant.
Vrijdag werd bekend dat de Amerikaanse danseres Michaela Deprince dinsdag op 29-jarige leeftijd is overleden. Volgens haar familie, die het bericht via een post op haar Instagram verspreidde, is zij gestorven als gevolg van natuurlijke oorzaken.
Adoptie in VS
In de danswereld is geschokt gereageerd op de dood van de in Sierra Leone geboren DePrince. Ze werd in korte tijd wereldwijd bekend als de ballerina die de horror van haar jeugd in het door burgeroorlog verscheurde geboorteland wist om te zetten in een loopbaan waarin schoonheid en harmonie centraal stonden.
Die wereld opende zich toen zij werd geadopteerd door het (witte) Amerikaans echtpaar DePrince en werd opgenomen in hun omvangrijke gezin dat al meer adoptiekinderen telde. Daar kon ze haar droom, ballerina worden, najagen. Ze bleek een natuurtalent, met een stralende présence en een enorme sprongkracht. Toch moest ze de nodige racistische vooroordelen overwinnen: haar lichaamsbouw zou niet geschikt zijn voor ballet en haar huid was te donker.
Na haar opleiding danste zij een seizoen bij het Dance Theatre of Harlem en trad ze op als gastsoliste bij de South African Mzansi Ballet Theatre. In 2011 nodigde de Nederlandse Dutch Don’t Dance Division haar uit voor de hoofdrol in hun kerstproductie Abdallah en de gazelle van Basra. Artistiek leiders Thom Stuart en Rinus Sprong tipten Ted Brandsen, die haar engageerde voor de Junior Company.
Michaela heeft met haar verhaal enorm veel mensen, jong en oud, geraakt en veel geld opgehaald voor Warchild en andere organisaties
Naar Amsterdam
In 2013 verhuisde ze naar Amsterdam. „Wij zagen haar talent en grote technische belofte”, zegt Brandsen. Destijds was het verhaal over de gruwelijkheden uit haar jeugd al bekend. DePrince was gast in The Oprah Winfrey Show geweest en ook in de documentaire First Position geportretteerd. Brandsen: „Toch begreep ik pas na haar eerste jaar bij ons hoe diep die trauma’s zaten. Op het eerste gezicht leek zij iemand die altijd optimistisch en vrolijk was, kwaliteiten die ze op het toneel overbracht. Die donkere kant van zichzelf liet ze liever niet zien.”
DePrince sliep slecht, had nachtmerries en was bang in het donker. Toch was ze gelukkig met de kansen die ze bij Het Nationale Ballet kreeg, waar ze al snel opklom en hoofdrollen vervulde in onder andere Notenkraker en Muizenkoning en Coppélia. Ook in de verfilming van Coppélia vertolkte zij de titelrol. Hardnekkige, terugkerende blessures verhinderden een verdere opmars in de rangen van Het Nationale Ballet en in 2021 besloot ze een nieuw begin te maken bij het Boston Ballet.
Autobiografie
Intussen was haar autobiografie Ze noemden mij duivelskind verschenen, waardoor de publiciteit rond haar persoon een enorme vlucht nam. Madonna kocht de filmrechten van het boek, Beyoncé vroeg haar op te treden in de clip van het Lemonade-album, DePrince werd gevraagd als model van grote modemerken en trad op als ambassadrice voor diverse goede doelen, waaronder War Child.
De laatste tijd was ze bezig in New York een bestaan op te bouwen als freelance danser en concentreerde ze zich verder op haar werk voor goede doelen. Brandsen: „Michaela heeft met haar verhaal enorm veel mensen, jong en oud, geraakt en veel geld opgehaald voor War Child en andere organisaties. Dat valt niet te onderschatten. Ze was een bijzondere danseres, met een groot hart.”