Collegevoorzitter Universiteit Maastricht: ‘Rem op internationalisering? Onze buitenlandse medewerkers hebben nu al het gevoel er steeds minder bij te horen’

Pessimisme ligt niet in de aard van Rianne Letschert, voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Maastricht (UM). Liever dan in het schetsen van donkere scenario’s zoekt ze het in de kracht van overtuiging. Ook nu zal ze weer vol vuur uitleggen waarom de UM doet wat ze doet.

Pas na enig doorvragen toont Letschert, tevens hoogleraar internationaal recht en victimologie, zich van een zorgelijker kant. „Als allerlei voor ons negatieve beleidsaanpassingen doorgaan, kan het moment komen dat de levensvatbaarheid van de UM In het geding komt.”


Lees ook

1 miljard euro minder? Universiteiten houden rekening met het zwartste scenario

Studenten en docenten van universiteiten en hogescholen protesteerden op zaterdag 22 juni in Utrecht tegen de bezuinigingen op hoger onderwijs en onderzoek.

Het meest in het oog lopend zijn de voornemens om de internationalisering van het hoger onderwijs af te remmen. Geen Nederlandse universiteit kent zulke hoge percentages als de UM: ruim 50 procent van de wetenschappelijke medewerkers en bijna 60 procent van de studenten komt van over de grens, deels uit het nabije buitenland. Letschert: „In het wetsvoorstel Internationalisering in Balans is dit voorjaar meer ruimte gekomen voor maatwerk: meer aandacht voor demografische krimp, voor tekortsectoren op de arbeidsmarkt en voor grensligging. Het is nu afwachten wat minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) en het nieuwe kabinet daarmee bij de uitwerking van hun beleid gaan doen.”

Dit is niet de enige donkere wolk die de universiteit in Limburg en andere onderwijsinstellingen bedreigt, volgens Letschert. „De miljarden euro’s voor innovatie uit het Nationaal Groeifonds en bezuinigingen op andere onderzoeksmiddelen. En het dreigt voor mensen van elders minder aantrekkelijk te worden om hier te komen wonen en werken.”

In de medezeggenschapsraad van de UM klinken nu al geregeld zorgen van buitenlandse medewerkers die al hier zijn, vertelt Letschert. „Ze hebben het gevoel dat ze er steeds minder bij horen. En wat gaat de toekomst brengen? Kunnen ze nog binnen een redelijke termijn Nederlander worden? Lukt het ze om snel genoeg Nederlands te leren op academisch niveau en zijn daar wel voldoende docenten voor?”

Of het nu al veranderde opinieklimaat en de maatregelen die boven de markt hangen al hun effect hebben op de studentenaantallen in Maastricht, wordt duidelijk als half september de cijfers over het aantal aanmeldingen voor dit studiejaar duidelijk worden. Vorige week meldde dagblad De Limburger dat bij Maastricht Housing, waar kamerzoekende studenten zich inschrijven, een terugloop met 10 procent zichtbaar is.

Uitkeringen

Zo’n daling van het aantal studenten kan ook consequenties hebben voor de grootte van het medewerkersbestand. Dat zorgt dan niet alleen voor een kleinere universiteit en gedwongen aangepaste ambities. „In geval van gedwongen ontslagen zijn we als universiteiten eigenrisicodrager voor de WW-uitkeringen.” Dat zadelt UM op met lasten waarmee bij in begrotingen opgenomen reserves nooit rekening is gehouden.

Niet alleen de UM loopt risico, waarschuwt Letschert. Dat geldt volgens haar ook voor de toekomst van Limburgs „noodzakelijke innovatiekracht”. Terwijl onderzoekers van de Raad voor de Leefomgeving en de Infrastructuur, de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving in het anderhalf jaar geleden verschenen rapport ‘Elke Regio telt!’ juist concludeerden dat streken aan de rand van het land worden achtergesteld en recht hebben op extra overheidsinvesteringen. „Met het academisch ziekenhuis van Maastricht zijn we de grootste werkgever van Limburg. We hebben nauwe samenwerking met universiteiten in Eindhoven, Leuven en Aken. Met het wegtrekken van het steentje van de UM dreigt een heel bouwwerk in elkaar te storten. „Kennelijk is men in Den Haag ook vergeten uit welke ellendige situatie Limburg zich sinds de tweede helft van de jaren zestig en de eerste helft van de jaren zeventig van de vorige eeuw omhoog heeft weten te worstelen.”

Eigen smoel

Letschert zou graag meer consistentie zien in het hogeronderwijsbeleid: „Toen 48 jaar geleden na de sluiting van de steenkolenmijnen het besluit viel om een universiteit te stichten in het diepste puntje van Nederland was al duidelijk dat die alleen levensvatbaar zou zijn wanneer het nabije buitenland erbij betrokken werd. Veel Nederlandse studenten hadden al prachtige universiteiten dichtbij. Dat studenten van net over de grens de UM zouden vinden was voorspelbaar. Het belang van een eigen smoel werd ook benadrukt door een adviescommissie onder leiding van Cees Veerman in 2010: zorg dat veertien universiteiten niet veertien keer ongeveer hetzelfde aanbieden. Dat eigen gezicht is hier een Europese universiteit met een regionale verantwoordelijkheid.”

Twee jaar geleden maakte de toenmalige Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf bovendien nog miljoenen euro’s vrij om universitair docenten een vast contract te kunnen bieden. „Zodat ze niet jaren in onzekerheid blijven. En dan zou je nu zo ingrijpen dat er misschien weer de nodige mensen uit moeten. De kans is gering dat je in zo’n negatieve situatie ander grote talenten uit het buitenland vasthoudt. Die kijken scherp naar een innovatief en op ontwikkeling gericht onderzoeks- en onderwijsklimaat. Als dat aanzienlijk verslechtert, kiezen ze voor elders. En daar zien ze hen graag komen.”


Lees ook

Robbert Dijkgraaf: ‘Ik voel me een cartoonfiguurtje dat over de afgrond rent en op een gegeven moment naar beneden kijkt’

Robbert Dijkgraaf: ‘Zei ik al dat ik morele bezwaren heb om samen te werken met extreemrechts?’