Een munitiedepot midden in het bevingsgebied? ‘Onmenselijk’

Cees Wildervanck (78) kijkt over het grote, ijzeren hek naar zijn eigen huis. Af en toe rijden er mensen langs, stoppen en draaien hun raampjes naar beneden, vragen hem hoe het gaat. Ook de bouwvakkers die in het huis werken, komen even naar buiten voor een praatje. In dit huis, in het buurtschap De Paauwen in Groningen, woont Wildervanck al veertig jaar. Maar nu verblijft hij met zijn partner Marja Verstoep (64) tot volgend jaar juli een paar kilometer verderop, in het dorp Overschild. Daar wonen ze in een ‘wisselwoning’, tot hun eigen huis is versterkt en de schade van de aardbevingen, die werden veroorzaakt door de gaswinning, is hersteld.

In juli kwamen Wildervanck en Verstoep erachter dat Defensie nabij Luddeweer, vlak bij hun huis, mogelijk een munitiedepot gaat bouwen. Zo ja, dan moet het stel alsnog hun huis verlaten. Het huis dat volgens Wildervanck „eindelijk wordt vertimmerd na meer dan twaalf jaar ellende en strijd met de overheid”.

Defensie begon in juli vorig jaar met het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. Het zoekt, zo staat op de website, „vanwege de veranderende veiligheidssituatie in de wereld” naar extra ruimte in Nederland om uit te breiden, voor onder meer kazernes, opslagplaatsen en oefenterreinen. Zo wil Defensie een grote locatie voor munitie-opslag van minimaal 70 hectare, of twee kleinere depots in Groningen, Friesland of Drenthe. Ook is Defensie op zoek naar een nieuwe plek om containers met munitie te plaatsen in het achterland van de Eemshaven. De uiteindelijke locatie(s) moet(en) in de buurt van de Eemshaven liggen, omdat defensie daar een vaste militaire plek heeft en munitie snel verscheept moet kunnen worden via de haven. Daar zijn volgens Defensie al afspraken over gemaakt met de NAVO.


Lees ook

Lees ook: Asielzoekers moeten wijken voor defensie: ‘We moeten kunnen afschrikken om een oorlog te voorkomen’

VVD-Kamerlid Silvio Erkens:  „Veel burgers hebben de houding van: niet in mijn achtertuin. Gezien de dreiging waarmee we te maken hebben, vind ik dat eigenlijk asociaal.” Op de foto is vliegbasis De Peel te zien.

Tumult

De provincie Groningen en de gemeente Midden-Groningen hebben al bij Defensie aangegeven de locaties in Luddeweer en Slochteren „niet acceptabel” te vinden, omdat ze nabij woongebieden liggen. Als alternatief hebben ze een oude gaswinningslocatie van de Nederlandse Aardolie Maatschappij bij Tjuchem aangewezen.

Defensie gaat onderzoeken of die locatie geschikt is. Eind dit jaar, of begin volgend jaar, maakt het bekend welke locatie(s) de voorkeur genieten.

Verstoep kwam achter de plannen dankzij een bericht op de website van de NOS, waarin stond dat in Groningen „vooralsnog weinig tumult” was over de uitbreidingsplannen van Defensie. Verstoep las dat en dacht: welke plannen? Ze besloot het uit te zoeken. Tot haar grote schrik stuitte ze op het plan voor een munitiedepot. Sindsdien heeft Wildervanck buurtgenoten, politici, bestuurders en ministers mails gestuurd om te proberen het plan tegen te houden. Buurtgenoot Floris Beenhakker (77) sloot zich aan. Ook hij moet zijn huis, dat na tien jaar wachten eindelijk is versterkt, waarschijnlijk verlaten als Defensie voor Luddeweer kiest.

Ze kunnen niet geloven dat Defensie uitgerekend deze locatie in het vizier heeft. „Dit is het hart van het aardbevingsgebied. Jarenlang hebben we een slopende strijd met de overheid moeten voeren om ons huis veilig te krijgen en dan worden we mogelijk alsnog ons huis uitgezet. Dat is buitengewoon cynisch”, zegt Wildervanck.

