Bart: „We houden ervan vroeg te sporten, nog vóór het ontbijt. Vroeger gingen we elke dag samen naar crossfit, sinds we kinderen hebben doen we het om en om.” Bart: „We krijgen er energie van. Het werkt de hele dag nog door.”
Tamar: „Als je een week niet gaat, merk je toch dat je minder lekker in je vel zit.”
Bart: „Wij vinden de ochtend het beste moment om te sporten. Anders kan er altijd wat tussen komen, waardoor het toch niet lukt. Ik heb vaak lange dagen op het werk.”
Tamar: „We wonen in Heemstede en werken allebei op de Zuidas. We kunnen dus samen naar het werk rijden.”
Bart: „Dat is heel gezellig.”
Tamar: „Als consultant bij Deloitte adviseer ik banken bij het maken van risicoanalyses en het naleven van relevante regelgeving. Ook werk ik mee aan het jaarlijkse Deloitte-onderzoek naar de financiële gezondheid van Nederlanders.”
Bart: „Ik ben financieel consultant bij EY. Als een bedrijf een ander wil overnemen, maak ik als het ware een bouwkundig rapport, maar dan in financieel opzicht.”
Bart: „Van 2016 tot 2018 hebben we in Australië gewoond. Dat was geweldig.”
Tamar: „Eerst woonden we in Sydney, in de stad. Allemaal leuke cafeetjes en koffietentjes.”
Bart: „Het tweede jaar woonden we aan Bondi Beach, het bekendste strand van Sydney. Als expat maak je veel vrienden: mensen die dezelfde mindset hebben en met wie je leuke dingen onderneemt. Weekendjes weg, feestjes. Alles is nieuw.”
Tamar: „Op twee uur rijden van Sydney ligt een prachtig natuurgebied. In Australië zijn we gewend geraakt veel te sporten. ’s Ochtends gingen we naar HIIT, high intensity interval training. En we gingen surfen en zwemmen in zee, ocean swims.”
Bart: „Maar we wilden graag kinderen, dus we dachten: waar zullen we ons gezin stichten? Toen hebben we voor Nederland gekozen, omdat onze familie hier woont.”
Tamar: „Had die in Sydney gewoond, dan waren we daar zeker gebleven!”
Bart: „Vanaf maart 2019 woonden we weer driehoog in Amsterdam.”
Tamar: „In het begin was het erg wennen. De eerste winter was zwaar. Toen kwam corona. En toen werd onze eerste geboren. Het is een heel ander leven. Je hebt opeens veel meer verantwoordelijkheid. Maar we waren eraan toe, we waren erop ingesteld.”
Bart: „Je hebt opeens een heel ander ritme. Vroeger zat ik vaak tot elf uur ’s avonds uur op kantoor. Nu eten we elke avond om zes uur thuis. Daarna is het nog even spelen en boekje lezen, en tussen half acht en acht gaan Just en Lott naar bed. Vervolgens klap ik de laptop vaak weer open om nog een paar uur te werken.”
Tamar: „In 2022 zijn we naar Heemstede verhuisd.”
Bart: „Driehoog in Amsterdam was met kinderen niet te doen.”
Tamar: „Ik mis de roering van de stad nog wel.”
Bart: „Maar je bent hier in tien minuten in het centrum van Haarlem. En dat is ook een heel leuke stad.”
Tamar: „Het strand is ook dichtbij.”
Bart: „En inderdaad is het fijn dat de familie dichtbij is. Tamars moeder en mijn ouders komen afwisselend op woensdag oppassen. De kinderen staan altijd te juichen als ze voor de deur staan.”
Tamar: „Het huishouden doen we grotendeels samen. Ik kook het vaakst, omdat ik het leuker vind, voor mij is het ontspanning. Eens per twee weken komt er een werkster, maar als je kinderen hebt, moet je tussendoor ook veel stofzuigen.”
Bart: „En dat doen we allebei evenveel.”
Tamar (glimlachend): „Ik denk dat ik vaker stofzuig.”
Bart: „Misschien 40/60, inderdaad.”
Tamar: „Maar Bart doet de grote klussen.”
Bart: „Schuurtje bouwen, dak isoleren, radiator vervangen. Ik vind het leuk tastbare dingen te doen, want mijn werk als financieel consultant is abstracter.”
Tamar: „Bart doet sowieso altijd iets. Ik kan nog wel eens met een boekje op de bank liggen, maar hij verzint altijd wel iets wat moet gebeuren.”
Thuiswerken
Bart: „Ik werk drie, vier dagen per week op kantoor. Thuiswerken doe ik op dinsdag en/of donderdag.”
Tamar: „Ik heb maandag mijn vrije dag, dan ben ik met de kinderen. Verder werk ik 36 uur, op vier dagen. Woensdag en vrijdag ga ik naar kantoor. Vind het fijn mijn collega’s elke week te zien. Ik zou niet voltijd thuis kunnen werken.”
Bart: „Ik ook niet. Dan word je wel eenzaam.”
Tamar: „Het is leuk om grapjes te maken met je collega’s. Ik krijg daar energie van.”
Bart: „En je begrijpt elkaar beter. Je ziet de lichaamstaal. Voor junior collega’s is de drempel lager je even aan te spreken. Maar werk dat grote concentratie vereist, doe ik liever thuis.”
Tamar: „Ik vind het heel waardevol om die maandag met de kinderen te zijn.”
Bart: „Ik heb minder behoefte aan zo’n vrije dag.”
Tamar: „ We zijn heel tevreden over onze work-life balance.”
Bart: „Ik werk vijftig à zestig uur per week, maar in het weekend werken we niet. Er is een balans, juist omdat we ’s ochtends sporten, wat we leuk vinden, en elke avond van 6 tot 8 met elkaar doorbrengen. Zo doen we toch dingen die we belangrijk vinden en waar we plezier uit halen.”
Tamar: „We zijn nu tien jaar samen.”
Bart: „Getrouwd zijn we niet.”
Tamar: „Daar hebben we geen behoefte aan.”
Bart: „Kinderen hebben is een groter commitment. Maar wie weet trouwen we over tien jaar alsnog.”
Tamar: „Om de liefde te vieren.”