Bij het einde van de kookrubriek: huisvriend NRC verandert snel van gedaante

Het begon met rosbief in mosterdsaus, op 22 april 1988, in een smal kolommetje naast de televisiegegegevens : „Voor het gemak wordt hier gebraden rosbief van de slager gebruikt (wel mooi rood), maar u kunt ook rauwe ossehaas, in flinterdunne plakjes gesneden, nemen. Rauw vlees kunt u mooi dun snijden als het licht bevroren is.” Halsbrekende culinaire toeren hoefde de NRC-koker niet uit te halen. Veel ingewikkelder dan het door elkaar kloppen van mosterd, azijn, zout, peper en olie werd het niet.

Op de tweede dag werd er aan het Handelsbladse aanrecht een spinaziemengsel bereid dat als saus over de tagliatelle kon dienen, maar ook de vulling van een hartige taart kon zijn. Iets minder dan 35 jaar later diende Hassnae Bouazza het laatste dagelijkse NRC-recept op. Als al het goede eindigde het met sinaasappelcake. „Met het allerlaatste Thuiskokrecept geef ik u iets zoets mee. Dank voor alle boze en vooral aardige reacties. Laat recepten een inspiratie zijn voor vrolijkheid, geen reden voor irritatie.”

Irritatie was er genoeg na de aankondiging dat NRC zou stoppen met de dagelijkse kookrubriek. Tientallen lezers deelden hun receptenrouw met de krant, veelal met verwijzingen naar de manieren waarop de recepten konden worden uitgeknipt en bewaard. „De fijne manier waarop Hassnae Bouazza ons de afgelopen jaren heeft laten kennismaken met andere culturen en eetgewoontes is iets wat we node gaan missen. We koken al meer dan 40 jaar ‘uit de krant’. Er liggen stapels recepten uit de NRC geknipt in de boekenkast; geen enkel nieuws- of opiniestuk is in die tijd uitgeknipt en bewaard.” Niet dat eten, drinken en voeding zijn verdwenen: elders wordt er nog altijd over geschreven – ook door Bouazza – en in de zaterdagse bijlage Leven kookt Janneke Vreugdenhil rustig verder. Ook worden haar recepten geregeld verzameld voor de online rubriek ‘Slim leven’.

Ondergang van het weerbericht

De dagelijkse recepten waren niet het enige dat NRC van het menu haalde afgelopen week. Ook het aparte mediakatern sneefde, al kwam daar een muziekbijlage voor terug. Dat was een terugkeer, want NRC Handelsblad had jarenlang een muziekpagina op maandag. Tegen deze omzetting maakte bij de ombudsman niemand bezwaar. Ook het weer blijkt gemist te kunnen worden: de ondergang van het dagelijks weeroverzicht werd amper gememoreerd, maar slechts in samenhang met klachten over het einde van de kookrubriek en van het schrappen van de televisie-overzichten. Dat laatste was de voornaamste steen des aanstoots; in totaal meldden zich ruim honderd ontstemde lezers bij NRC.

Heel verwonderlijk is dat niet, gezien de reacties op het verwijderen van de programmagegevens uit de zaterdagkrant, waar ik toen kritisch over schreef. De argumenten van de hoofdredactie zijn in grote lijnen hetzelfde: recepten, tv-gegevens en het weerbericht zijn online op talloze plaatsen te vinden en NRC kan zich er dus niet mee onderscheiden. Dat is ook op te maken uit de digitale leescijfers: de rubrieken werden amper aangeklikt. Intussen kost het maken van de rubrieken tijd, dus geld, en ruimte. Wat dat laatste betreft: sinds deze week is het cultuurkatern op maandag, woensdag en vrijdag vier pagina’s dunner geworden. De bijlage Boeken leverde twee pagina’s in.


Het verhaal is bekend: liever dan aan rubrieken die hun bestaansrecht ontlenen aan de papieren krant, besteedt NRC de middelen aan werk dat ook online veel lezers trekt, zoals onderzoeksjournalistiek. En luisteraars: het bereik van de (bekroonde) NRC-podcasts groeit nog steeds. Het aantal abonnees op de papieren krant neemt gestaag af. Dat proces zal door de veranderingen van deze week niet worden verminderd, een aantal boze lezers hintte daar al op, soms ook met de verhuizing van de middagkrant naar de ochtend (april), het stopzetten van de stadsbijlagen over Amsterdam en Rotterdam (december) en de aanhoudende problemen met de bezorging (vrijwel heel 2022). Een tiental abonnees zegde de laatste dagen op.

Lezers van de papieren krant vragen zich af wat er verder nog te gebeuren staat. „We zien het uitkleedproces voor ons: als de krant straks bijvoorbeeld de cultuurbijlage overbodig vindt – want alles is toch online te vinden – dan is een stap naar opheffen van de krant een logisch vervolg.”

Tientallen lezers deelden hun receptenrouw met de krant

Dat is een vraag voor de hoofdredacteur. „We zijn ontzettend digitaal geworden”, zegt René Moerland. „De vraag naar een doordeweekse papieren krant wordt steeds kleiner. Driekwart van de abonnees leest voornamelijk digitaal.” Er is geen sprake van dat de papieren NRC wordt afgebouwd, zegt Moerland. „We hopen dat we genoeg abonnees houden om ’m nog lang te kunnen maken. Dat kan nog vijf jaar zijn, maar ook minder. Of de papieren krant verdwijnt nooit.”

Tegen die economisch-journalistieke logica valt, ook voor de ombudsman, weinig in te brengen. De missie van NRC is het bedrijven van goede en relevante journalistiek, niet het vasthouden aan een bepaald medium.

Aan de andere kant is een goede krant een prettige huisvriend: iemand die niet alleen het nieuws komt declameren, maar die ook wat lekkers te eten meeneemt, een nieuw boek heeft gelezen, een opvatting heeft over een recente film, weet wat er op tv komt en wat voor weer het wordt en af en toe een grapje maakt (en die je op elk desgewenst moment kunt dichtvouwen en wegleggen – een feature waarmee je sommige mensen ook graag zou willen uitrusten, maar dat terzijde).

Volgens Moerland kan NRC ook heel goed in digitale vorm een huisvriend zijn. Ongetwijfeld, al zou ik het karakter van de huidige huisvriend niet verder versmallen.

Arjen Fortuin

Reacties: [email protected]