Het is dezer dagen 85 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog begon. Samen met de Koude Oorlog die daarna kwam, bracht deze de democratische Atlantische mogendheden begin jaren negentig naar het hoogtepunt van hun wereldoverheersing. Toch werd het ‘einde van de geschiedenis’ waar veel deskundigen aan het eind van de twintigste eeuw van droomden, kort daarna gevolgd door de ‘terugkeer’ ervan, en dit tragische jubileum roept verontrustende gevoelens op. Eeuwenlang kon terecht van de ‘verwestersing van de wereld’ worden gesproken en kwam het Westen (en voorheen Europa) als overwinnaar uit tal van confrontaties tevoorschijn – militair en economisch. Maar nu de contouren van een nieuwe mondiale botsing zichtbaar worden, groeit de twijfel aangaande de kansen op een nieuw succes.
Als Rus die geboren en getogen is in de Sovjet-Unie, die het grootste deel van zijn leven in Rusland heeft doorgebracht en die nu al enkele jaren in het Westen woont, wil ik mijn gedachten met u delen over een aantal uitdagingen waar de westerse liberale democratieën voor staan, op dit moment dat hun tegenstanders bijna over de hele wereld terrein winnen. Naar mijn mening komen al deze dreigingen niet zozeer voort uit de groeiende macht van ‘de Rest’, maar uit de voortdurende veranderingen van de westerse wereld zelf.
Teloorgang van de risicocultuur
Wat mij het eerst opvalt, als ik het zo mag stellen, is de teloorgang van de risicocultuur. Beroemde boeken die spreken over ‘risicomaatschappijen’ misleiden moderne mensen, omdat de schrijvers ervan proberen onzekerheden en veranderingen te behandelen alsof ze gelijkstaan aan risico. Maar in primaire zin verdwijnen risico’s juist uit het leven van de westerling. Vanaf de zestiende eeuw zijn Europeanen in enorme aantallen over de wereld verspreid (tussen 1846 en 1924 verloor West-Europa vele miljoenen mensen door emigratie, wat halverwege de negentiende eeuw neerkwam op een kwart van de totale bevolking) en vochten ze eindeloze oorlogen met elkaar uit die bijna elke eeuw wel 10 procent van hun bevolking kostten – sinds de Middeleeuwen was de krijgsdienst de meest kenmerkende bezigheid voor de Europese adel.
Lees ook
Moet je conservatieve ondergangsdenkers tegenspreken? Doe het niet, het werkt niet
Dit verdween grotendeels na het einde van de Tweede Wereldoorlog, met de komst van de welvaart die volgde op de postindustriële transitie eind jaren zestig, en vooral sinds het einde van de Koude Oorlog, toen de verhouding tussen de militaire uitgaven en het bbp in de NAVO-lidstaten daalde van 4,7 naar 2,4 procent, en 24 Europese landen de algemene militaire dienstplicht afschaften. China, Rusland en andere revisionistische mogendheden koesteren daarentegen al geruime tijd de cultuur van geweld en wreedheid (in Rusland werd door president Poetin in 2017 zelfs huiselijk geweld ‘gedecriminaliseerd’) en vergroten en professionaliseren daarnaast hun strijdkrachten. Om nog te zwijgen van de stijging van de militaire uitgaven die sinds 2000 in dollars uitgedrukt in Rusland 12,7 keer en in China 13,2 keer zo hoog zijn geworden. Maar zelfs de oorlog in Oekraïne werd door het Westen (in het bijzonder door de VS) niet ervaren zoals het vorige grootschalige conflict (in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog stegen de Amerikaanse militaire uitgaven veel rapper dan tussen 2021 en 2024 ).
Mondialisering
Het Westen lijkt dan ook te hopen de confrontatie te vermijden, terwijl zijn tegenstanders hun best doen om zich erop voor te bereiden en de oorlog openlijk verheerlijken, zoals ook in het Westen weleens is gedaan – maar dan al heel lang geleden.
De tweede verontrustende tendens komt voort uit de economische ontwikkelingen. Het Westen is maar liefst al vijfhonderd jaar economisch niet afhankelijk van landen of gebieden die buiten zijn directe politieke controle stonden. Bovendien beheerst het sinds halverwege de achttiende eeuw de industriële wereldproductie en bleek het duidelijk voorop te lopen op het terrein van technologische vooruitgang. Nog maar 80 jaar geleden, in 1944, waren de VS alleen al goed voor meer dan de helft van de wereldproductie van industriegoederen. Eind jaren tachtig hadden welgeteld vijf van de ontwikkeldste landen meer dan 70 procent van alle geregistreerde patenten ter wereld in handen.
Exporteur van kapitaal
Tot de jaren negentig was het Westen de enige netto-exporteur van kapitaal, en eeuwenlang is geen enkele categorie van consumenten- of industriële hightechproducten voor het eerst op de markt gebracht in niet-westerse landen (de industrialisering van de Derde Wereld onder Sovjet-leiding slaagde zelden – behalve misschien bij enkele infrastructuurprojecten). Maar sinds de jaren zeventig is door de drang naar extra winsten, versterkt door de zogenaamd vreedzame ‘mondialisering’, deze tendens omgekeerd.
