Als Europa niet meer innoveert, volgt een ‘langzame doodsstrijd’, zegt Mario Draghi

Of Europa vernieuwt, of Europa verkommert tot een steeds kleinere en armere samenleving die vermalen wordt in de mondiale concurrentie. Het is innovatie „of een langzame doodsstrijd” (slow agony) zei Mario Draghi maandagochtend bij de presentatie van een lang verwacht rapport over de staat van de Europese economie.

Op kalme toon vertelde Draghi, voormalig premier van Italië en oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank, hoe beroerd Europa ervoor staat. Europa raakt snel achterop bij de Verenigde Staten en lijdt onder de concurrentie van China. De achterstand is inmiddels zo nijpend dat het vergrijzende Europa belangrijke uitdagingen zoals de energietransitie en een zelfstandige collectieve verdediging op termijn niet aankan.

,,Nooit eerder leek de schaal van onze landen zo klein en ontoereikend, afgezet tegen de omvang van de uitdagingen.” Alleen gezamenlijk kunnen de lidstaten voorkomen dat Europa langzaam vervalt, aldus Draghi. „Radicale verandering” is nodig.

Het rapport fungeert in Brussel als openingssalvo bij een nieuw politiek seizoen. Binnenkort presenteert Commissievoorzitter Ursula von der Leyen haar nieuwe ploeg, waarmee ze de Europese Unie de komende vijf jaar wil besturen. Toen ze het rapport in ontvangst nam, beloofde ze alvast dat een deel van de aanbevelingen terug te vinden is in de ‘mission statements’ van de nieuwe commissarissen.

De econoom Draghi, ooit gepromoveerd aan het Amerikaanse topinstituut MIT en sterk op de VS georiënteerd, doet 170 aanbevelingen. In het oog springt de oproep om 750 à 800 miljard euro per jaar– zo’n 4,5 procent van het bruto binnenlands product van de EU – te investeren om te voorkomen dat Europa verder achterop raakt bij de grootmachten VS en China. Die, in Draghi’s woorden, „enorme investeringen” kunnen niet alleen van bedrijven komen, maar moeten ook uit algemene middelen gefinancierd worden. Dat kunnen bijdragen van de lidstaten zijn, maar mogelijk moet de Europese Unie ook gezamenlijk schulden aangaan.

Het rapport is daarmee ook meteen het startschot voor een fikse politieke discussie. Rijke Europese landen voelen niets voor meer Europese uitgaven. Schulden aangegaan door de EU als geheel liggen in sommige hoofdsteden, zoals Den Haag, helemaal moeilijk. Toch pleit Draghi voor meer samenwerking in een tijdsgewricht dat nationalistische partijen de wind in de rug hebben.

In Europa, zei Draghi, wordt al jaren gesproken over afname van de economische groei, maar de trend werd niet gekeerd. Europa verliest, gemeten naar verschillende criteria, terrein op de VS. De hoofdoorzaak is een opvallende vertraging van de productiviteitsgroei in Europa. Daar waren Europese huishoudens de dupe van. In de VS is het reëel beschikbare inkomen per hoofd van de bevolking in de afgelopen twintig jaar twee keer zo snel gegroeid als in de EU.

De vertraging werd weliswaar eerder gesignaleerd, maar niet gezien als een ramp. Europese exporteurs deden het goed op nieuwe markten in Azië. Er verschenen steeds meer vrouwen op de arbeidsmarkt. En na 2012 daalde de werkloosheid.

Daarnaast profiteerde Europa van een gunstig geopolitiek klimaat. Hoge defensie-uitgaven waren, mede met dank aan de Verenigde Staten, niet nodig. En omdat de relatie met andere belangrijke spelers in de wereld goed was, was het ook geen probleem om van anderen afhankelijk te worden.

Die wereld bestaat niet meer. Europa is zijn leverancier van goedkope energie, Rusland, kwijtgeraakt. Met Poetins oorlog in Oekraïne is de noodzaak van een slagvaardige krijgsmacht toegenomen. En in een politieke instabiele wereld is het niet verantwoord afhankelijk te zijn van anderen. Europa, zei Draghi, heeft een van de meest open economieën ter wereld. Als handelspartners niet meer volgens de regels spelen, „zijn wij kwetsbaarder dan anderen”.

Daar komt bij dat Europese bedrijven de digitale revolutie deels hebben gemist. Dat verklaart voor een groot deel het verschil in productiviteit tussen Europa en de VS.

