Premier Rutte beloofde gedupeerden van de Toeslagenaffaire snel te compenseren, maar duizenden ouders wachten nog altijd op hun geld. Redacteur Stefan Vermeulen deed onderzoek naar de verantwoordelijke afdeling binnen de Belastingdienst en ziet waarom het daar maar blijft misgaan.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected]
Boos dekt de lading niet helemaal. Ze is eerder rancuneus, aldus Soundos in haar nieuwe cabaretvoorstelling Witte Ruis. „Als een man mijn integriteit kapot wil maken en plein public moet hij zich zorgen gaan maken.” Ze blijkt de tegenpool van Michelle Obama (When they go low, we go high). Soundos: „When they go low, I go lower!”
Riemen vast dus tijdens de zesde voorstelling van Soundos El Ahmadi (43), die afgelopen jaar ook doorbrak in België na deelname aan een populaire televisiequiz. Ze is behoorlijk klaar met verschillende soorten mannen en dat zal ze laten weten ook, een belofte dan wel dreiging die al wordt aangekondigd in het opkomstnummer. Onaardige uitspraken over haar door Johan Derksen en Wilfred Genee zijn hierin geremixt tot een soort rap. Hun kritiek krijgt haar niet klein, luidt de boodschap.
Mannen zijn volgens Soundos gewoon wat dommer. Jongens zouden volgens onderzoek zes jaar achterstand hebben op meisjes. „En die achterstand halen ze soms nooit meer in.” Ter illustratie vertelt ze grappige verhalen over haar zoontje en man. Laatstgenoemde ligt ’s nachts met een gelukzalige glimlach te slapen terwijl zij piekerend over de wereld en haar leven wakker ligt. Het Comeytrain-lid is er bedreven in om dit soort ergernisjes met de juiste hoeveelheden lompheid en komische overdrijving op te dienen. Zit je met je man op de bank en volgt op de vraag waar hij aan denkt het antwoord ‘niks’? „Geloof hem! Ga niet met die arme sukkel in discussie: hij denkt aan niks.”
Domheid van een ander kaliber treft ze op een provinciale weg. Als twee snelheidsduivels haar op de hielen zitten en er na een inhaalmanoeuvre met een paar middelvingers vandoor scheuren, maakt een ongekende furie zich van Soundos meester. Ze vertelt uitgebreid hoe ze de mannen later bij een stoplicht op hun nummer zet en demonstreert zo haar vermogen om ook bij nogal onbeduidende vormen van onrecht te ontsteken in woede. Daar zou je bewondering bij kunnen voelen, maar echt interessant of grappig is de anekdote niet.
Prikkelender wordt het als Soundos haar pijlen richt op meer problematisch onrecht. Ze houdt een vlammend betoog gericht aan vrouwen om zich harder uit te spreken tegen het soort man dat hen eerst fysiek lastigvalt en zich later verschuilt achter vragen als: ‘Waarom vertelt ze dit pas jaren later?’ Ook haar verhaal over terminologie is treffend: waarom heet een hoog gebouw in de Bijlmer een flat en hetzelfde bouwsel in een witte wijk een appartementencomplex?
Voor het ritme van de voorstelling is het fijn dat Soundos haar woede af en toe weet te temperen. Het levert een leuke act op waarin ze holle functieomschrijvingen op de korrel neemt en een sterk en komisch verhaal waarin ze pleit tegen middelen als Ozempic en ingrepen zoals de ‘Brazilian butt lift’.
Soundos stelt dat critici een zachtere toon van haar willen omdat het vrouwelijker en kwetsbaarder zou zijn. Maar woede is ook kwetsbaarheid, aldus Soundos. En: „Ik sta hier toch, ik bén kwetsbaar.” Je kan je afvragen of er niet wat van die boodschap verloren gaat door dat zo letterlijk te benoemen. Een te veel aan woede is vooral wat vlak. Gelukkig laat Soundos dit grotendeels na in het onderhoudende Witte Ruis.
Bijna een jaar geleden, op maandag 29 januari 2024, presenteert de Policia National de Colombia een ongebruikelijke verdachte. Tussen een zwaar bewapende commando in vol ornaat en een agent in gewoon uniform staat een vrouw in een grijs trainingspak, met de blik omlaag gericht en de handen geboeid.
Ze heet Aura Jazmín C., heeft Colombiaanse roots en woont en werkt al decennia in Amsterdam. Ze is eerder die dag aangehouden in Medellín op verdenking van betrokkenheid bij cocaïnesmokkel. De Colombiaanse autoriteiten pakken groot uit met haar arrestatie, waar ze beelden van vrijgeven.
