Mannen geloofden alleen maar in haar schoonheid

De vrouw van… de torpedojagerJosephine Rombouts schrijft over onderbelichte prestaties van opmerkelijke vrouwen. Deze week: de uitvinder van een torpedobesturingssysteem.

Hedy Lamarr in The Heavenly Body (1944)
Hedy Lamarr in The Heavenly Body (1944)

Foto Donaldson Collection/Getty Images

‘Behind every succesful woman is a man…” Ik stopte met lezen van het citaat dat in grote letters op de muur was geschilderd want er kwam een vrouw aanlopen die vroeg of ze me ergens mee kon helpen.

„Ja, deze planten graag en ik zoek een beetje stevige schoffel.”

„Onze tuingereedschappen staan hier, volgt u me maar.”

Het was toch eigenlijk ‘achter iedere succesvolle man’?, dacht ik, terwijl ik haar volgde. Dit tuincentrum was me door al mijn buren aangeraden toen ik zei dat ik mijn tuin ging aanpakken: „Het is even een stukje rijden maar dan heb je van alles het beste. Het zit naast de garage van MacFarlane, de kwekerij is van mevrouw MacFarlane.”

„Spear and Jackson is een robuust merk”, wees ze me. Ik keek haar na toen ze terugliep naar de toonbank. Tussen de varens en hangplanten door zocht ik naar de grote letters die de hele achterwand van de winkel domineerden om de rest te lezen:

„Behind every succesful woman is a man who didn’t believe she could do it.”

Nou, Mrs MacFarlane, maak van je hart geen moordkuil. Nieuwsgierig keek ik naar de vrouw die onder dit citaat zat. Ze zag er heel bescheiden uit, klein, tenger, haar grijzende haar in een knot, een khaki werkblouse die meer functioneel was dan charmant. Ik berispte mezelf met een citaat van Hedy Lamarr:

„Any girl can be glamorous, all you have to do is stand still and look stupid.”

D eze vrouw was niet bezig met de snit van haar blouses maar met het runnen van het grootste tuincentrum van de regio. En blijkbaar op eigen houtje.

„Dat was het? Sorry voor de rommel, de administratie kost zoveel tijd.” Ze schoof een stapel papieren opzij en begon snel en vaardig mijn plantjes en gereedschap in te voeren.

Had haar man er niet in geloofd of was hij actief tegen geweest? En wat vond hij ervan dat ze dat op de muur had geschreven?

Weer dacht ik aan Hedy Lamarr. Een beetje raar, want als er iets niet glamorous was, was het dit uitstapje naar het tuincentrum op een winderige Schotse heuvel een stuk buiten de stad. Maar de avond ervoor had ik een documentaire gezien over de mooiste vrouw van het witte doek en uitvinder van een voorloper van wifi: ‘Bombshell’. Seksbom en uitvinder van een torpedobesturingssysteem. Tijdens het kijken had ik me verbaasd over hoeveel grote mannen er achter Lamarrs succes hadden gestaan. En haar succes hadden genegeerd.

„Die zijn mooi hè, zonnehoedjes, ze houden niet van te veel vocht. En twee zakken compostgrond?” De vrouw wier man niet had geloofd dat ze het kon, gaf me de bon.

„Dank. Ik kom zo terug om de aarde halen.”

Vanaf het parkeerterrein waar ik mijn plantjes in de auto laadde, had ik een goed zicht op het witgekalkte woonhuis van de MacFarlanes. Omzoomd door een klein grasveldje stond het midden in de bedrijvigheid: links strekte de garage zich uit in grimmige noodzakelijkheid van ijzeren loodsen en rode hefbruggen, rechts een houten gebouwtje met fleurige banieren en rijen bloeiende planten en boompjes. Links hij, rechts zij. Net een illustratie uit Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus.

