Poetin was even in Tsjetsjenië, vooral om nieuwe rekruten te werven voor de oorlog in Oekraïne

Voor het eerst in dertien jaar kwam president Vladimir Poetin dinsdag naar de Noord-Kaukasische deelrepubliek Tsjetsjenië. Het flitsbezoek was niet vooraf aangekondigd. „Het was echt heel lang geleden”, zei Ramzan Kadyrov, hoofd van de deelrepubliek, op het vliegveld tegen een Russische verslaggever. Hij noemde Poetins aanwezigheid „een symbool voor het opladen van de energie, ja toch. Een enorme vreugde voor ons”. De Russische president werd uitgeroepen tot ereburger van Tsjetsjenië.

Het bezoek begon bij zonsondergang en duurde tot middernacht. De twee leiders bezochten het graf van Achmat Kadyrov, vader van Ramzan en de eerste president van de Tsjetsjeense republiek. Hij was een separatist en militieleider totdat hij zich rond 2000 achter Moskou schaarde.

Poetin bezocht ook voor het eerst de Russische Universiteit voor Speciale Eenheden (ROeS), vernoemd naar de president zelf. Deze krijgsschool opende in 2013 en trainde sinds de Russische invasie van Oekraïne in 2022 al bijna twintigduizend mannen voor de krijgsmacht.

Waarschijnlijk poogde Poetin met het bezoek het animo voor de Tsjetsjeense manschappenbijdrage aan de oorlog op te krikken. Het Kremlin mobiliseert voor de oorlog disproportioneel uit etnische minderheden. Kadyrov, die getrouw is aan Poetin, schepte al vaker op dat Tsjetsjenië de mobilisatie-quota van het ministerie van Defensie ruim overschrijdt. Volgens mensenrechtenactivisten gebeurt dit onder dreiging van geweld en arrestaties.

‘Tiktoktroepen’

Een deel van Kadyrovs speciale eenheden zijn ingezet in de Russische regio Koersk na de Oekraïense inval die op 6 augustus begon. In Russische ultranationalistische kringen werden ze schertsend de ‘tiktoktroepen’ genoemd, wat impliceert dat ze wel gevechtsfilmpjes maken, maar niet in staat zijn om te vechten. Daarbij kregen ze deels de schuld van de gebrekkige Russische grensverdediging. In de strijd om Koersk zijn meerdere Tsjetsjeense strijders gevangen genomen en waarschijnlijk ook gedood.

Een fragment over Poetins bezoek op het Russische staatsnieuws fungeerde tevens als dienstoproep. Middenin een toespraak van Poetin bij ROeS, waarin hij de moed roemt van mannen die fysiek risico durven te nemen voor het vaderland, werden nog een keer de voordelen van het ondertekenen van een contract bij het leger op een rij gezet. Een tekenbonus van twee keer 400.000 roebel (samen omgerekend zo’n 8.000 euro), een levensverzekering, een hypotheek tegen goede voorwaarden, en vakanties voor de militair en diens kinderen.

Tussen 1994 en 2009 voerde Moskou tweemaal oorlog tegen Tsjetsjenië. Inmiddels is het gebied volledig in handen van het Kremlin. „[Poetin] weet alles”, zegt Kadyrov in het interview op het vliegveld. „Hij heeft een goed geheugen. Als er een vraag is over de republiek, geeft hij antwoord. En dan denk ik, hoe weet hij dat, dat weet ik niet eens.”

Dinsdag overdag bracht de Russische leider ook een bezoek aan School Nummer Eén in Beslan, in Noord-Ossetië in de noordelijke Kaukasus. Het was zijn eerste bezoek sinds 2008 aan de plaats waar meer dan driehonderd burgers om het leven kwamen als gevolg van een gijzelingsdrama in 2004. Als ‘antiterreurmaatregel’ nam Poetin nadien zeggenschap over de benoeming van de regionale leiders in Noord-Ossetië en Tsjetsjenië. Sindsdien zijn deze niet meer verkozen, maar aangesteld door de Russische president.