Hoe kwam premier Schoof zijn eerste maanden door?

Hoe vindt Dick Schoof zelf dat het gaat?

Het Bercy-stadion in Parijs is uitverkocht, de Nederlandse paralympische basketballers zijn op deze zaterdagmiddag 31 augustus dik aan het verliezen van de VS. In een van de pauzes staat het 19-29 en Dick Schoof, oranje-wit T-shirt, spijkerbroek, witte gympen, weet zich geen raad met die vraag: hoe het gaat.

Hij staat in de gang naast de sportzaal en lacht, zijn schouders bewegen mee. Hij draait zich weg. En dan zegt hij iets wat helemaal niet lijkt te passen bij zijn ongemakkelijke houding: „Ik doe het vrij relaxed, ik sta er steeds wat steviger in. En ik slaap goed. Dat vind ik heel belangrijk.”

Mark Rutte ging niet naar de Paralympische Spelen, de koning is er ook niet. Maar Schoof wilde het per se, hij is er al de hele zaterdag. „Anders doe je”, zegt hij, „net alsof dit geen echte Spelen zijn, en dit zijn net zo goed topsporters.” Daar komt hij voor, om dát te laten zien. „En misschien ook wel een beetje”, zegt hij, „om te laten zien dat ik de premier ben van álle Nederlanders.”

Twee maanden eerder staat Schoof in de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch. In jacquet, de armen strak langs zijn lichaam. Hij zet twee stappen vooruit en zegt: „Dat verklaar en beloof ik.” Schoof is katholiek opgevoed, maar niet gelovig. Wel calvinistisch van aard: een harde werker, volgens sommigen een ‘workaholic’. Hij is 67 en had net geregeld dat hij, als topambtenaar op het ministerie van Justitie en Veiligheid, nog niet met pensioen hoefde.

Achter de schermen

Maar nu is hij premier. Partijloos, het was Geert Wilders die hem heeft gevraagd om als buitenstaander het kabinet te leiden van PVV, VVD, NSC en BBB. Schoof was niet de eerste keus van de vier partijen, ook niet de tweede en zelfs niet de derde: PvdA’er Ronald Plasterk was gevraagd, Marnix van Rij van het CDA en ook Kim Putters, PvdA’er en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad.

Op dinsdag 28 mei is Dick Schoof ’s ochtends naar het zaaltje in de Tweede Kamer gegaan waar de partijleiders van PVV, VVD, NSC en BBB op hem wachten. Via een geheime ingang, niemand ziet het. Hij weet nog maar net dat híj premier wordt en heel kort daarna weet iedereen het: het nieuws lekt uit. In het zaaltje wordt beslist dat hij zich dan ook maar snel moet laten zien. Er komt een persconferentie.

Schoof is gespannen, zo’n beetje iedereen om hem heen ook. Net voordat hij achter formateur Richard van Zwol het podium opstapt, bedenkt hij dat hij zijn spreektekst niet bij zich heeft. Hij draait zich om en in de zaal kun je even denken: hij loopt weg. Maar een ambtenaar die achter hem aan komt, heeft een kopie van de tekst en geeft die aan Schoof.

Hij is als topambtenaar gewend aan een leven achter de schermen. Het waren de ministers en staatssecretarissen voor wie hij werkte, die te maken kregen met journalisten die maar bleven doorvragen, zelf heeft hij die ervaring nauwelijks. Maar nu draait het om hém. De camera’s en de verslaggevers zijn er niet voor formateur Van Zwol, die een lang verhaal houdt, ze willen van Schoof weten wie hij is, hoe hij denkt, en vooral: wat hij vindt van de standpunten van de PVV, de grootste partij in de nieuwe coalitie. En wie is straks de baas? Geert Wilders of hij? Schoof zegt: „Er is maar één minister-president en één fractievoorzitter van de PVV.”

Wat hij van de radicaal-rechtse ideeën van de PVV vindt, daar draait hij omheen. Hij benadrukt een paar keer dat de coalitie uit vier partijen bestaat, en dat ze hem álle vier hebben gevraagd.

Geert Wilders ziet het op tv. Dit is de premier van zíjn kabinet, en die durft niet eens stevig op te komen voor de PVV? Hij is er boos over en laat dat weten aan Schoof.

Premier Dick Schoof, na afloop van een begrotingsoverleg in het Catshuis.

Foto’s: Bart Maat

Kleine ogen

Ambtenaren die meekijken, zien dat ze Schoof hadden moeten laten schminken, hij ziet eruit alsof hij een paar nachten niet heeft geslapen: de wallen onder zijn ogen zijn diep en rood gezwollen, zijn ogen zijn klein.

