De vraag was niet zozeer of de Nederlandse hockeysters goud zouden winnen, maar vooral hoe ze dat zouden doen. Dat het met shoot-outs zou gebeuren in het Yves du Manoir-stadion, even buiten Parijs, had niemand voorzien. De ploeg van bondscoach Paul van Ass kwam in de olympische finale na zes minuten op achterstand tegen China en wist pas negen minuten voor tijd de gelijkmaker te scoren, via een rake strafcorner van topscorer Yibbi Jansen.
De hockeyvrouwen zijn regerend wereld- en Europees kampioen en mogen zich opnieuw olympisch kampioen noemen. Dat op één Olympische Spelen een land zowel bij de mannen als de vrouwen goud wint, is uniek. Nederland is nu ook de succesvolste hockeynatie in de geschiedenis van de Spelen, met acht gouden, zes zilveren en zes bronzen medailles.
Dat de mannen donderdagavond goud wonnen, gaf wel extra druk, vertelt Van Ass na afloop: „De vrouwen staan al twintig jaar aan de wereldtop, maar je moet wel bedenken dat hier meiden tussen zitten die nog nooit op de Olympische Spelen hebben gestaan. Met die druk omgaan is al vervelend en helemaal na de mannenfinale. Iedereen zei: nu kunnen jullie de dubbel halen, maar dat gaf wéér extra druk. Het is hier geen Albert Heijn waar je goud even uit de schappen haalt.”
Oude versus nieuwe cultuur
Hoewel China lang met 1-0 voor stond, wisten de hockeysters dat het ging lukken, zegt middenvelder Laura Nunnink. „We hebben genoeg spelers die kunnen scoren, dus we wisten dat-ie zou gaan vallen. En als het shoot-outs zouden worden, wisten we ook dat het wel goed zou zitten.”
Bij dit olympische toernooi hadden de Nederlandse vrouwen alle wedstrijden gewonnen en China was in de groep vrij eenvoudig al een keer verslagen (3-0). Maar behalve de druk van een finale, speelde er nog iets: de crisis waar het team uit komt. Nadat er bij de Spelen van Tokio (2021) goud was gewonnen, kwamen er verhalen naar buiten over een ‘angst- en zwijgcultuur’ onder toenmalig bondscoach Alyson Annan. Zij is tegenwoordig bondscoach van China. Annan werd in 2022 ontslagen en opgevolgd door Paul van Ass. Dat de hockeysters de finale uitgerekend tegen de ploeg van Annan moesten spelen, was dus saillant.
Van Ass staat als coach een andere groepsdynamiekvoor en hij wil dat ploeg ‘bevrijd’ spel laat zien. De speelsters moeten zelf keuzes durven maken en zichzelf kunnen zijn; op het veld zou dat moeten resulteren in aanvallend, creatief spel, vertelde Van Ass aan NRC. Het was vrijdagavond in Colombes niet alleen een strijd om goud en zilver, maar ook tussen de ‘oude cultuur’ en de ‘nieuwe cultuur’
De opluchting over het goud zat voor sommige speelsters dus ook deels in het wegpoetsen van dat verleden. Aanvoerder Xan de Waard is emotioneel na afloop: „Het is een combinatie van het goud, van al het harde werk en van het feit dat dat we aan het publiek hebben laten zien dat we niet zeiken. Je gunt iedereen die op de Spelen staat, een mooie tijd. Dat je jezelf kan zijn, kan doen en laten wat je wil, en dat er geen oordeel hangt aan wat je doet. Mij lukte dat de vorige Spelen niet. Wat me nu bezighoudt is dat de speelsters die hun eerste Spelen meemaken, zonder bitterheid erop kunnen terugkijken.”
De Waard is blij dat critici die stelden dat alles overdreven was en de hockeysters weinig weerbaar waren, nu de mond is gesnoerd. „We weten allemaal dat we onderuit waren gehaald als we geen goud hadden gewonnen. Dat we te licht zouden zijn bevonden en dat er gezegd zou worden dat we ons als prinsessen hadden opgesteld. Maar als je er meer van weet, zoals Paul, dan weet je dat we geen prinsessen zijn.”
Van Ass begon te ijsberen na het doelpunt van China en ging dat steeds meer doen. Al was hij volgens zichzelf de rust zelve, zegt hij na afloop: „Ik heb geen moment getwijfeld en dacht: ik moet rustig blijven. In de rust heb ik gezegd dat ze goed speelden en we moesten wachten tot er weer een corner kwam.”
Annan stond de hele wedstrijd met een headset voor de dugout, het veld overziend. Ze schudde ‘nee’ toen Nederland een strafbal kreeg toegewezen, een beslissing die door de videoscheidsrechter werd omgezet in een strafcorner. Een beslissing waar Van Ass het niet mee eens was. „Toen we op achterstand kwamen, kon China terugvallen op hun basisvaardigheid: verdedigen. Die Chinezen hakken op alles. Het is een spel dat mij niet aanspreekt, ik hou ervan het spel te maken.”
Veenendaal is onpasseerbaar
Het vertrouwen van Van Ass in zijn speelsters komt mooi tot uiting bij de shoot-outs: met de armen om schouders geslagen staat hij bij de vrouwen, terwijl Annan wat achteraf staat. Maar haar affiniteit met de spelers blijkt na afloop als twee Chinese speelsters die een shoot-out hebben gemist, op haar schouder mogen uithuilen.
In de shoot-outserie was keeper Anne Veenendaal moeilijk te passeren. Ze stond stevig en vol zelfvertrouwen in het doel en dat straalde ze ook uit. Vooraf had Veenendaal op haar bidon geschreven hoe de Chinese speelsters hun shoot-out meestal nemen. „Ze namen ze op dezelfde manier als tegen de Belgen [in de halve finale], dus ik dacht steeds: ik heb je.”
Veenendaal zegt dat ze moeilijke tijden heeft gekend na ‘Tokio’, waar ze reservekeeper was. „Dat was niet makkelijk. Als ik zo zou doorgaan, zou het niet zou werken. Ik heb daarna alles van me afgegooid en dacht: ik ben goed genoeg. Elke wedstrijd heb ik nu dat ‘schijt aan alles’-gevoel. Hier had ik ook het vertrouwen, omdat ik wist dat ik zou spelen. Dat zorgde voor een oase aan rust, ook in het veld.” Toen de shoot-outs kwamen, dacht Veenendaal alleen maar „ik heb goeie benen, ik voel me goed, dit wordt ’m.”
Ze stopte drie van de vier Chinese shoot-outs en na haar laatste redding werd ze besprongen door haar ploeggenoten. Even later vat Van Ass nog even de laatste avond van het olympische hockeytoernooi samen. „Ik had het onterecht gevonden als we hier met 1-0 verloren hadden.”