Aanval van kolonisten op dorp in Westbank hard veroordeeld, ook vanuit Israël

Een honderdtal Joodse kolonisten heeft in de nacht van donderdag op vrijdag het Palestijnse dorp Jit aangevallen, in het noorden van de bezette Westelijke Jordaanoever. Bij de aanval waren volgens lokale media gemaskerde kolonisten betrokken die huizen en auto’s in brand staken en met stenen en molotovcocktails gooiden. De aanval zorgde voor paniek onder veel bewoners.

Volgens de Palestijnse Autoriteit kwam er één Palestijn om het leven, die dodelijk werd geraakt door een kogel van een kolonist, terwijl een ander ernstig gewond raakte. De omgekomen Palestijn was de 23-jarige Rasheed Seda, die volgens ooggetuigen samen met andere lokale bewoners probeerde om de kolonisten aan de rand van het dorp tegen te houden.

„Het is zo verdrietig”, reageerde een lokale Palestijnse functionaris. „Het is vandaag de dag heel gemakkelijk om een Palestijn te doden.” Een woordvoerder van het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid sprak in dit verband van „georganiseerd staatsterrorisme”.

Het Israëlische leger, dat dikwijls het verwijt van Palestijnse zijde krijgt passief toe te zien bij zulke incidenten, trad volgens een woordvoerder wel degelijk op tegen de kolonisten. Het zou hen uit het dorp, dat niet ver van de stad Nablus ligt, hebben verwijderd. Intussen heeft het leger ook een onderzoek ingesteld naar de toedracht van het incident. Een Israëlische man is inmiddels gearresteerd.

De aanvallers zouden niet afkomstig zijn geweest uit nederzettingen in de directe omgeving van Jit maar van plaatsen elders op de Westelijke Jordaanoever.

President Isaac Herzog veroordeelde de aanval op X. Hij noemde die een „pogrom”. Premier Benjamin Netanyahu zei de gebeurtenissen „serieus” te nemen. „De verantwoordelijken zullen worden aangehouden en berecht.” Minister van Defensie Yoav Gallant op zijn beurt sprak van „een handvol extremisten” die zich te buiten zouden zijn gegaan in Jit.

Ook het Witte Huis veroordeelt de „aanvallen door Israëlische kolonisten op Palestijnse burgers op de Westoever” en noemt die „onaanvaardbaar”.

Sinds het uitbreken van de Gaza-oorlog tussen Hamas en Israël in oktober vorig jaar zijn ook op de Westelijke Jordaanoever de spanningen aanzienlijk toegenomen. Sindsdien zijn er zo’n 630 Palestijnen in het gebied gedood en ruim 5.000 gewonden gevallen. Duizenden Palestijnen zijn gearresteerd. Het Israëlische leger doet ook zelf regelmatig invallen in dorpen en steden op de Westelijke Jordaanoever.

„Er is sinds oktober echt een escalatie geweest want het geweld van de kolonisten wordt altijd gesteund en gedekt door de militairen en het is de pan uit gerezen”, zo citeerde de zender Al Jazeera de kritische Israëlische commentator Ori Goldberg.

De VS en een aantal Europese staten hebben sancties opgelegd aan gewelddadige kolonisten, nadat ze eerder zonder veel succes hadden opgeroepen tot het beperken van zulk geweld tegen Palestijnse burgers.

Juist afgelopen woensdag maakte de Israëlische minister van Financiën Bezalel Smotrich, zelf een kolonist die op de Westelijke Jordaanoever woont, plannen bekend om de nederzettingen verder uit te breiden. Volgens internationaal recht zijn die Joodse nederzettingen illegaal. „Geen tegen Israël of het Zionisme gericht besluit kan de ontwikkeling van de nederzettingen stoppen”, verklaarde Smotrich bij die gelegenheid. „We zullen blijven vechten tegen het gevaarlijke idee van een Palestijnse staat.”


Lees ook

Palestijns dorp Huwara getraumatiseerd door aanval kolonisten: ‘Niemand verdedigt ons, we staan er alleen voor’

Luchtfoto van een autosloperij met uitgebrande voertuigen in de Palestijnse plaats Huwara, nabij Nablus op de Westelijke Jordaanoever, op maandag.