De opstellers van het rapport deden een denkoefening. Ze haalden de high-tech-sector uit de Amerikaanse economie en vergeleken wat er toen overbleef met Europa. Zónder tech deed Europa het beter dan de VS. Als Europa weer de aansluiting wil vinden, moet het succesvoller innoveren en arbeidskrachten beter scholen. Het verlagen van lonen en versoberen van arbeidsvoorwaarden helpt niet en behoort dus ook niet tot de aanbevelingen.

Draghi is een man die een indringende waarschuwing kan uitspreken zonder stemverheffing. Als Europa niet productiever wordt, stelde hij, moeten we keuzes maken en sommige, misschien zelfs alle Europese ambities verlagen. De EU staat voor een „existentiële uitdaging”. Haar fundamentele waarden zijn welvaart, gelijkheid, vrijheid, vrede en democratie in een duurzame omgeving, schrijft hij. Als Europa haar burgers die rechten niet meer kan garanderen, vervalt haar bestaansreden.

Wat stelt Draghi voor om dit te voorkomen?

1. De innovatiekloof met de Amerikanen dichten

Om opgaven als het klimaatbeleid en defensie te kunnen blijven betalen, moet de economische groei omhoog, zegt Draghi. Want hoe groter het bbp, hoe meer belastinginkomsten voor overheden. De Europese economie moet productiever worden – en dat kan alleen maar door in te zetten op innovatie en technologie, meent de Italiaan.

Alleen dankzij de opmars van Silicon Valley lag de productiviteit de voorbije jaren in de VS hoger dan in Europa, zo rekenden Draghi en zijn medewerkers uit. „We moeten de innovatiekloof met de VS dichten”, aldus Draghi.

Een aloud recept om de economie concurrerend te houden – het matigen van de lonen om zo goedkoper te worden ten opzichte van het buitenland – voldoet niet meer, aldus Draghi. Europa moet juist goedbetaalde, hoogwaardige banen creëren én behouden. Europa raakte al achter bij de opkomst van de interneteconomie in de jaren negentig en dreigt dit nu weer te doen bij de komst van AI. Het rapport schetst een somber beeld van een „statische” Europese industrie in een „vicieuze cirkel van lage investeringen en lage innovatie”.

Wat te doen? Publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling moeten fors omhoog, net als subsidies voor de chipindustrie, maant Draghi. Ondanks het bestaan van de EU Chips Act – die al is gemodelleerd naar de Amerikaanse Chips Act – blijven subsidies voor de chipindustrie in Europa achter bij die in de VS. Daarom moet de Europese chipwet worden „herzien en uitgebreid”. Ook moet de „last van regels” die het techbedrijven moeilijk maakt omlaag, onder meer door versimpeling en het gelijktrekken van regels binnen de EU.

2. Van Green Deal naar ‘schone’ groei

Een opvallend woordje dat miste tijdens de persconferentie van Draghi en Von der Leyen: „groen”. De Green Deal, het omvangrijke klimaatpakket van de vorige Commissie-Von der Leyen, leunt voor een belangrijk deel op regulering en beprijzing en wordt inmiddels nogal eens in verband gebracht met economische nadelen, zoals toenemende regeldruk voor bedrijven. Draghi bekritiseert in het rapport de lappendeken aan klimaatregelgeving die deels ook intern tegenstrijdig is. Het nieuwe buzzword: „schoon”, clean. Het terugdringen van emissies moet „een bron zijn van groei”, zegt Draghi. De sleutel: klimaattechnologie, geproduceerd in Europa. Nu nog verliest de EU alleen maar terrein: steeds meer technologie, van warmtepompen tot windturbines tot elektrische auto’s, wordt geïmporteerd uit met name China.

Draghi neemt politiek afstand van de Green Deal-agenda. Die was gebouwd op de belofte van banengroei, maar als die uitblijft, en in plaats daarvan leidt tot „de-industrialisatie (…) kan de politieke houdbaarheid ervan in gevaar komen”. Hij wil de Green Deal niet terugdraaien, maar wel de regels zo stroomlijnen dat het bedrijfsleven er minder last van heeft.