Preview op nrc.nl

Hij had minder dan een uur de tijd gehad om te bedenken wat hij zou gaan zeggen. En dus ook hoe hij zich zou gaan presenteren aan Nederland. Er is bijna een hele generatie opgegroeid die alleen Rutte heeft meegemaakt als premier. Die was handig, deed altijd vrolijk en wist precies hoe hij moeilijke vragen moest ontwijken.

Ambtenaren die meekijken, zien dat ze Schoof hadden moeten laten schminken

Hoge ambtenaren als Schoof zijn er juist aan gewend om altijd antwoord te geven op vragen. Maar dat is binnenskamers, veilig. Nu staat hij voor een zaal met journalisten en zegt steeds hetzelfde als hij vragen krijgt over omstreden beslissingen die hij als topambtenaar nam. Zo liet hij burgers volgen met nepaccounts op sociale media. Schoof zegt: „Ik verwijs u naar de debatten die daarover zijn geweest in de Tweede Kamer.”

De weken erna houdt hij zich onzichtbaar voor journalisten. Tot zijn beëdiging.

‘Schook?’

Zoals Mark Rutte altijd naar afspraken in de buurt wandelde, zo wandelt Schoof op een dinsdag in augustus vanuit het Torentje naar de plek waar de Olympische medaillewinnaars worden gehuldigd, de Glazen Zaal. Op de Prinsessegracht zien twee vrouwen hem langskomen. Ze zien ook camera’s. „Wie is dat?”, vraagt de een. De ander twijfelt. „Schook… Schoof, denk ik. Dick Schoof, dat is de nieuwe premier.”

Bij de huldiging geeft Schoof zijn telefoon aan een medewerker. Niet omdat hij net als Rutte heeft bedacht hoe dat er uit kan zien op foto’s: een bobbel in zijn binnenzak. Schoof wil tijdens de huldiging niet gebeld worden. Pas als hij in zijn auto zit naar het Catshuis, voor een teambuildingsbijeenkomst met zijn nieuwe kabinet, komt hij erachter dat zijn medewerker de telefoon nog heeft. Die is al dan op de terugweg naar het Torentje, samen met andere ambtenaren.

Premier Dick Schoof voorafgaand aan de tweede dag van het debat over de regeringsverklaring.
Foto Bart Maat

Blauwe bessen

De ambtenaren van Algemene Zaken moeten de eerste tijd nog erg wennen aan Schoof. Op twee mensen na is iedereen er pas komen werken in de tijd dat Rutte premier was. Ze kenden Rutte door en door, ze zetten elke ochtend een schaaltje yoghurt met blauwe bessen voor hem klaar, ze wisten over welk nieuws van de dag hij zich druk zou gaan maken in hun ochtendoverleg. En híj nam de beslissingen. Iedereen wist daarna wat-ie moest doen, en ook dat Rutte nog een paar keer zou bellen om te vragen wat ervan terecht gekomen was.

Schoof doet het helemaal anders. In het ochtendoverleg is het alsof hij één van hen is: ambtenaar onder de ambtenaren, dienend. Ze kijken hem aan en wachten af, wanneer neemt hij een beslissing? Het overleg duurt langer. Maar hun werk wordt wel rustiger. Ze werken nog steeds hard, maar ze worden niet meer de hele dag door opgejaagd. Ze maken ook voor het eerst mee dat ze op hun terrein meer weten dan de minister-president.

Welke lievelingskleur?

Een verslaggever van Omroep Zeeland maakt een filmpje met zijn telefoon en zegt dat hij vragen heeft verzameld van mbo-studenten. Schoof is die middag, woensdag 4 september, op werkbezoek geweest bij Scalda, een mbo in Vlissingen. „Quinten wil weten”, zegt de journalist: „Wat doet u in uw vrije tijd?” Schoof lacht, hij kijkt recht in de camera. „Ik dacht al, wanneer komt de social question. Als u een beetje gevolgd heeft wat ik doe, weet u dat ik graag hardloop en ik hoop binnenkort weer eens een wedstrijdje te doen.”

Wat zijn lievelingskleur is? Schoof lacht nog harder. „Ik heb wer-ke-lijk géén idee. Ik heb geen lievelingskleur. Ik zal er nog eens over nadenken of ik toch nog iets kan vinden.”