De de-industrialisering van de afgelopen decennia leidde tot de opkomst van Azië, terwijl de ‘groene revolutie’ in Europa en de VS een krachtige aanjager voor de kunstmatige verhoging van productiekosten werd. Het enige zichtbare succes was de opkomst van de primaire energieproductie, die hielp om van steenkool, olie en gas uit Rusland af te komen – al blijft dit beperkt tot de Verenigde Staten. Tegelijkertijd lijkt het Westen nu steeds afhankelijker te worden van Chinese industriële import – vooral op het terrein van informatietechnologie en communicatieproducten (het meest verontrustend), maar ook op het gebied van bijna alles wat nodig is voor de alternatieve energieproductie en de consumptie.
Afhankelijk van vijanden
De industriële import uit het mondiale Zuiden naar de VS is sinds de jaren tachtig fors toegenomen, evenals de industriële export uit China naar de EU. Ik zou niet willen spreken van het belang voor grote westerse bedrijven van de markten in ‘onbevriende landen’. Of van de financiële afhankelijkheid van het Westen van China, Saoedi-Arabië en andere landen die grootbezitters van staatsobligaties en bankdeposito’s in zowel Europa als de VS zijn. Maar ik zou wel zeggen dat het Westen economisch nog nooit zo afhankelijk van zijn vijanden is geweest.
Het derde punt, en volgens mij het meest essentiële, hangt samen met ideologische kwesties. Eeuwenlang is het Westen opgebouwd rond individuele vrijheden, persoonlijke rechten en liberale waarden. Bovendien werd elk land bestendigd door nationale gevoelens. In de Eerste en Tweede Wereldoorlog en het grootste deel van de Koude Oorlog besefte iedereen waar de vijand was en hoe de vrijheid moest worden verdedigd, in de overtuiging dat oorlogstijd niet het juiste moment voor extreme ‘flexibiliteit’ is en voor het antwoord dat alles ‘van de context afhangt’. Ik wil hier alleen maar wijzen op de internering van Duitse en Japanse Amerikanen in beide wereldoorlogen, op het verbod op nationalistische partijen in Groot-Brittannië na 1939, op de zuiveringen tegen de communisten in de VS in de jaren vijftig, enzovoorts. Sterker nog: de westerse landen waren niet alleen ideologisch, maar ook sociaal en religieus bestendig. Historisch gezien twijfelde niemand eraan wat hij zou verdedigen in geval van een nieuw wereldconflict.
Linkse ideologie vernietigt het liberale ideaal en prijst de nieuwe ‘vrijgestelde klasse’ van misdeelde verschoppelingen
De gedachte van verantwoordelijk burgerschap, die teruggaat tot de achttiende eeuw, maakt inmiddels plaats voor het begrip ‘mensenrechten’, die niet stevig verbonden zijn met enige ‘mensenplichten’. De linkse ideologie vernietigt het liberale ideaal en prijst de nieuwe ‘vrijgestelde klasse’ van misdeelde verschoppelingen die beschikken over weinig vaardigheden waaraan de samenleving behoefte heeft. Deze tendens wordt nog versterkt door immigratie en de vorming van etnische gemeenschappen die vooral bestaan uit onderdanen van landen die op zijn zachtst gezegd niet als vriendelijk tegenover het Westen kunnen worden beschouwd.
Vijfde colonne
De theorie van het multiculturalisme holt de persoonlijke verantwoordelijkheid uit en – laat ik het maar scherp zeggen – ontwikkelt een ‘vijfde colonne’ in de westerse landen waardoor de grens van de mondiale kloof tussen ‘het Westen’ en ‘de rest’ tot diep in het Westen zelf verschuift. Duizenden Chinese studenten die Amerikaanse kennis stelen, massa’s Russische Putinverstehers die het Duitse politieke landschap beïnvloeden, om nog maar te zwijgen van pro-Palestijnse demonstranten die in Europa zo agressief worden dat de Franse Joden zich maar al te graag massaal achter extreemrechts scharen – het zijn maar enkele voorbeelden van wat er gaande is. Zoals de Bijbel zegt: „En indien een huis tegen zichzelf verdeeld is, zoo kan dat huis niet bestaan” (Marcus 3:25), en die waarschuwing past ook naadloos op de hedendaagse westerse wereld.
Lees ook
‘Russen niet geschikt voor democratie? Dat cliché accepteer ik niet’
Het begin van de nieuwe wereldconfrontatie is niet ver van de plekken waar eens de beide wereldoorlogen en de Koude Oorlog uitbraken. Oekraïne, nu buurland van het Westen, weert zich kranig tegen de kwade machten – en we moeten inzien dat het zo hard vecht omdat het nog wel de cultuur heeft om risico’s te nemen en zo nodig geweld te gebruiken, omdat het zo goed de ontberingen en wreedheid van dat communisme kent dat nu door de studenten van de westerse universiteiten wordt geroemd en omdat het de waarden eert van het oude Europese nationalisme dat eeuwenlang de westerse samenlevingen heeft gevormd. Als dit land niet deze kenmerken zou hebben, vochten de Russische troepen misschien al bij Warschau of Berlijn – wat nog altijd kan gebeuren als het Westen geen aandacht aan zijn groeiende interne zwakheden besteedt.