Het is stil op de transfermarkt – en dat is vooral voor Ajax een probleem

Dat middenvelder Joey Veerman, de meest bepalende speler van landskampioen PSV, deze zomer een transfer naar een buitenlandse club hoopt te maken is geen geheim. Veerman (25) legde eerder een aanbieding van PSV om zijn nog twee jaar doorlopende contract te verlengen naast zich neer. Dit deed hij met het idee dat hij zo aantrekkelijker is voor geïnteresseerde clubs – een kortere verbintenis betekent doorgaans dat de kopende club een lagere transfersom betaalt.

Lutsharel Geertruida, een 24-jarige multifunctionele verdediger van Feyenoord, zit in een vergelijkbare situatie. Hij gaat zijn laatste contractjaar in. Ook van hem is bekend dat hij een stap wil maken naar een Europese topcompetitie – vorig jaar was hij al dicht bij een transfer naar RB Leipzig voor zo’n 30 miljoen euro.

Beiden lijken in sportief opzicht klaar voor een competitie op hoger niveau – in Nederland wonnen ze de afgelopen jaren alles. Tegen die achtergrond is het opvallend dat er nog weinig beweging is. Hoewel het van uur tot uur kan veranderen, speelt er volgens de laatste berichten nu weinig concreets. Het is de stilte rond deze twee spelers, die illustratief is voor de kalme transfermarkt.

Een week voor het sluiten van de transferwindow zien ingewijden dat de markt stroef is. Dit wordt bevestigd door voorlopige (onofficiële) cijfers van het bekende platform transfermarkt.nl. Waar clubs uit de vijf topcompetities – Engeland, Spanje, Italië, Duitsland, Frankrijk – vorig jaar gezamenlijk zo’n 5,8 miljard euro uitgaven, ligt dat nu op 4,2 miljard.

„Het verschil is al behoorlijk groot en het is onwaarschijnlijk dat dit in de resterende tijd wordt goedgemaakt”, reageert Christian Schwarz, hoofd van de internationale afdeling van de site. 30 augustus is de deadline voor de Europese topcompetities, 2 september voor Nederland.

Stagnatie

Meerdere oorzaken liggen ten grondslag aan de verwachte stagnatie. Allereerst is de markt laat op gang gekomen doordat deze zomer het EK voetbal en de Copa América plaatsvonden. Veel clubs, spelers en makelaars hebben die toernooien afgewacht voor ze actief de markt op gingen.

Er is minder geld beschikbaar, zegt een zaakwaarnemer. „Clubs zitten aan hun limiet.” De kapitaalkrachtige clubs in de Premier League zijn iets voorzichtiger geworden, door de aangescherpte financiële controle op de regels voor ‘winstgevendheid en duurzaamheid’. Nottingham Forest en Everton kregen vorig seizoen puntenstraf omdat ze die overtraden.

Meerdere betrokkenen wijzen erop dat de nieuwe tv-deal die in Frankrijk is afgesloten, honderden miljoenen lager is uitgevallen dan werd verwacht. Het past in een bredere trend dat de grootste rek uit de tv-contracten is in het Europese topvoetbal.

Daarnaast heeft het terugvallen van investeringen door Saoedische clubs invloed. „Saoedi-Arabië was vorige zomer een game changer voor de internationale transfermarkt”, zegt Schwarz. „De clubs daar investeerden bijna een miljard in transfers en creëerden zo financiële ruimte voor Europese clubs.” Deze zomer is dat volgens zijn cijfers gezakt naar 188 miljoen euro. Schwarz verwacht niet dat daar nog veel bij komt, omdat bij Saoedische clubs maar een beperkt aantal buitenlandse spelers onder contract mag staan en de meeste plekken bezet zijn.

Deze ontwikkelingen, werken door in heel Europa. Het is een trickle-down effect, zegt Schwarz, het doorsijpeleffect: als de top investeert, profiteren de minder rijken ook. Maar nu dat niet gebeurt – clubs als Manchester City en Liverpool zijn nog behoedzaam op de transfermarkt – heeft dat gevolgen voor de Eredivisie. Waar Nederlandse clubs vorig jaar nog 343 miljoen euro aan transfers verdienden, is dat nu 157 miljoen euro, zegt Schwarz.

De uitzondering is de transfer van middenvelder Mats Wieffer, van Feyenoord naar het Engelse Brighton & Hove Albion. Die ging begin juli al, voor 30 miljoen euro, tot dusver de hoogste uitgaande Eredivisie-transfer deze zomer. Het betekende een recordtransfer voor Feyenoord.

Het is een bedrag waar ze tot kort geleden niet wakker van zouden liggen bij Ajax – de club heeft een reputatie spelers ‘duur’ te verkopen. Maar nu is dit soort bedragen zeer welkom. Ajax moet stevig bezuinigen en probeert overbodige spelers te slijten – vóórdat geïnvesteerd kan worden. Doordat de markt vast zit, verloopt deze schoonmaak zeer moeizaam.

De onderhandelingspositie van technisch directeur Alex Kroes is complex. In de markt is bekend dat de financiële situatie van Ajax slecht is, zeker nadat in februari bekend werd dat de club een miljoenenlening heeft afgesloten om een tekort aan liquide middelen af te dekken. Bovendien moet Kroes spelers verkopen die afgelopen seizoen geen indruk maakten.

Zo lukte het niet om verdedigers Borna Sosa en Jakov Medic te verkopen – het werd verhuur aan respectievelijk Torino en VfL Bochum. Bijkomend probleem is dat veel selectiespelers bij Ajax forse miljoenencontracten hebben, wat het lastig maakt om ze onder te brengen bij andere clubs tegen lagere salarissen. Ajax wil volgens het AD ook verdediger Owen Wijndal, middenvelders Benjamin Tahirovic en Silvano Vos en spits Chuba Akpom nog verkopen.

Ajax zit in een „duivels dilemma”, zegt een ingewijde. Doordat de club een historie heeft dat zij spelers voor veel geld verkopen, is het de vraag wat nu verstandig beleid is: je verlies nemen op sommige spelers, of houd je de reputatie van grote verkoper?

De timing is „bijzonder ongelukkig” voor Ajax, zegt Schwarz. Na vorig seizoen relatief veel in de selectie te hebben geïnvesteerd (zo’n 110 miljoen euro), gevolgd door een slecht seizoen, is „een verdere reorganisatie deze zomer alleen realistisch als de transferinkomsten goed zijn”. Een voorzichtige markt helpt daarbij niet. „Je kunt alleen maar hopen dat er meer beweging in komt.”