Er was in de school ook een student die wilde weten of Schoof, anders dan Rutte, wél een vriendin heeft, maar die vraag stelt de verslaggever niet. Al had dat hij daar zeker antwoord op gekregen. In het steeds terugkerende verhaal dat Schoof over zichzelf vertelt, past behalve het hardlopen ook dat hij een vriendin heeft en twee volwassen dochters.

Maar verder? Mensen die hem de afgelopen maanden hebben meegemaakt hebben geen idee. Kleine dingen. Hij zegt niet ‘ineens’, maar ‘in ene’. Hij lacht veel, voor de camera’s, maar ook in kleine kring. Ook als er geen grappen worden gemaakt. En ook zonder camera’s erbij beweegt hij veel, waardoor hij een nerveuze indruk maakt. Maar mensen die al ver vóór zijn premierschap met hem hebben samengewerkt, zeggen: nerveus is hij echt niet. Ongemakkelijk lachen? Dat deed hij ook altijd al.

Op de trap van Scalda, het mbo in Vlissingen, staan Patrick Hintzen (18) en Jouke van Surksum (20). Ze zien Schoof bij een werkbank, hij stelt vragen aan een andere leerling, Patrick en Jouke willen met de premier op de foto. Al had Patrick geen idee wie er die middag de school in kwam, Jouke wel. „Ik volg het nieuws.” De jongen bij de werkbank, Vince van der Putten (18), zegt later dat hij ook niet wist wie er zou komen. En ook niet dat er een nieuwe premier wás. „Ik vond hem een leuke gast, fatsoenlijk, geïnteresseerd.”

Het was de bedoeling dat Dick Schoof op deze woensdag 4 september de HJ Schoo-lezing zou houden, in de Rode Hoed in Amsterdam. Speciaal voor hem had de organisator van de lezing, EW, de datum van de lezing aangepast: normaal gesproken is die lezing op een maandagavond. En toen had Schoofs ministerie toch afgezegd, de lezing ‘paste niet in de agenda’.

Premier Dick Schoof en Marjolein Faber, minister van Asiel en Migratie, tijdens het debat over de regeringsverklaring.

Foto’s: Bart Maat

‘De premier spreekt’

In Parijs, op de zaterdag in augustus dat hij bij de Paralympische Spelen is, zegt Schoof zelf ook dat hij geen tijd had. Maar dat is niet de enige reden. Hij wil zich niet met een grote toespraak voorstellen aan het land. „Zo van: de premier spreekt het volk toe of zo. Nee, ik wil het geleidelijk aan opbouwen. Mensen willen ook langzaam aan mij wennen. Denk ik.”

Het allereerste werkbezoek van Schoof als premier is eind juli aan Doetinchem, hij gaat daar rondfietsen, samen met de politie. „Net als Rutte, hè?” roept een verslaggever van RTL. „Nee”, zegt Schoof, „dit is heel anders. Dit is een politiefiets.”

Dat hij héél vaak vergeleken zou worden met Rutte, dat wisten de mensen op zijn ministerie. En dus werd er nagedacht over zijn werkbezoeken. Het idee was eerst dat Schoof in de zomer naar kleine bedrijven zou gaan, samen met de belangenorganisatie MKB Nederland. Maar dan leek hij een VVD-premier. Dus werden het een politiebureau, een daklozenopvang en een voetbalclub, De Graafschap. „Ik wil zien”, zegt hij later, „hoe het met Nederland is.”

Op weg naar de huldiging van de Olympische medaillewinnaars, op 9 augustus, wordt een van de eerste filmpjes van hem gemaakt voor sociale media. Hij komt net van het Torentje en beweegt, zoals hij altijd doet, met zijn armen. En hij praat snel. In het filmpje vanuit Vlissingen, bijna een maand later, komt Schoof veel rustiger over. Hij beweegt minder, praat langzamer. Schoof, zeggen mensen die hem meemaken, luistert als je hem adviezen geeft, en dan leert hij snel.

‘Gewoon een mens’

Op donderdag 4 juli, de tweede dag van het debat over de regeringsverklaring, heeft hij nog geen tijd gehad te bedenken wat hij nodig heeft aan advies. Hij is net drie dagen premier. Als topambtenaar heeft hij vaak debatten gezien en ministers begeleid. Maar hij heeft zelf nooit achter de katheder gestaan en lijkt er nauwelijks op voorbereid te zijn dat de politieke leiders hem zullen uitproberen. Hoe ver kunnen ze gaan? Wat brengt hem van zijn stuk?

