Geert Wilders mag van de rechter blijven zitten, maar hij wil staan en drukt op een knop waardoor zijn tafel omhooggaat. Alsof hij in de Tweede Kamer achter de katheder staat, in de grote debatzaal. Maar deze maandagochtend staat hij in zaal C van de extra beveiligde rechtbank naast Schiphol. Hij maakt gebruik van zijn spreekrecht als slachtoffer van een lange rij doodsbedreigingen door een religieus leider uit Pakistan, Muhammed Ashraf Jalali. Hij beschrijft heel precies hoe het leven van hem en zijn vrouw eruitziet onder de voortdurende dreiging. Elke dag wordt hij wakker, zegt hij, met het besef dat het zijn laatste dag kan zijn. „Soms word je er knettergek van.”
De rechter heeft dan al tweet na tweet voorgelezen van Jalali, die zijn volgelingen in fatwa’s heeft opgeroepen om Wilders te vermoorden. Zijn keel moest worden doorgesneden, hij moest worden opgehangen „aan de nek”. De rechter beschrijft ook de video’s van Jalali, die vindt dat Wilders wegens „godslastering” aan Pakistan moet worden overgedragen om daar „publiekelijk” te worden terechtgesteld. „Wie de eer van de profeet aantast, moet worden onthoofd”, zegt Jalali in een van die video’s.
Jalali is niet komen opdagen in de rechtszaal en laat zich ook niet vertegenwoordigen door een advocaat. De officier van justitie heeft van alles geprobeerd, zegt hij in de rechtbank, maar kreeg hem niet naar Nederland, dat geen uitleveringsverdrag heeft met Pakistan. Wilders kan dus geen verdachte aankijken als hij schetst wat de gevolgen zijn van de doodsbedreigingen.
Lees ook
In Pakistan is blasfemie een zaak van leven of dood – ook voor de oud-cricketer die Geert Wilders wilde laten vermoorden
Plaksnorren en pruiken
Er zijn wel camera’s in de zaal, van NOS en RTL en ook van het internationale persbureau AFP. Het is in oktober twintig jaar geleden dat Wilders onder strenge beveiliging werd geplaatst. „Twintig jaar is een hele lange tijd, weet u. Ik ben nu zestig, ik ben sinds mijn veertigste onvrij.” In die jaren heeft Wilders „in safehouses, gevangenissen, kazernes en politiebureaus” gewoond. Hij vertelt de rechters dat hij „plaksnorren en pruiken” heeft gedragen om onherkenbaar te zijn. Als zijn vrouw en hij Kerst vierden in Hongarije, „dan vlogen we met beveiligers in een verder leeg vrachttoestel van de Koninklijke Luchtmacht”.
Wilders beschrijft dat alles in zijn leven moet worden „gepland, gepland, gepland”. Als hij zijn huwelijksdag viert, „of als je rouwt bij de begrafenis van je moeder”, hij is „nooit, maar dan ook nooit alleen”. Hij zegt ook dat hij soms een week lang niet weet wat voor weer het is, omdat hij de buitenlucht bijna nooit ziet, en in verkiezingscampagnes nooit echt met kiezers kan praten. Als je wordt beveiligd, legt hij uit, moet je „in beweging blijven” om geen doelwit te zijn.
Als mensen ook maar één keer achter hun oor krabben voordat ze weer gaan bedreigen, is dat al winst
In 2022 had hij zo’n duizend keer aangifte gedaan wegens doodsbedreigingen, maar vanaf die tijd was hij het gaan „afbouwen”, zegt hij. „Niet omdat die bedreigingen niet meer komen, want ze komen nog iedere dag, maar omdat het er zoveel zijn dat ik anders niet meer aan mijn werk toekom.”
„Je probeert het te relativeren”, zegt hij ook, „want je moet dóór. Maar dat lukt je natuurlijk niet altijd. Want je bent ook maar een mens van vlees en bloed.” Wilders praat vijftien minuten en verheft zijn stem niet één keer. Hij praat beheerst, maar ziet er gespannen uit.
‘Stevige eis’
In 2018 organiseerde Wilders een wedstrijd van cartoons over de profeet Mohammed. Dat leidde wereldwijd tot demonstraties, vooral in Pakistan. En tot veel extra doodsbedreigingen tegen Wilders, aangewakkerd door de religieuze leider Jalali tegen wie de officier van justitie op maandag aan het eind van de ochtend veertien jaar gevangenisstraf eist. Wilders zegt tegen de rechter dat hij blij is „met deze stevige eis”. „Al kan het voor mij persoonlijk niet zo snel lang genoeg zijn.”
’s Middags is er nóg een rechtszaak waar Wilders spreekt, tegen nóg een Pakistaanse verdachte die er niet is: Saad Hussain Rizvi, leider van een politieke partij. Ook hij had opgeroepen tot het vermoorden van Wilders, na de cartoonwedstrijd van 2018 – die uiteindelijk niet was doorgegaan. De PVV-leider had tegen Rizvi twee keer aangifte gedaan. In de rechtszaal citeert Wilders Rizvi, die hem „een varken” had genoemd. Hij had moslims in Nederland „direct aangesproken” om Wilders om te brengen. „Ik heb daar een niet te beschrijven last van. Zijn aanhang is ontzettend groot, veel groter nog dan die van Jalali. Het heeft tot duizenden, zo niet tienduizenden walgelijke bedreigingen geleid. Soms honderden per uur.”
Wilders vraagt de rechter om Rizvi „niet weg te laten komen met zijn gedrag”, om niet „het signaal af te geven dat ik vogelvrij ben”. „Als mensen ook maar één keer achter hun oor krabben voordat ze weer gaan bedreigen, is dat al winst.” De officier van justitie eist tegen Rizvi, die hij „een invloedrijk politicus” noemt, zes jaar gevangenisstraf.
De rechtbank doet naar verwachting uitspraak op maandag 9 september. Wilders noemt de twee verdachten na afloop „grote jongens” en als ze worden veroordeeld, verwacht hij dat het kabinet-Schoof „tot het uiterste” zal gaan om hen uitgeleverd of in de gevangenis in Pakistan te krijgen. „Het zal niet makkelijk zijn.”
Lees ook
Bedreiger van Wilders bij verstek veroordeeld tot twaalf jaar cel