Messalina, de machtigste vrouw van het Romeinse Rijk die mannen angst inboezemde

Messalina, de derde vrouw van Romeinse keizer Claudius was een meedogenloze, seksueel onverzadigbare intrigant. Dat beeld is van haar blijven hangen dankzij de mannen die over haar schreven.

Maar wie was zij werkelijk, deze jonge vrouw, nicht van keizer Augustus, die al op heel jonge leeftijd aan haar oom Claudius werd uitgehuwelijkt? Hoe heeft zij de bloedige afrekeningen aan het keizerlijk hof na de gewelddadige dood van Calligula doorstaan? Hoe wist zij zich, toen haar man plotseling tot keizer werd uitgeroepen, op te werken tot de machtigste vrouw van het Rijk?

De Britse historica Honor Cargill-Martin schreef een prachtig boek over haar. Hierin maakt ze niet alleen op fraaie wijze Messalina’s leven aan het hof inzichtelijk, maar laat ze ook zien dat Messalina, zoals zoveel vrouwen die weigerden zich aan te passen, daar een prijs voor moest betalen.

Dat Messalina wordt afgeschilderd als een seksueel monster en een hoer – de dichter Juvenalis noemt haar zelfs de grootste hoer van Rome – wordt volgens Cargill-Martin veroorzaakt door de fundamentele (mannelijke) angst voor machtige vrouwen. ‘Die angst voor een machtige vrouw – sterker nog voor een jonge machtige vrouw, erger nog een jonge machtige seksuele vrouw – heeft ook in haar geval geleid tot een reflexmatige reactie, die van seksualisering. De vrouw wordt aan de schandpaal genageld, voor slet uitgemaakt, voorgesteld als een onredelijk, emotioneel wezen. De geschiedenis van Messalina – voor zover we die kunnen reconstrueren – is in dat opzicht dan ook heel modern, het is de geschiedenis van een vrouw die het aandurft om macht uit te oefenen in een mannenwereld en de gevolgen van die keuze ondervindt.’

Verkeerde keuzes

Dat Messalina in haar streven naar macht en in haar pogingen om een eigen (seksueel) leven te leiden de grenzen van het ‘goede’ soms heeft overschreden en keuzes heeft gemaakt die niet altijd rationeel waren, moet ook Cargill-Martin erkennen. ‘Nee we kunnen niet zeggen dat Messalina ‘goed’ was. Daarvoor zijn er te veel overtuigende bewijzen van bedrog, te veel moord’, schrijft zij in het laatste hoofdstuk. ‘Maar we kunnen wel vaststellen dat ze machtig was, onverschrokken, vernieuwend en intelligent was en dat ze bijna een decennium lang met succes regeerde.’

Wat dit boek echt uitzonderlijk maakt is dat de auteur erin slaagt om Messalina tot leven te wekken. Dat zij zichtbaar maakt hoe deze jonge vrouw zich in de misogyne, patriarchale Romeinse samenleving opwerkte tot de machtigste vrouw in het Rijk. Een vrouw werd waar iedereen rekening mee moest houden. Een vrouw die angst inboezemde.

De beschrijving van Messalina’s opkomst en ondergang doet Cargill-Martin zo goed en beeldend dat haar leven wel van elke pagina lijkt af te spatten. Je voelt haar angsten en je deelt haar zorgen over het welzijn van haar kinderen. Je gaat zelfs begrijpen waarom Messalina haar vrouwelijke tegenstanders uit de weg wil ruimen. Je leeft met haar mee als ze heen en weer geslingerd wordt tussen loyaliteit aan haar echtgenoot en haar eigen ambities en (seksuele) gevoelens. En je wilt haar bijna waarschuwen wanneer ze zich in het jaar 47 opnieuw in een gevaarlijke affaire stort. Een affaire die haar uiteindelijk de kop zal kosten.

Bigamie

Volgens de Romeinse historici besluit Messalina in 48 na Christus om tijdens een grote, feestelijke partij – volgens Cassius Dio een regelrechte orgie – openlijk in het huwelijk te treden met haar nieuwe geliefde, de jonge senator Silius. Geen overspel, waarvan zij al eerder was beticht, maar regelrechte bigamie. Een daad zonder weerga. Tacitus beschrijft in zijn Annalen (11-27 en verder) die gebeurtenis en de nasleep ervan heel gedetailleerd.

Dat Messalina haar machtspositie en daarmee haar leven en dat van haar kinderen, waar zij al die jaren zo voor had gestreden, in gevaar zou brengen door zo’n onbezonnen daad is volgens Cargill-Martin niet alleen onwaarschijnlijk maar ronduit ondenkbaar. Volgens haar was het feest dat Messalina in de herfst van 48 gaf dan ook niet ter gelegenheid van een huwelijk met Silius maar een festival ter ere van de god Bacchus. Zij weet zich gesteund in deze gedacht door Tacitus zelf die schrijft: ‘ter gelegenheid van het feest had de keizerin het paleis omgetoverd tot een wijnmakerij.’

De rituelen die hoorden bij de feesten ter ere van de god Bacchus vertoonden overeenkomsten met de rituelen die hoorden bij het Romeinse huwelijk. Dat bood tegenstanders van Messalina de gelegenheid om haar van bigamie te beschuldigen.

Haar tegenstanders waren overigens van zeer uiteenlopend pluimage; versmade geliefden, dienaren aan het hof die voor hun positie vreesden, senatoren die de invloed die Messalina nog steeds op de keizer had als een bedreiging zagen, en vrouwelijke verwanten die streden voor de positie van hun eigen kroost.

Cargill-Martin beschrijft uitgebreid hoe de ‘samenzweerders’ er volgens haar in slaagden om de keizer van de schuld van Messalina te overtuigen. Belangrijk onderdeel van dit plan was dat zij wisten te voorkomen dat zij haar onschuld bij de keizer (haar wettige echtgenoot) kon bepleiten. Voordat Messalina Claudius kon bereiken werd ze door een tiental gewapende mannen in de paleistuin gevangengenomen.

Volgens Tacitus besefte zij pas op dat moment de onherroepelijkheid van haar situatie. ‘Ze probeert zelfmoord te plegen maar ze kon het niet. Uiteindelijk stoot een soldaat het zwaard door haar borst.’ Het was een dood die Tacitus laf, onwaardig en onstoïcijns vond.

Messalina was bepaald geen deugdzame en volgzame vrouw, dat maakt Cargill-Martins meer dan duidelijk. En dat zij in haar strijd om de macht weinig middelen schuwde ontkent zij nergens.

Maar haar reduceren tot een amorele wellusteling, de grootse hoer van Rome, een slet zonder weerga, dat doet volgens haar, ondanks alles, onrecht aan het leven van deze bijzondere jonge vrouw.