Er wordt gemeld dat Aura C. (48) voor twee zeer invloedrijke drugsorganisaties heeft gewerkt: het Europese Balkankartel en de Clan del Golfo, het machtigste kartel in Colombia, van de beruchte drugsbaas Otoniel.
De boodschap van de Colombianen is duidelijk: Aura C. is een invloedrijke speler in de internationale cocaïnemaffia. Vandaar haar bijnaam: la Madrina, peettante of godmother. Is ze echt zo invloedrijk als de politie beweert?
Drugsdeal met dodelijke afloop
De Amsterdamse vastgoedhandelaar Erik van Toorenburg speelt een belangrijke rol in het leven van Aura C., zo blijkt uit een stuk in Het Parool uit 2017. Aura C. is in het begin van deze eeuw met hem getrouwd. In die tijd wordt ze voor het eerst aangehouden, in Bogota, met 200.000 euro verstopt op haar lichaam.
Wanneer Van Toorenburg in allerlei schandalen belandt en volgens de Amsterdamse krant naar Thailand vlucht, wordt Aura C. door de rechtbank aangewezen als beheerder van de achtergebleven bezittingen van haar man. Niet lang daarna breekt ze met hem en richt ze met haar zus Luisa een eigen makelaarskantoor op. Ook dat bedrijf komt slecht in het nieuws.
In 2009 komen twee Albanezen om het leven bij een uit de hand gelopen drugsdeal. De politie vindt hun lichamen in een Amsterdams appartement dat door Aura C. en haar zus is verhuurd. Daarna verijdelt de politie een plan om Aura C. te overvallen.
In 2013 komt Aura C. in beeld bij een onderzoek naar cocaïnehandel. Een bouwvakker die voor het bedrijf van Aura C. en haar zus werkt, wordt aangehouden in een bus waarin de politie 50 kilo cocaïne aantreft. De bouwvakker bekent en uiteindelijk worden Aura C. en zus Luisa veroordeeld tot respectievelijk 3,5 en 4,5 jaar celstraf voor lidmaatschap van een criminele organisatie.
Terwijl het hoger beroep in die zaak loopt, vindt de recherche aanwijzingen dat Aura C. vanaf de zomer van 2020 direct betrokken is bij de smokkel van een partij van 230 kilo cocaïne via Spanje. Het bewijs komt volgens het Openbaar Ministerie uit berichten die zijn verstuurd met cryptofoons van telecombedrijf Sky.
Dat onderzoek leidt tot haar arrestatie in Medelllín, waarbij volgens de Colombiaanse autoriteiten een grote hoeveelheid contant geld in beslag is genomen.
Met de omschrijving als „kopstuk in de internationale drugshandel” plaatst het OM Aura C. in een bijzonder rijtje vrouwen
Vrouwen in de drugshandel
Met de omschrijving van Aura C. als „kopstuk in de internationale drugshandel” in een recent persbericht plaatst het OM haar in een bijzonder rijtje vrouwen in de Nederlandse onderwereld. Het OM meldt ook haar bijnaam: Godmother van Amsterdam.
De bijnaam ‘Godmother’ was eerder gereserveerd voor de Amsterdamse Thea Moear. Zij was in de jaren tachtig samen met hasjbaron Klaas Bruinsma een van de leiders van een drugsimperium dat hasj smokkelde en coffeeshops bevoorraadde.
Recent was er nog een vrouw met een soortgelijke bijnaam. De Marokkaans-Nederlandse Naima Jillal, alias Tante, werd net als Aura C. een belangrijke rol toebedeeld in de Nederlandse cocaïnemaffia. Vandaar haar bijnaam: Godmother of coke.
Jilal is in september 2019 verdwenen. Op een telefoon die later dat jaar in beslag is genomen zijn foto’s van haar naakte en ontzielde lichaam gevonden, gemaakt vlak na haar verdwijning.
La Bella Bettien
Onder criminologen is ondervertegenwoordiging van vrouwen in de misdaad al meer dan honderd jaar onderwerp van debat, schrijft emeritus hoogleraar criminologie Frank Bovenkerk in zijn boek La Bella Bettien uit 1995.
Daarin beschrijft hij het levensverhaal van Bettien Martens, een Haarlemse die werkte als tussenpersoon voor Colombiaanse en Italiaanse cocaïnesmokkelaars. Als buitenlandse vrouw in de door mannen gedomineerde wereld van de kartels was ze „uniek”, vertelde Martens tegen Bovenkerk. Ze werd in 1992 gepakt en sloot een kroongetuigendeal.
