Hij werd gezocht door Interpol, verdacht door het Strafhof in Den Haag en onderzocht door justitie in Sicilië – maar schutters in de Libische hoofdstad Tripoli kregen Abdulrahman al-Milad, bijgenaamd ‘Bija’, zondag eerder te pakken. Heel wat vragen over de precieze rol die hij in 2017 speelde bij de migratiedeal tussen Libië en Italië, dreigen nu onbeantwoord te blijven.
Al-Milad was een topman van de Libische marine, die de facto als de kustwacht optreedt, gevestigd in de westelijke stad Zawiya. Tegelijkertijd was hij al jaren actief als een smokkelaar in olie, wapens en drugs, en een mensenhandelaar die niet terugdeinsde voor folterpraktijken.
Bija werd zondag doodgeschoten in een terreinwagen met chauffeur, buiten de marine-academie in Tripoli waarvan hij de leiding had. Want ondanks zijn kwalijke reputatie en betrokkenheid bij grove mensenrechtenschendingen werd Bija, na een halfjaar in de gevangenis, gewoon in ere hersteld. Zijn dood, die nog niet werd opgeëist, is mogelijk bedoeld als signaal aan andere mensensmokkelaars om niet te inhalig te worden, of kan wijzen op vers opflakkerend geweld tussen de maffiose bendes die zich in Libië met mensenhandel bezighouden.
Sinds de val van dictator Moammar Gaddafi in 2011, wordt Libië bestuurd door twee rivaliserende regeringen, die elk door afzonderlijke milities worden gesteund. Al jaren geldt Libië ook als een belangrijk transitland voor vluchtelingen en migranten, die de Middellandse Zee proberen over te steken naar Europa. Milities, waaronder die van Bija, verrijken zich ten koste van wanhopige mensen, die zij uit zee vissen, in detentiekampen opsluiten, en via foltering en misbruik voor de tweede keer geld voor de overtocht aftroggelen. Kustwacht en mensensmokkelmilities spelen vaak onder één hoedje.
Mensenhandel
In juni 2018 stelde de VN-Veiligheidsraad sancties in tegen Bija en vijf andere leiders van criminele netwerken, op verdenking van mensenhandel. Volgens VN-experts waren al-Milad en andere leden van de Libische kustwacht „rechtstreeks betrokken bij het laten zinken van migrantenschepen met vuurwapens.”
Een jaar eerder sloot Italië onder een centrumlinks bestuur een zeer controversieel migratieakkoord met Libië. De Libische kustwacht kreeg extra middelen, training en materiaal om bootmigratie naar Italië sterk af te remmen. En dit terwijl de kustwacht ook toen al samenspande met mensensmokkelaars, en het geregeld – zoals Bija – zelfs dezelfde mensen betrof.
De Libische autoriteiten werkten niet mee met sancties tegen al-Milad
De Italiaanse katholieke krant Avvenire bracht in 2019 met foto’s aan het licht dat Bija in 2017 in Italië was om deel te nemen aan gesprekken over migratiebeheer. Hij bezocht onder meer een asielcentrum op Sicilië en de kustwacht in Rome. Zijn gitzwarte reputatie was toen al bekend, ook bij het Italiaanse ministerie van Landsverdediging. Desondanks nam hij in Italië deel aan officiële bijeenkomsten met VN-agentschappen en vertegenwoordigers van de Italiaanse overheid.
„Tijdens dat bezoek bereikte een recordaantal boten nog de Italiaanse kust”, zegt Nello Scavo, de journalist van Avvenire, die als eerste berichtte over Bija’s bezoek aan Italië. „Nadien dook het aantal aankomsten vanuit Zawiya, een stad die onder zijn controle stond, naar beneden.” Het fijne van Bija’s Italiaanse reis is zeven jaar en ettelijke parlementaire vragen later nog steeds niet bekend, zegt Scavo, die wegens bedreigingen van de Libische georganiseerde misdaad onder politiebescherming staat.
Banden met folteraars
Bija, herinnert de journalist, was niet zomaar een hooggeplaatst lid van de Libische marine die ook aan mensenhandel deed. „Hij had banden met drie folteraars die op Sicilië zijn gearresteerd en al in twee procesgangen zijn veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf.” Volgens het Siciliaanse openbaar ministerie werkten de drie in dienst van Bija en van zijn neef Osama al-Kuni. Ze martelden sommige vluchtelingen zelfs dood.
In september 2023 onderstreepte het rapport van de VN-experts over Libië nogmaals de politiek-criminele rol van al-Milad, tegen wie de Veiligheidsraad als sancties een reisverbod en een bevriezing van zijn tegoeden had ingesteld. De Libische autoriteiten werkten niet alleen niet mee, maar betaalden hem nog een militair salaris uit, waardoor ze de VN-sancties dus schonden.
Recent werd hij nog gefotografeerd in uniform op een door Italië geschonken patrouilleboot. Zijn neef Osama al-Kuni valt nog steeds onder het ‘departement tegen illegale immigratie’ van Tripoli, met de rol en het loon van directeur van enkele detentiecentra waar volgens de VN „onnoemelijke gruwelen” plaatsvinden.