Ruim een jaar geleden werd Rick van Malssen nog uitgelachen door een boswachter die werkzaam was in de provincie Utrecht. Van Malssen waarschuwde hem voor wolven die via loslopende honden zouden gaan wennen aan mensen.
„Doe dat losloopgebied even in de ban zolang er daar wolven actief zijn”, schreef Van Malssen over de omgeving van Austerlitz. „Wolven dulden geen rondzwervende honden in hun leefgebied.” Het antwoord dat hij terugkreeg luidde: „De beste stuurlui staan aan wal.”
Inmiddels weten we hoe het is afgelopen. Eén hond verdween van de radar, en een meisje werd omvergeduwd. Bij Austerlitz kun je ondertussen nog altijd gewoon je hond loslaten en is het wachten op de volgende confrontatie.
Van Malssen is wolvenecoloog. Hij houdt zich al bijna dertig jaar met deze dieren bezig. In Zweden, waar hij jarenlang woonde, was hij vanuit de roofdiervereniging verantwoordelijk voor de wolfwerende omheiningen in de provincie Västra Götaland. Er gold een landelijk beleid waar veel dierhouders gebruik van maakten. De overheid zorgde voor begeleiding en subsidies. Het was de taak van Van Malssen erop toe te zien dat die omheiningen goed werden neergezet.
Er leefden in die zuidwesthoek van Zweden zo’n vijf roedels en er zijn er in al die jaren in heel Zweden maar twee of drie door correcte rasters heengegaan, maar niet bij die van Van Malssen. „Waarschijnlijk was er op die plaatsen iets met de stroom aan de hand. Wolven voelen het. Ze voelen of er spanning op de draden staat.”
Anderhalve meter stenen
Toen de wolf zich in Nederland meldde besloot Van Malssen terug te keren om zijn kennis te delen met de veehouders, gemeentes en provincies. Dat viel tegen, want weinigen waren in zijn kennis geïnteresseerd. En nog altijd wordt zijn hulp niet vaak ingeroepen. Van Malssen vermoedt dat veel veehouders die hulp niet willen. Het is namelijk makkelijker om een schadevergoeding te krijgen voor een schaap dat gedood is door een wolf, dan om een veilig hek te plaatsen.
„Ik had een afspraak met een boer bij mij in de buurt die zijn schapen wilde gaan beschermen. De juiste palen stonden al in de grond, dus het zou niet veel geld gaan kosten. Hij zag het wel zitten, maar zijn collega die erbij stond hoorde ik tegen iemand anders zeggen: ‘Dat gaat hij niet doen, hoor.’ Ik heb daarna nooit meer iets van die boer gehoord. Ik denk dat hij door zijn collega is teruggefloten. Er lijkt een lobby te worden gevoerd om het op confrontaties te laten aankomen en zo afschot te kunnen bewerkstelligen.”
Vrijwilligers plaatsen een wolfwerend hek volgens de instructies van Rick van Malssen.
Foto’s: Dieuwertje Bravenboer
Van Malssen vertelt dat een wolf een mens alleen aanvalt wanneer hij wordt bedreigd en geen uitweg ziet. Dat gebeurde in 2023 in het Drentse dorpje Wapse. Daar werd een boer in zijn arm gebeten. Het kwam groot in het nieuws.
„Ik ben daar direct gaan kijken”, zegt Van Malssen, „omdat er in alle media werd gesproken over een goed wolfwerend hek. Wat ik aantrof was inderdaad een hek. Maar vlak naast dat hek lag een stapel stenen van anderhalve meter hoog. Ik heb er foto’s van. De wolf hoefde er maar op te klimmen om zo in het weiland te kunnen springen waar de schapen stonden. Alleen: hij kon toen niet meer terug. Hij zat als het ware gevangen.”
Het Openbaar Ministerie, dat de zaak seponeerde, stelt dat de wolf daarna onrechtmatig werd gedood. De boer had de wolf bedreigd met een riek en had geweigerd het hek te openen om de wolf een vluchtweg te bieden. Van Malssen: „Een wolf zal niet snel over een hek heen springen, tenzij er een berg met stenen naast ligt. Hij zal eerst proberen er onderdoor te graven. Daarom is de onderste draad de belangrijkste draad. Die mag niet hoger zijn dan twintig centimeter boven de grond. Er moet stroom op staan, en die stroom mag niet weglekken via het gras of ander materiaal. Als de wolf eronderdoor probeert te graven zal hij een klap op zijn neus krijgen en leren dat je van vee af moet blijven.”
Een wolf denkt vooruit
Een deugdelijk wolfwerend hek bestaat uit vijf horizontale stroomdraden, zegt Van Malssen. De afstand tussen die draden luistert nauw. Je moet de volgende hoogte aanhouden: vanaf de grond twintig, veertig, zestig, negentig en honderdtwintig centimeter. En die draden zijn vastgemaakt aan stevige palen die diep in de grond staan. Egels en hazen kunnen eronderdoor. Vossen springen ertussendoor – zolang ze tijdens de sprong de grond niet raken krijgen ze geen schok, en herten en reeën springen eroverheen. Een wolf kan wel springen, maar zal het niet snel doen als hij weet dat er stroom op de draden staat. Die prooi moet namelijk ook weer mee terug. Die eet hij niet ter plaatse op. Een wolf denkt vooruit.
„Wolven moeten leren van vee af te blijven”, zegt Van Malssen, „en als die hekken niet deugen, zoals we in de praktijk vaak zien, zoals rasters met slappe prikstokken, of hekken met hangende draden, dan leren de welpen ook dat een schaap een makkelijke prooi is. Ze moeten juist wegrennen bij het zien van een schaap. De enigen die dat kunnen bewerkstelligen zijn de veehouders. Er is geld beschikbaar. Maar dat alleen is niet voldoende. Er moet ook controle op komen. Dat is misschien nog wel het belangrijkste. Dat die hekken eerst worden gecontroleerd voordat de subsidie wordt verstrekt.”