Cees Wildervanck (l) en Floris Beenhakker (r) aan tafel in de tijdelijke woning van Wildervanck.
Foto’s Dieuwertje Bravenboer

„Het ene ministerie, van Binnenlandse Zaken, bouwt op wat hier is kapotgemaakt; het andere ministerie, van Defensie, bedenkt dat munitiedepot. Communiceren die mensen dan helemaal niet met elkaar?”, vraagt Verstoep zich af.

Onzekerheid

De drie vertellen in de woonkamer van de kleine wisselwoning van Wildervanck en Verstoep over het uitputtende proces om hun huizen versterkt te krijgen en hoe onzeker ze worden van de plannen voor het depot. Beenhakker en Wildervanck zitten aan tafel, Verstoep zit op de bank. Ze is „helemaal stuk” van het plan. „De schade aan je huis en het versterkingstraject beheersen zo ontzettend je leven. Het is je huis, het is je bestaan. Nu dreigen we dat kwijt te raken.”

Wildervanck: „Je denkt dat het einde in zicht is nu het huis eindelijk wordt aangepakt. Nou, vergeet het maar.”

Beenhakker: „De versterking tast je leven enorm aan. Je moet tijdelijk naar een wisselwoning.”

Verstoep: „Onzekerheid.”

Beenhakker: „Dan zeggen ze straks: u mag wéér weggaan.”

Verstoep: „Móét weggaan.”

Beenhakker: „Die dreiging kun je de mensen hier niet meer aandoen.”

Presentatie

Beenhakker zegt het stellig: een munitiedepot midden in het aardbevingsgebied, is onmenselijk. „Als overheid moet je ook zorg dragen voor inwoners. Mensen die al jarenlang bezig zijn met een versterking, of die net klaar hebben, vertellen dat ze over twee jaar weer moeten vertrekken, ditmaal definitief? Wat doe je ze aan?”

De woning van Wildervanck die op dit moment wordt verstevigd.
Foto’s Dieuwertje Bravenboer

Het steekt ze ook dat ze niet geïnformeerd werden over de plannen. Niet door Defensie, niet door de gemeente, niet door de provincie. „De eerste stukken die ik van Defensie heb gevonden, stammen uit december vorig jaar. In februari had de provincie al gereageerd, in mei de gemeente. Maar we ontdekten dit pas halverwege juli. Niemand heeft de moeite genomen ons te informeren”, zegt Wildervanck. Daardoor hebben ze de informatiebijeenkomst gemist die Defensie begin juli in Winsum organiseerde over de uitbreidingsplannen. „Daar werd duidelijk dat het ook om ons ging. Defensie had nota bene in die presentatie het aantal getroffen huizen geturfd”, zegt Verstoep.

Wildervanck: „Het gaat om mogelijk 560 woningen. Dat is nogal wat.”

Brief

Wat is het rapport van de parlementaire enquête over de gaswinning in Groningen – waarbij werd vastgesteld dat Nederland een ereschuld aan Groningen heeft – en de daaropvolgende kabinetsreactie met maatregelen voor een Nij Begun (nieuw begin) waard, als Defensie tegelijkertijd dit soort plannen heeft? vraagt Beenhakker zich af.

In een brief aan de Tweede Kamer zegt Defensie „de terechte gevoeligheid en zorgen die leven in dit gebied” te begrijpen. „Er is grote zorg dat na alle eerdere problematiek nu mogelijk huizen moeten worden gesloopt voor een munitieopslag.” Defensie organiseert binnenkort een extra informatiebijeenkomst voor mensen die in de buurt van Luddeweer, Slochteren of Tjuchem wonen.

Mogelijke locaties voor munitiedepots

Dat Defensie moet uitbreiden, begrijpt Beenhakker wel. „Er zijn dreigingen in de wereld, de NAVO stelt eisen. Defensie moet wat doen. Maar waarom hier? Iedereen zegt not in my backyard, maar dat gaat hier niet op. We hebben al zo veel gehad. Het is onevenredig. Zoek een andere plek en laat ons met rust.”