Lamarr had net tussen Mars en Venus ingezeten. Haar vader was bankier, haar moeder pianiste en ze groeide op in een gegoed Joods milieu in het Wenen van begin twintigste eeuw. Ze was gefascineerd door techniek en ze was bloedmooi. Regisseur Max Reinhardt geloofde in haar schoonheid en haalde haar over om aan zijn toneelschool te komen studeren. Daarna zag de Tsjechische regisseur in haar de lang gezochte hoofdrolspeelster voor Extase. Met deze avant-gardefilm won Gustav Machatý op het Filmfestival van Venetië in 1934 de lauwerkrans van beste regie en had Lamarr de eer om de eerste vrouw te zijn die naakt door het beeld rent en close-up een orgasme krijgt.

Nu alleen nog de twee zakken compost ophalen en ik was klaar.

De patenttekening van Hedy Lamarrs Frequency-Hopping Spread Spectrum uit 1942. FOTO ANP

Vanaf het trapje voor de winkel heb je een goed zicht op het garageterrein. Vader en drie zoons hebben de leiding; rustige, laconieke mannen met altijd tijd voor een grap of een praatje. Had mevrouw MacFarlane voor of na de drie zoons behoefte gekregen aan haar eigen bedrijf? En wie maakte de lunch voor wie?

Het grootste deel van Lamarrs levensverhaal klinkt als een meer dan gemiddeld vergezocht Hollywood-verhaal. En nog wat moeilijker voorstelbaar als je met je armen vol planten staat te proberen je auto open te klikken met de handige afstandsbediening die alleen maar handig is als het batterijtje niet bijna op is. Lamarr trouwde met een wapenproducent die in haar geloofde als waardevolle aanvulling op zijn feesten en partijen, waar hij netwerkte met alle grootmachten van Midden-Europa. Hitler kwam niet, Mussolini wel. Een spannende rol voor een echtpaar van wie zowel de man als de vrouw een Joodse achtergrond had. Lamarr vluchtte in 1937 van haar tirannieke echtgenoot en de dreiging van de oorlog. In Londen ontmoette ze Louis B. Mayer van MGM Studios die daar was om gevluchte Europese acteurs te onderscheppen en ze voor een zacht prijsje voor een contract te strikken. Lamarr vond zijn bod te laag en liep het hotel uit. Ze geloofde in elk geval in zichzelf.

Ze verkocht haar laatste juwelen en bemachtigde een plaatsje op de boot waarmee Mayer terugging maar Amerika. Om hem de gelegenheid te geven te zien welk effect ze op een zaal had, wandelde ze in een haute couture-jurk de eetzaal van het schip binnen. Hij bood haar drie keer het bedrag en toen tekende ze haar contract.

Genoeg mannen die daarna in haar geloofden als exotische schone met weinig tekst. Niet voor Casablanca, wel voor White Cargo waarin ze een nymfomane speelt die mannen ten val brengt. Terwijl ze overdag in bikini voor de camera’s dwaalde, was ze ’s nachts bezig met het uitdenken van een systeem van frequentieverspringing dat moest voorkomen dat Duitse U-boten de torpedo’s van de geallieerden uit hun baan zouden brengen. De componist Georg Antheil ontwierp een machine voor dit frequentieverspringen en ze kregen er patent voor. De Amerikaanse marine vond het apparaat te groot en zag er geen toepassing voor. Ze vroegen Lamarr om te dansen voor de troepen. A man who didn’t believe she could do it.

Twintig jaar later, tijdens de Cuba-crisis, was er iemand die de mogelijkheden van het concept begreep. Lamarrs uitvinding vormt de basis voor de ontwikkeling van draadlozecommunicatie-techniek zoals wifi, bluetooth en gps.

„Moet ik ze voor je dragen?”

„Nee.” Dat zou wat zijn, mevrouw MacFarlane was een hoofd kleiner dan ik. „Nee, het gaat zo wel.” Ik aarzelde even, knikte toen naar de tekst boven haar hoofd en vroeg: „Was het zo’n strijd?”

Ze volgde mijn blik, draaide zich toen weer naar mij, een lach in haar ogen:

„Ach, soms moeten ze wat overtuigd worden.” Ik droeg mijn zakken aarde naar de auto en reed de oprijlaan af. Langs het bord: MacFarlane & MacFarlane: Garage and Garden centre.