Vervuilende bedrijven betalen meer rente vanwege klimaatrisico

Europese bedrijven die relatief veel broeikasgassen uitstoten zijn duurder uit bij hun bank: ze moeten meer rente betalen op leningen. Ook bedrijven die geen plannen hebben om hun uitstoot terug te dringen, moeten meer rente betalen dan duurzamer concurrenten. Dit blijkt uit onderzoek dat de Europese Centrale Bank begin deze maand heeft gepubliceerd.

De resultaten van het onderzoek zijn in principe gunstig voor het klimaatbeleid. Al langer dringen toezichthouders er bij de financiële sector op aan om klimaatrisico’s serieuzer te nemen – en dus een prijs te geven.

Bedrijven die veel CO2 uitstoten, zijn kwetsbaar voor klimaatwetgeving van overheden en voor CO2-belastingen (dit wordt ‘transitierisico’ genoemd). Hierdoor kunnen deze bedrijven in de financiële problemen komen. Europese banken die geld uitlenen aan vervuilende bedrijven, lijken dit risico nu te erkennen: ze verlangen een hogere rente.

De ECB bekeek data over bankkrediet van 25.000 euro of hoger aan bedrijven in de eurozone, tussen september 2018 en december 2022. Deze data werden vergeleken met data over uitstoot en over klimaatdoelen van bedrijven.

De 25 procent van bedrijven die het meest uitstootten, betaalden gemiddeld 0,14 procentpunt meer aan rente bij hun bank dan de 25 procent bedrijven die het minst uitstootten. De gemiddelde rente op bedrijfskrediet bij banken lag in deze periode tussen de 1,1 en 2,7 procent.

De bedrijven die geen plannen maken voor vergroening zijn bovendien duurder uit bij hun bank dan de bedrijven die dat wel doen: het verschil in betaalde rente is gemiddeld 0,2 procentpunt. „Banken lijken dus hun leentarieven ook te differentiëren op basis van de verwachte CO2-emissies, niet alleen op basis van de huidige emissies”, aldus de ECB-studie.

De resultaten passen in een bredere trend: de financiële sector krijgt het klimaatrisico langzaam meer in het vizier. Kredietbeoordelaars (rating agencies), die bedrijven en overheden doorlichten op hun financiële soliditeit, passen hun ratings er bijvoorbeeld ook meer op aan.

Desalniettemin vinden toezichthouders en ook academici dat de financiële wereld het klimaatrisico nog onvoldoende erkent. Dat geldt niet alleen voor het transitierisico, maar ook voor het fysieke risico van klimaatverandering, bijvoorbeeld de schade voor bedrijven (en overheden) door extreem weer.

Effect van ECB-rentes

De ECB-onderzoekers keken ook naar het effect van renteverhogingen door de centrale bank op vervuilende en op minder vervuilende bedrijven. Hun conclusie: bij een stijgende ECB-rente loopt de bancaire rente voor vervuilende bedrijven relatief sterker op. Banken eisen een relatief hogere risicovergoeding van ze.

Binnen en buiten de ECB wordt nagedacht over een actievere rol voor de centrale bank zelf om de transitie te versnellen. Banken die krediet verlenen voor de energietransitie, en die zelf lenen bij de ECB, zouden rentekorting kunnen krijgen van de centrale bank. Vooralsnog is er onvoldoende steun voor dit idee.


Lees ook

De ECB merkt de ‘klimaatflatie’. Maar zélf iets doen voor het klimaat? Dat blijkt lastig

Wijngaard voor de productie van cava in Spanje, dat veel last heeft van droogte. Prijsstijging als gevolg van droogte is een voorbeeld van ‘klimaatflatie’.