Een van haar prominente voorgangsters is de Colombiaanse Griselda Blanco, die in de jaren zeventig een eigen organisatie opzette voor de smokkel van cocaïne naar de Amerikaanse staat Florida. Dodelijk geweld domineerde het criminele leven van Blanco, recent verfilmd in de Netflix-serie Griselda.
Waar Griselda Blanco, die zelf door vuurwapengeweld om het leven kwam, aan de top van een zeer gewelddadig crimineel netwerk stond, passen de verhalen van Bettien Martens en Aura C. meer bij het beeld van de vrouwelijke criminele dienstverlener op de achtergrond. Zij vervullen in de door mannen gedomineerde wereld van de georganiseerde misdaad vaak de rol van tussenpersoon.
Mijn cliënt was in Medellín om materiaal te verzamelen waarmee ze haar onschuld kan bewijzen
‘Vals beeld’
Aura C. is afgelopen donderdag naar Nederland overgebracht en vrijdag voorgeleid aan de onderzoeksrechter. „Mijn cliënt is blij dat ze terug is in Nederland omdat ze hier haar onschuld kan aantonen”, zegt haar advocaat Sanne Schuurman.
Hij stelt dat Aura C. via het vastgoed in beeld gekomen is bij onderzoeken naar cocaïnehandel. „Maar zij heeft daar zelf niks mee te maken”, aldus Schuurman. „Ze was in Medellín om materiaal te verzamelen waarmee ze haar onschuld kan bewijzen.”
Schuurman vindt dat er een vals beeld over zijn cliënt is gecreëerd, door de aandacht in Colombia. Hij wijst ook op het persbericht waarin het OM refereert aan haar bijnaam, Godmother van Amsterdam. „Dat is best bijzonder in het geval van een verdachte.”
Eerst zien dan geloven. Drie meisjes van 15, die in de Rotterdamse bibliotheek in het centrum achter schoolboeken zitten, vragen zich af of de wapenstilstand tussen Israël en Hamas in de Gazastrook wel zal standhouden. Ze zijn sceptisch. Ze vertrouwen vooral Israël niet, zeggen ze. Ze volgen de ontwikkelingen nauwgezet via social media.
Thuis wordt er veel over gesproken omdat ze moslim zijn, net als de mensen in Gaza. „Dan voelt het meer als familie.” Op school is de oorlog een onderwerp in de lessen, maar lang niet iedereen voelt zich betrokken. „Sommige klasgenoten helemaal niet.”
Of jongeren in Nederland bezig zijn met het geweld in het Midden-Oosten hangt af van aan wie je het vraagt. De laatste, enigszins hoopvolle ontwikkelingen, worden door de ene leerling op de voet gevolgd. En door de ander juist genegeerd. NRC vroeg jongeren en twee docenten, die we ook vlak na 7 oktober 2023 spraken, hoe zij, en hun leerlingen, terugkijken op zestien maanden gruwelijke oorlog.
Milou en Josefien (beiden 15) die een tafel verder huiswerk maken in de Rotterdamse bieb, begrepen de achtergronden van de oorlog beter nadat hun docent die had uitgelegd tijdens het vak politieke besluitvorming. Sindsdien volgen ze het „een beetje”. Over de aanstaande wapenstilstand weten ze nog weinig. „Ik zou er wel meer over willen leren”, zegt Josefien.
Weer een tafel verder werken Teya en Büsra (beiden 15) aan een Engelse presentatie. Teya veert meteen op als de vraag hoort. „Ik ben Palestijns”, zegt ze. Haar ouders komen uit het stadje Safad in het noorden van Israël. Ze vertrokken toen Teya een paar maanden was. Eerst naar Abu Dhabi en sinds vijf jaar woont het gezin met drie dochters in Nederland. Ze hebben familie in Palestina, zegt ze. Andere familieleden zijn uitgewaaierd over Libanon en Syrië.
Thuis wordt er veel over de oorlog gesproken, zegt Teya. „Mijn vader is al sinds het begin van de oorlog boos en heeft ook nu weinig hoop.” Haar moeder is íets optimistischer. „Maar niet veel.”
Op school leerden haar klasgenoten over de situatie in Gaza, waarbij de docent haar vaak als voorbeeld nam. „Ik vond het lastig, maar ik begrijp het ook. Hij vertelt over Palestina en hij heeft iemand uit Palestina in zijn klas. Ik kan vertellen hoe zo iemand zich voelt. Mijn ouders zouden het liefst daar zijn. Maar ze weten ook: daar is het onveilig, hier is het veilig.”
