Ooievaars klepperen, bijen zoemen en de lucht geurt naar bloeiende heide. Oer-Nederlands is dit beekdal in het Nationaal Park Drentsche Aa, met zijn houtwallen, klinkerwegen en glooiende essen. Maar ginds op de hei klinkt vakantie-Engels, met tongvallen uit alle hoeken van Europa.
Twintig jongeren, uitgerust met laarzen, werkhandschoenen en petten tegen de zomerzon, zijn in de weer met snoeischaren. De sfeer is vrolijk, wat niet wil zeggen dat hier niet hard gewerkt wordt. Doelgericht verwijderen ze jonge boompjes in een klein rond ven, een ondiep meer.
Aan de rand van het water staat Kees van Son, boswachter van Staatsbosbeheer. Heel trots is hij op ‘zijn’ internationale vrijwilligersgroep die helpt het ven te behouden. Het ven is een overblijfsel van een pingo, een enorme ijsbal die groeide in de bodem tijdens de laatste ijstijd. Na het smelten van het ijs blijft een krater achter: een pingoruïne. In het midden is een moeras ontstaan met veenmos, veenpluis en zonnedauw. Op de wat hogere, drogere rand bloeien nu volop dop- en struikhei. En overal tussendoor zijn dus boompjes opgeschoten.
„Als je hier niet ingrijpt, dan is dit straks allemaal bos”, vertelt Van Son. „Dan zie je niets meer van zo’n pingoruïne terug. En dan verlies je die bijzondere variatie.”
Natte bodem
Elders is de groep aan het maaien en hooien om het schraalgrasland te behouden, met zijn orchideeën, zwartblauwe rapunzel en stengelloze sleutelbloem. „Anders verruigt het met bramen en brandnetels.” Je kan hier niet maaien met groot materieel, legt de boswachter uit. Machines zakken weg in de natte bodem en beschadigen de vegetatie. „Het is echt handwerk. Zelf hebben we daar de mankracht niet voor.”
Een vaste groep lokale vrijwilligers helpt jaarrond mee. En elke zomervakantie, al jaren achtereen, gaan buitenlandse jongeren twee weken vrijwillig aan de slag, in een samenwerking tussen Staatsbosbeheer en SIW Internationale Vrijwilligersprojecten. „Ik ben de tel kwijt, maar dit zal zo de twintigste keer zijn”, zegt Van Son, de drijvende kracht achter het project. „Die jongeren komen uit alle uithoeken van de wereld om hier dit zware werk te doen. Ze leven heel intensief samen en hebben de grootste lol.”
Als je ook met wilde dieren zou kunnen werken in Afrika, of Engels zou kunnen onderwijzen in Azië, waarom zou je dan als jongere hierheen komen, naar Drenthe, om buitenwerk te doen in een oud cultuurlandschap? „Ik was heel benieuwd naar Nederland”, zegt Klara Albertova (18) uit Slowakije. „Ik wil hier misschien studeren. Het leek me leuk om het land alvast te leren kennen.”
Lucía Terol Cutillas (20) uit Zuid-Spanje was benieuwd naar de natuur in Noordwest-Europa. „Bij ons is alles dor en kaal. Hier is alles zo groen!” En ze was benieuwd naar de fietscultuur. „Waar ik woon, kun je alleen mountainbiken.”
Fietsen zonder steeds bang te zijn dat je wordt aangereden… dat is een nieuwe ervaring
En, wat vinden ze er tot nu toe van? „Ik houd van dit land!”, roept de Tsjechische Vojtech Bystricky (19). „Jullie dorpen zijn zo… georganiseerd. Zo schoon. Jullie zórgen voor je omgeving. En jullie hebben fietspaden!” Albertova: „Fietsen zonder steeds bang te zijn dat je wordt aangereden, dat is een nieuwe ervaring.”
