Nozomi Saito (30) werkt al acht jaar als webcamgirl en verdient geld door online met mannen te chatten. Op verzoek voert ze ook erotische handelingen uit voor individuele klanten. „Vorig jaar kwam ik erachter dat er, zonder mijn toestemming, video’s van mij waren geüpload naar pornografische videowebsites”, vertelt ze online vanuit haar kleine studio, versierd met roze slierten en paarse kussens. „Het verspreidde al snel naar tientallen websites.”
Saito, die niet haar echte naam gebruikt om haar identiteit te beschermen, was het slachtoffer van wraakporno. Dat is het verspreiden van expliciete foto’s of videomateriaal zonder de toestemming van de persoon die afgebeeld is. Het is een probleem dat in Japan in rap tempo aan het toenemen is. Tien jaar geleden werden er 110 meldingen gedaan bij de politie. Volgens de laatste cijfers, die van 2022, was dat toen gestegen naar 1.728. Volgens de Nationale Politie is de snelle groei van socialemediaplatformen de grootste oorzaak van het probleem.
Deze statistieken tonen in werkelijkheid slechts het puntje van de ijsberg. Volgens recent onderzoek doet in Japan slechts 1,5 procent van de slachtoffers van seksuele misdrijven aangifte bij de politie, en als het gaat om digitale vergrijpen ligt dat nog veel lager, denkt Sayaka Urata. Zij is oprichter van Thyme, een organisatie die probeert kennis te verspreiden over de gevolgen van seksueel geweld. „Onderwijs over seks bestaat amper in Japan, dus veel mensen missen essentiële basiskennis over wat wel en niet mag. In de meeste gevallen beseffen ze dus niet eens dat er een misdaad is gepleegd.”
Zwijgcultuur
Bovendien zit het onderwerp in Japan in de taboesfeer. In een vorig jaar verschenen overheidsonderzoek zei de helft van de slachtoffers van seksuele misdrijven daar geen melding van te doen. De voornaamste reden: schaamte. „Er heerst een enorme zwijgcultuur als het gaat om seksuele misdrijven. Dat maakt het moeilijk om het probleem aan te pakken”, vertelt Urata. „In plaats van hulp krijgen mensen vaak zelf de schuld en worden ze onder druk gezet om hun mond te houden.”
Ik ging er vanuit dat de politie me niet serieus zou nemen
Ook webcamgirl Nozomi Saito wilde niet naar de politie stappen. „Veel vrouwen die dit soort werk doen leven in constante angst dat hun familie, vrienden of collega’s op hun normale werk er op deze manier achter komen”, vertelt Saito. „En toen overkwam mij het ineens.”
„Ik ging ervan uit dat de politie me niet serieus zou nemen”, vertelt ze bovendien. Na veel zoekwerk, en op aanraden van collega’s, kwam ze terecht bij de start-up Rights Tech. Het bedrijfje gebruikt kunstmatige intelligentie om wraakporno op te sporen en te verwijderen. „We hebben al meer dan zeventienduizend van dit soort verzoeken gehad in de vijf jaar dat we bestaan”, zegt Koki Sakuraba, oprichter van het bedrijf. „Na drie maanden was bijna alles offline gehaald”, vertelt Saito opgelucht.
„Als iemand zich bij Rights Tech aanmeldt vragen we om foto’s van hun gezicht vanuit verschillende perspectieven. Die gebruikt het systeem om alle bekende pornowebsites af te speuren op gelijkenissen”, licht Sakuraba toe. „Zodra we iets gevonden hebben, bevestigen we dat bij de klant. Daarna verzoeken we de websites om de beelden te verwijderen, zo nodig via een advocaat.”
Gebruikers kunnen een maandelijks abonnement afsluiten voor het opsporen en verwijderen van ongewenste beelden. Dat kost omgerekend iets meer dan 20 euro per maand, en klanten kunnen gratis bellen met medewerkers voor verwijzingen naar juridische ondersteuning of slachtofferhulp.
Lees ook
Wat is er wél te doen tegen seksfakes? ‘Je kunt vanuit je verontwaardiging veel bereiken’
„We werken in veel opzichten als een non-profitorganisatie. Maar we hebben gekozen om commercieel te zijn omdat er weinig begrip is in Japan voor slachtoffers van wraakporno. Het was daarom moeilijk om financiële steun te krijgen van de overheid of bedrijven”, vertelt Sakuraba. „Ik ben dit bedrijf begonnen omdat een oud-collega van me, waar ik dol op was, slachtoffer werd van wraakporno. Ze was wanhopig maar kon nergens terecht”, vervolgt hij. „Toen dacht ik: als de overheid het niet doet, en niemand wil helpen, moet ik het maar doen.”
‘Geen kennis’
Ruim acht op de tien slachtoffers zijn vrouwen, maar het aantal mannen dat de dupe is van wraakporno neemt toe. „Wij krijgen met regelmaat telefoontjes en mails van jongens die nog op de middelbare school zitten. Zij zijn een makkelijk doelwit van criminele organisaties”, vertelt Sakuraba. „De eerstvolgende stap is dan afpersen.”
Toch betreffen de meeste zaken geen georganiseerde misdaad, maar zijn het (ex-)partners, schoolgenoten of collega’s die beelden van naasten delen. Of anonieme gebruikers die zonder toestemming beelden van sekswerkers verspreiden. „Ik dacht in eerste instantie dat het mijn eigen schuld was omdat ik zulk werk doe. Maar zelfs dan is het fout dat iemand dit doet zonder mijn toestemming”, zegt Saito.
In een poging seksuele misdrijven aan te pakken heeft de overheid in elke provincie een loket opgericht waar mensen terecht kunnen voor vragen. „Je kan hier slachtofferhulp krijgen en ze brengen je in contact met een specialist traumaverwerking”, vertelt Thyme-oprichter Urata. „De bedoeling is dat ze je ook helpen met aangifte doen, maar als het om digitale misdrijven gaat, hebben ze geen kennis in huis.”
Voor deze loketten en ook voor verschillende instanties, verzorgt Rights Tech trainingen en workshops. „We hebben zelfs een handboek gemaakt dat iedereen gratis via onze site kan downloaden” vertelt Sakuraba. „Het belangrijkste is dat zoveel mogelijk mensen hierover leren, dat is de enige manier om het probleem grondig aan te pakken.”
Lees ook
De profiteurs van wraakporno