Tot verbazing van ervaren politici binnen en buiten de zaal doet Schoof twee keer wat D66-leider Rob Jetten van hem vraagt: hij kijkt GroenLinks-PvdA-Kamerlid Esmah Lahlah aan en zegt dat het hem „helemaal niks” uitmaakt dat ze een hoofddoek draagt. „U bent voor mij gewoon een mens.” Later in het debat zegt Jetten dat er even geschorst zou moeten worden: dan kunnen de premier en vicepremier Fleur Agema van de PVV het samen hebben over „de kabinetslijn ten aan zien van de hoofddoek”. Agema leek daar op X een heel ander idee over te hebben dan Schoof. Ook dát doet Schoof, hij vraagt om een schorsing.

Het ziet er volgzaam uit, en hij bevestigt zo het beeld dat Jetten graag wil oproepen: verdeeldheid in het kabinet, crisis, chaos.

„Twee minuten”, zegt Kamervoorzitter Martin Bosma. De schorsing duurt een half uur.

Vanuit het kamertje waarin Schoof, Agema en de andere vicepremiers bij elkaar zitten, klinkt geschreeuw. Van Agema, volgens betrokkenen. Die ook huilt. Maar ze legt zich neer bij wat Schoof beslist: er wordt tijdens debatten niet meer getwitterd door leden van het kabinet.

Schoof krijgt het niet alleen moeilijk door de oppositie. Ook Geert Wilders is geïrriteerd. De premier doet dus precies wat D66 van hem vraagt, maar als PVV’ers in zijn kabinet ‘racisten’ worden genoemd door een oppositiepartij, zegt hij niks? „Ik vind dat u meteen boos had moeten worden.” Wilders noemt het „slappe hap”.

In zijn kabinet valt te horen dat Schoof in de ministerraadsvergadering erg zijn best doet voor de onderlinge omgang

Soms gaat hij in het weekend naar het Catshuis, de officiële ambtswoning van de premier waar nu zijn naambordje naast de deur hangt: ‘Familie Schoof’. Dan wandelt hij in de tuin, hij leest. De man met duizend gezichten, een thriller van Lex Noteboom. En laatst ook Voornamelijk vrouwen van Connie Palmen. „Ze beschrijft”, zegt hij over dat boek, „een aantal mensen die ook schrijver zijn. Het biedt een psychologisch inzicht, over hoe ze zichzelf bijna kwijtraken in het schrijven, of in het schrijven de oplossing zoeken voor hun problemen.”

In zijn kabinet valt te horen dat Schoof in de ministerraadsvergadering erg zijn best doet voor de onderlinge omgang. Die moet, vindt hij, goed zijn. Hij heeft er geen invloed op hoe de fractievoorzitters van de coalitiepartijen met elkaar omgaan in de Tweede Kamer, en die omgang is al vanaf het begin moeizaam.

In de besprekingen over de Miljoenennota, op een donderdagavond op het ministerie van Financiën, maakt hij mee hoe er niets terechtkomt van de afspraken die tevoren waren gemaakt: de coalitie zou afstand bewaren tot dit kabinet. Maar aan tafel, tot diep in de nacht, is het vooral Pieter Omtzigt van NSC die eisen stelt aan de begroting van het kabinet. Tegen mensen om hem heen zegt Schoof in die tijd: „Ik heb het niet bedacht he, dat wij extraparlementair moesten zijn.” Dat was Omtzigt. „Maar ik”, zegt hij ook, „ben er de verbeelding van.”

Komende woensdag en donderdag zit hij met zijn hele kabinet in de Tweede Kamer, net als in het debat over de regeringsverklaring. Nu zal het gaan over de begroting en over het ‘regeringsprogramma’, de uitgewerkte plannen van het akkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB.

In Parijs, in de pauze van de basketbalwedstrijd Nederland-VS, zegt hij dat hij dan van plan is om meer van zichzelf te laten zien: „Wie is de premier, wat is zijn achtergrond? Hoe kijkt hij naar de wereld en de mensen in het land?”

Hij zal zo goed als zeker wéér op de proef gesteld gaan worden. En hij moet op zoek naar steun voor de plannen van zijn kabinet. Over alle nieuwe wetten en voorstellen moet óók in de Eerste Kamer worden gestemd en daar hebben de vier coalitiepartijen lang geen meerderheid, NSC heeft er zelfs geen zetel.

En dus is Dick Schoof aan het rondbellen, de afgelopen dagen probeerde hij van elke fractievoorzitter van de oppositie te horen wat de wensen zijn. Die van Denk-leider Stephan van Baarle gaat over Schoof zelf: „Ik heb gezegd: ik hoop dat jouw kabinet zo snel mogelijk weg is.”