Serie over Laura H. had meer vraagtekens bij haar verhaal mogen zetten

Voor Laura H. was de hel allang begonnen voordat ze zich in 2015 met haar gezin in Syrië aansloot bij Islamitische Staat (IS). De zesdelige dramaserie over haar leven zet haar neer als een Surinaams-Nederlands meisje met een zware jeugd.

Ze heeft een doodziek broertje waardoor haar ouders haar niet veel aandacht geven. Als tiener is ze slachtoffer van een groepsverkrachting, wordt vervolgens op school uitgekotst als „slet” en woont in een tehuis voor tienermoeders. Omdat ze zo graag ergens bij wil horen, meet ze zich een nieuwe identiteit aan: die van de geadopteerde moslima Lamyae. Ze trouwt met een orthodoxe gelovige die haar mishandelt.

Alles om haar maar emotionele motieven te geven voor die merkwaardige daad. Die reis naar Syrië blijft onbegrijpelijk, maar dat is niet erg. Het is juist aantrekkelijk, zo’n ambivalent hoofdpersonage dat de hele tijd beslissingen neemt waardoor je tegen het tv-scherm wil schreeuwen: „doe dat nou niet!” Wie toch moeite heeft om met haar mee te gaan, kan altijd nog meeleven met haar vader, die zijn dochter verliest en probeert terug te krijgen.

In 2016 verscheen de Nederlandse vrouw Laura H. uit Leidschendam op de Koerdisch televisie en was meteen een bekendheid. Ze was met haar kinderen bij de grens aangetroffen door een Koerdische militie. Ze zei dat haar man haar had ontvoerd naar het kalifaat, dat ze nu was ontsnapt aan IS. Het Nederlandse OM geloofde haar verhaal niet, dacht dat ze was terugkomen om een aanslag te plegen. In 2017 werd zij veroordeeld voor medeplichtigheid aan IS-terreurdaden. In 2018 schreef journalist Thomas Rueb een boek over haar, waarop deze serie is gebaseerd.

Medeleven voor Syriëganger

Vooraf was er kritiek op de serie, bijvoorbeeld van Johan Derksen en Telegraaf-columnist Bart Nijman . Zij vinden het een schande dat de publieke omroep met zo’n serie medeleven kweekt voor een Syriëganger. Een serie hoeft natuurlijk geen hoofdpersoon van onbesproken gedrag te hebben. Enige tegenstrijdigheid is juist interessant. De serie van Kadir Ferati Balci en Flynn von Kleist is een spannende, gevoelvolle thriller met mooie hoofdrollen van Zoë Love Smith en Mike Reus. Maar de titel en de disclaimer „gebaseerd op waargebeurde feiten” schept wel aanvullende verplichtingen.

De makers gaan klakkeloos mee in Laura’s verhaal terwijl daar allerlei vraagtekens bij te zetten zijn; over haar redenen om zich bij IS aan te sluiten, over haar wonderbaarlijke ontsnapping, over haar gewoonte om te liegen. Hoe kan het dat ze vooraf bijvoorbeeld de onthoofdingsvideo’s van IS heeft genegeerd? Of juichte ze die toe? Politiek en religie komen nauwelijks aan bod in de serie. Ook de onnoemelijke gruweldaden van IS blijven buiten beeld. Laura vindt dat ze niets heeft misdaan, dat ze slachtoffer is. „Iedereen denkt dat ik een terrorist ben” zegt ze verongelijkt.

De makers verdedigden zich vooraf door te stellen dat de serie een onbetrouwbare verteller heeft – een gangbare stijlfiguur in de literatuur, maar lastiger in een serie: wat je laat zien, neemt de kijker als waarheid aan. Tenzij je duidelijk in beeld brengt dat dit een omstreden lezing van de feiten betreft.

Meer over IS, de slachtoffers en de impact van de terreur, en over wat Laura allemaal verzwijgt of wellicht verdraait, had de serie verrijkt. Of gewoon een andere titel nemen en de claim op waargebeurd laten varen, dan kun je verzinnen of overnemen wat je wil.