Voor het eerst in jaren stijgt het aantal uitwonende studenten, maar wel heel traag

Voor het eerst in jaren is het aandeel Nederlandse uitwonende studenten in het hoger onderwijs weer voorzichtig aan het stijgen. Dat blijkt uit de donderdag verschenen Landelijke Monitor Studentenhuisvesting, die kenniscentrum Kences elk jaar publiceert. Afgelopen collegejaar woonde 46 procent van de Nederlandse hbo- en wo-studenten op kamers. In collegejaar 2022-2023 was dat 44 procent. Volgens Kences is de toename waarschijnlijk te wijten aan de herinvoering van de basisbeurs. Tussen 2015-2016 – toen de basisbeurs werd afgeschaft – en 2022-2023 daalde het aandeel uitwonende studenten van 53 naar 44 procent.

In totaal zijn 279.400 Nederlandse studenten in het hoger onderwijs (van de 613.800) uitwonend. Van de internationale studenten in Nederland is nagenoeg iedereen uitwonend: 125.400. Vorig jaar waren er nog 118.800 uitwonende internationale studenten. 334.400 (Nederlandse) studenten in het hoger onderwijs wonen nog thuis. 44 procent van hen zegt dat de betaalbaarheid van woonruimte de belangrijkste reden is om niet uit huis te gaan. 20 procent noemt de beschikbaarheid van de woonruimte als reden. 22 procent zegt geen behoefte te hebben uit huis te gaan.

Meer woningen

Het huisvestingstekort in de twintig grootste studentensteden lag afgelopen collegejaar iets lager dan het collegejaar ervoor. Afgelopen voorjaar werd het geschat op 23.100 woonruimten. 437.200 studenten in het hoger onderwijs zouden uitwonend willen zijn, terwijl 404.800 studenten dat daadwerkelijk zijn . De studentenwoningmarkt is het krapst in Amsterdam, Delft, Eindhoven, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, ’s-Hertogenbosch, Utrecht en Zwolle.

Het huisvestingstekort zal de komende jaren stijgen, maar waarschijnlijk minder dan eerder verwacht. Dat komt doordat er meer woningen worden bijgebouwd dan verwacht. Als het beschikbare aanbod van afgelopen collegejaar niet daalt, dan zal er in collegejaar 2031-2032 een tekort zijn van zo’n 42.000 woningen. Eerder schatte Kences dat op zo’n 57.000.

In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam betalen studenten het meest voor hun woonruimte: gemiddeld meer dan 600 euro per maand. In Amsterdam en Den Haag is de gemiddelde huur gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar: 630 euro. In Rotterdam steeg die van 625 naar 640. In Wageningen ligt de gemiddelde huur het laagst met 420 euro.

Verhuurplatform Kamernet kwam in een recente rapportage uit op veel hogere gemiddelde huurprijzen, zoals 951 euro voor een kamer in Amsterdam en 800 euro voor een kamer in Utrecht. Maar Kamernet keek alleen naar het eigen aanbod, Kences naar de gehele markt.

Kences schrijft de ambitie te hebben om mbo-studenten elk jaar „meer te integreren in de monitor”. 80 procent van de mbo’ers blijft tijdens de studie thuis wonen, blijkt uit de monitor van dit jaar. Dat komt doordat ze gemiddeld jonger zijn dan studenten in het hoger onderwijs en ze vaker een opleiding in de buurt van hun ouderlijk huis volgen. 70 procent van de uitwonende mbo-studenten geeft in de monitor aan in een eigen huur- of koopwoning te wonen, en 9 procent in een studentenwoning.


Lees ook

Er is weinig blijdschap op de eerste collegedag: ‘De bezuinigingen maken veel mensen onzeker’

Er werd maandag een alternatieve opening van het academisch jaar gehouden op het Domplein in Utrecht.