Pannenkoekenhuis
Voorheen kwamen de jongeren vanuit de hele wereld, sinds vorig jaar alleen uit Europa. „Omdat er nu financiering is vanuit Erasmus+, een Europees onderwijsprogramma”, legt Van Son uit. „SIW heeft educatie-elementen toegevoegd: sociale vaardigheden, teambuilding, leiderschap.”
SIW betaalt het levensonderhoud; de deelnemers doen daarvan boodschappen en koken beurtelings, liefst gerechten uit hun thuisland, om zo hun cultuur te delen. Onderdak en vervoer regelt Staatsbosbeheer, deels met lokale subsidies. Zo kan de groep voor een vriendenprijs terecht op een camping in Rolde. Huurfietsen stelt een fietsenhandelaar gratis beschikbaar. „Dit jaar heb ik hem voor het eerst fatsoenlijk kunnen betalen, dankzij het Buitenfonds”, zegt Van Son. „Dat is ook weleens fijn.”
Naast de fondsenwerving en praktische zaken organiseert Van Son een cultureel programma. De jongeren bezochten Kamp Westerbork, namen een kijkje in de lokale graanmolen, aten bij een pannenkoekenhuis en gingen wadlopen. „Dat mudwalking was surrealistisch”, vertelt Polina Lykhohrai (19) uit Oekraïne. „Ik checkte mijn locatie op mijn telefoon en zag: wow, ik sta midden in de zee! Dat wil ik absoluut nog een keer doen.”
Lykhohrai ontvluchtte met haar broer de oorlog in Oekraïne en woont nu in Spanje. Daar studeert ze online aan een Oekraïense universiteit. „Ik wilde deze zomer graag vrijwilligerswerk doen”, vertelt ze. „Mijn land heeft in de toekomst heel veel vrijwilligers nodig. Daar moet je zó sterk voor zijn. Ik wilde nu eerst iets heel anders doen. Veel leren, nieuwe mensen ontmoeten.”
Maar waarom in Néderland, waarom werken in de natuur? „Nederland leek me een mooi land. En zelf heb ik altijd in steden gewoond. Hier ben ik elke dag buiten.” Vorige week heeft Lykhohrai leren fietsen. „In het begin vond ik dat wel eng.” Nu fietst ze elke dag met de groep van de camping naar het werkgebied en terug alsof ze nooit anders heeft gedaan.
Hoogtepunt
Het vlot intussen aardig met het zware werk. Aan de rand van het ven liggen grote stapels takken. „Een deel laten we gewoon liggen, als schuilplaats voor dieren”, vertelt boswachter Amanda Lijnema. Ze werkt dagelijks mee met de vrijwilligers. „En we halen niet alles weg, hoor. Een aantal inheemse struiken laten we staan, voor de insecten en vogels.”
Voor Lijnema zijn deze twee weken een hoogtepunt van het jaar. „Normaal doe ik dit werk in mijn eentje. Dit is wel heel bijzonder, met al die buitenlandse jongeren.” Nu houden ze even pauze, zittend aan de rand van het ven. Ze eten, drinken en luisteren naar muziek op een speaker. Sommigen liggen languit in de warme heide, met hun hoofd op elkaars buik en zingen mee met de muziek. „As long as you stand, stand by me.”
Normaal doe ik dit werk in mijn eentje. Dit is wel heel bijzonder, met al die buitenlandse jongeren
De Spaanse Lucía Terol Cutillas wil graag nog wat zeggen: „Deze mensen zijn mijn familie geworden. Samen buiten bezig zijn, je steentje bijdragen… I feel alive.”
Het natuurwerk is ook écht nuttig benadrukt boswachter Van Son. „Maar je ziet ook wat anders gebeuren. Buiten je eigen cirkel kijken en begrip krijgen voor elkaar… Zo’n kamp verrijkt je gewoon.”
Hij is even stil en kijkt om zich heen. „Ja, ik geniet hiervan, dat heb je wel in de gaten.”
Lees ook
een aflevering van deze rubriek over vrijwilligers: ‘Ik doe iets goeds’