Enkele dagen nadat de crisis bij de Duitse autobouwer Volkswagen verscherpte – fabriekssluitingen dreigen – uitte Draghi een noodkreet: als de EU zich niet „snel aanpast” aan de concurrentie „zal de sector nog sneller terrein verliezen”. Er moet een „industrieel actieplan voor de autosector” komen, met daarin ook de optie van meer overheidssteun bij investeringen. Emissiestandaarden voor de autosector moeten „technologieneutraal” worden – een codewoord voor het toestaan van synthetische brandstoffen, niet alleen elektrische auto’s. Dat is een controversieel voorstel waar de Duitse auto-industrie al langer op aandringt.

Draghi wil ook ingrijpen op de energiemarkt om prijzen voor duurzame energie minder afhankelijk te maken van die van gas. Ze bewegen nu nog mee met de gasprijzen, die worden bepaald op een termijnmarkt die vatbaar is voor speculatie. „Consumenten moeten de voordelen voelen van decarbonisatie”, zei Draghi.


Lees ook

Europa blijft economisch kwakkelen. Moet het dan maar Amerikaanser worden?

Fabriek voor batterijen van  LG Energy Solution and Honda Motor  in aanbouw in Jeffersonville, Ohio.

3. Defensie écht meer Europees

Defensie-deskundigen pleiten er al langer voor: de EU moet haar schaal, als grote interne markt, inzetten om euro’s efficiënter in te zetten bij de aankoop en ontwikkeling van defensiematerieel. Dat betekent: meer samen, minder ieder voor zich .Draghi sluit zich hierbij aan en gaat een stap verder: de EU moet een „defensie-industriepolitiek” optuigen en onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s Europees financieren. De Europese Investeringsbank, die nu nog maar beperkt in defensie mag investeren, moet hier meer ruimte voor krijgen. Beperkende mededingingsregels moeten overboord, zodat de Europese industrie „de schaal bereikt” die nodig is. Draghi plaatst hier het geopolitieke belang – een sterkere defensie – boven het belang van de interne markt, die in principe is gebaat bij meer concurrentie. In de nieuwe Commissie wordt voor het eerst iemand verantwoordelijk voor de defensie-industrie.

4. De financiering: Europese obligaties?

„De grote vraag is: hoe financieren we deze grote investeringsbehoeften?” Draghi stelde de gevoelige vraag tijdens zijn persconferentie zelf. Hogere Europese ambities, dat betekent dikwijls ook: hogere EU-budgetten en daar zitten lidstaten – zeker het eurosceptische Nederland – niet op te wachten.

Een deel van het geld, zei Draghi, komt hopelijk uit de particuliere sector. In vergelijking met de VS bestaan in de EU hoge barrières voor bedrijven om (riskante) investeringen te financieren. Al jaren wordt gepleit voor een Europese ‘kapitaalmarktunie’, waardoor bedrijven makkelijker aan kapitaal kunnen komen. Dit moet bedrijven, die in Europa traditioneel leunen op bankfinanciering, meer mogelijkheden bieden. Draghi steunt deze voorstellen en stelt een Europese kapitaalmarkttoezichthouder voor, zoals de Amerikaanse SEC. Nu nog zijn kapitaalmarkten in de EU zeer gefragmenteerd.

Maar vooral bij riskante grootschalige projecten – zoals de uitbouw van elektriciteitsnetwerken – is meer publieke financiering onontbeerlijk, stelt Draghi. Voor gemeenschappelijke EU-investeringen steunt hij de introductie van „gemeenschappelijke schuldinstrumenten”, ofwel EU-obligaties. Voor het coronaherstelfonds gaf de Europese Commissie al zo’n 700 miljard aan obligaties uit, gegarandeerd door de lidstaten. Draghi sluit zich aan bij stemmen die deze vorm van EU-schuldfinanciering permanent willen maken. Europese obligaties (eurobonds) liggen politiek zeer gevoelig, niet het minst in Nederland, omdat de risico’s in laatste instantie bij de lidstaten komen te liggen.

5. Minder wetten en regels uit Brussel

‘Meer Europa’ dus, als het aan Draghi ligt? Zeker niet alleen. Want Draghi wil juist mínder wetten en regels vanuit Brussel die het bedrijfsleven overspoelen, met name het midden-en kleinbedrijf. „De wetgevingsactiviteit van de Europese Commissie is excessief gegroeid”, staat in het rapport. Daarom moet het principe van ‘subsidiariteit’ – dat beslissingen in de EU moeten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, dus liefst niet in Brussel – meer worden gerespecteerd, aldus Draghi.