Is de Nederlandse drinkwatervoorziening in gevaar door Duitse PFAS-lozingen?

Nederlandse drinkwaterbedrijven roepen de Duitse minister van Milieu Steffi Lemke op om te stoppen met PFAS-lozingen in de Rijn. De Vereniging van Rivierwaterbedrijven, RIWA-Rijn, vraagt in een brandbrief om grenzen te stellen. De PFAS-concentraties zijn veel te hoog en Nederland heeft daar last van, aldus RIWA-Rijn. Vijf vragen.

1 Wat is er aan de hand?

Duitse chemiebedrijven lozen vervuild industriewater met hoge concentraties PFAS in de Rijn, veel hoger dan de advieswaarde die het RIVM hanteert. In Nederland zijn vijf miljoen mensen afhankelijk van drinkwater uit de Rijn. In 2023 werden concentraties gemeten die drie tot vier keer hoger liggen dan de door het RIVM geadviseerde waarde, zo blijkt uit het jaarrapport van RIWA-Rijn. PFAS is een verzameling chemische stoffen, door de mens gemaakt, die niet of nauwelijks afbreekbaar zijn en in hoge concentraties kunnen leiden tot gezondheidsschade. RIWA-Rijn trekt aan de bel omdat de Nederlandse drinkwaterbedrijven hierdoor meer moeten doen om de drinkwaterkwaliteit goed te houden.

2 Waarom kunnen Duitse bedrijven het vervuild water lozen?

Het korte antwoord: Duitsland handhaaft de eigen wetgeving niet. En ook de Europese wetgeving niet. Ook levert de federale overheid geen inspanning om de, vaak wel in vergunningen vastgelegde maximale lozingswaarden, na te leven. Bovendien wordt Nederland er niet actief over geïnformeerd. Pas na een grote brand in 2021 bij het Duitse afvalbedrijf Currenta in Leverkussen kwam RIWA-Rijn er na eigen onderzoek achter dat de PFAS-concentraties veel te hoog waren, zegt directeur Gerard Stroomberg telefonisch. „We hebben toen onmiddellijk contact gezocht met de Duitse autoriteiten. Zij antwoordden dat er in de vergunning wel eisen aan de bedrijven worden gesteld, maar dat die niet wettelijk konden worden afgedwongen.” Dat is cru, zeker omdat Duitsland, samen met Nederland, Denemarken, Zweden en Noorwegen, initiatiefnemer is van een Europees PFAS-verbod – dat waarschijnlijk nog jaren op zich laat wachten.

Stroomberg noemt de opstelling van Duitsland „apart”. In december kreeg het Nederlandse chemiebedrijf Chemours nog een dwangsom van 125 duizend euro opgelegd, per keer dat er een bepaalde PFAS zou worden aangetroffen in het lozingswater. De fabriek besloot toen een deel van de werkzaamheden tijdelijk stil te leggen. „Het bewijst de effectiviteit van handhaving.”

3 Bestaan er ook in Duitsland zorgen over de PFAS-lozingen?

Ja, zegt RIW-directeur Stroomberg. Maar de zorgen leven niet heel breed. „De Duitse milieubeweging maakt zich al langer zorgen. Wij zijn door hen ook geïnformeerd over Currenta.” Maar echt gehoor, bij mensen die er ook iets tegen kunnen doen, vond RIWA-Rijn niet. Wat ook speelt is dat de normen in Duitsland anders zijn. Het RIVM adviseert een maximum van 4,4 nanogram PFAS per liter water. Een norm die – nog – niet wettelijk is vastgelegd. „In Duitsland wordt nu nagedacht over maximaal 20 nanogram PFAS per liter”, zegt Stroomberg. „Met die bril op zie je een veel kleiner probleem dan dat Nederland ziet.” Ter nuancering: ook in Nederland worden de schadelijke effecten van PFAS pas sinds kort onderkend. Stroomberg: „Jarenlang dachten wij zelf dat 100 nanogram per liter veilig was.”


Lees ook

PFAS in zeeschuim: een onzeker gevaar dat goed is te vermijden

Grote vlokken gelig zeeschuim op het strand bij Callantsoog, eerder dit jaar. Foto Anita Pantus

4 Heeft Nederland een PFAS-probleem door deze vervuilde lozingen uit Duitsland? Of ligt de oorzaak ook in Nederland?

De grootste hoeveelheid PFAS in de Rijn komt uit Duitsland. „We hebben wel ‘last’ van Chemours, maar dat ligt benedenstrooms, waardoor het vervuilde water veel minder door de drinkwaterbedrijven wordt gebruikt”, zegt Stroomberg. „Maar Nederland voegt als het gaat om PFAS zelf niet veel toe.”

Regio waar de Duitse PFAS-lozingen vandaan komen

5 Gaan Nederlandse burgers hier last van krijgen?

Stroomberg verwacht het niet. Drinkwaterbedrijven zijn gebonden aan wettelijke eisen en daar zullen zij aan blijven voldoen, zegt de RIWA-Rijn directeur. Wel zal zuivering duurder worden als bedrijven een grotere inspanning moeten leveren, kosten die doorberekend worden aan de consument. Dat heeft niet alleen met PFAS te maken. In het jaarrapport waarschuwen de drinkwaterbedrijven ook voor het stijgende aantal andere schadelijke stoffen dat wordt aangetroffen in de Rijn, waaronder vooral medicijnresten. Om dat te verbeteren zijn eerst rioolzuiveringsbedrijven aan zet.

Stroomberg wijst erop dat het gaat om een „oplosbaar probleem”. „Om in de hele Rijn een concentratie van een bepaalde stof te meten van 1 nanogram per liter, moet je van die stof 63 kilo per jaar in de Rijn lozen. Zo bekeken is dat niet veel, daar zou gemakkelijk wat aan te doen moeten zijn. Het is nu aan de politiek om grenzen te stellen.”