Mijn vader is al sinds het begin van de oorlog boos en heeft ook nu weinig hoop
Vergeten en vergeven
Geschiedenisdocent Ilja van Bilsem van het Montessori College Arnhem heeft de leerlingen van haar 3-mavoklas sinds het nieuws over een mogelijk staakt-het-vuren nog niet in de klas gehad. In de laatste les sprak ze met hen over hoe zij denken dat de situatie opgelost kan worden. De leerlingen zouden niet weten hoe, maar het liefst wilden ze dat er een einde komt aan alle ellende en dat alles „vergeten en vergeven wordt”.
Toen de oorlog in oktober 2023 begon, speelde die voor de meeste leerlingen geen rol in hun dagelijks leven, vertelde Van Bilsem destijds aan NRC. In de maanden die volgden, merkte ze een verandering, vertelt ze nu. Dit schooljaar wisten ze beter wat er aan de hand was in Gaza, ook dat er veel slachtoffers vielen. „Ik zag dat leerlingen meer uitgesproken werden.”
Volgens Van Bilsem kregen de scholieren veel mee via sociale media en het nieuws, dat ze zowel thuis als in de klas volgden. Vooral de beelden hadden impact. „We zagen bombardementen op ziekenhuizen en kinderen die daar lagen. Dat riep veel afschuw op bij de leerlingen.” Ook over de aanslag op 7 oktober heerste onbegrip. „Ze vonden het onvoorstelbaar dat mensen elkaar zulk leed kunnen aandoen.”
Toch blijft de impact beperkt, stelt Van Bilsem. „Ik heb niet het idee dat mijn leerlingen er wakker van liggen. Wat ze zien, wekt vooral verontwaardiging.”
TikTok
Docent burgerschap Jaser Husseini van het ROC Nijmegen stelde in de dagen na 7 oktober 2023 voor om al die filmpjes die zijn studenten de hele dag te zien krijgen op hun telefoon,via laptop en digibord breeduit te tonen in de klas. TikTok op een groot scherm? Dat was wel even wennen voor zijn studenten autotechniek.
In zijn klas zitten zowel Nederlandse studenten als vluchtelingen uit onder meer Syrië en Eritrea, en kinderen met ouders die uit Israël en Gaza komen. Hij hoorde in die eerste dagen al van een leerling over zijn twee neven die in de Gazastrook waren omgekomen bij een Israëlische vergeldingsactie. En later waren er nog meer leerlingen met familieleden of vrienden die bij de oorlog waren betrokken. Hij hoorde ook van een Joodse student die een nichtje had verloren. Allemaal vertelden ze erover in de klas, boos en verdrietig. De spanning die voelbaar was in de samenleving was er ook in zijn klaslokaal. „Maal tien. Want bij een bushokje kijken de mensen elkaar alleen vuil aan, maar in een klas met twintig pubers met hormonen die alle kanten op schieten…”
Een keer kwam Husseini het lokaal binnen en stonden twee studenten met de vuisten recht tegenover elkaar. In tranen. Maar ze vochten níét. Ze waren blijven staan, in vechthouding, tot hij er was. En dat vond de docent bemoedigend. „Ze wílden niet vechten. Ze wilden in gesprek. Anders hadden ze daar niet gestaan. Anders hadden ze zich wel ziek gemeld.”
Maar zijn studenten weten dat Husseini, zelf na 9/11 uit Afghanistan gevlucht voor de Taliban, graag het gesprek met ze aangaat. Hij wil open staan voor de „pijn en het verdriet” van de één, maar ook van de ander. En hij vertelt ze dat ze alleen met elkaar in één klas kunnen zitten als ze van elkaar leren. Als ze zich vrij voelen hun verhaal te vertellen, als ze begrip leren opbrengen voor elkaars standpunten en zich niet laten meeslepen door hun woede.
Wie zijn ze?
Dus liet Husseini zijn studenten in de maanden na 7 oktober 2023 foto’s van hun familie vertonen, op dat grote scherm. „Over wie hebben we het? Wie zijn ze? Wat betekenen ze voor jou?” Hij merkte dat studenten weinig kennis hadden over elkaar. Palestijnse studenten hadden geen idee over de geschiedenis van Joodse studenten. Hoe het voor hen in Nederland was na de Tweede Wereldoorlog, wat de Holocaust inhield. En andersom wisten Joodse studenten niets over de Nakba en hoe het is om al tweede of derde generatie vluchteling te zijn omdat je opa ooit is gevlucht naar Jordanië of Syrië, waar vervolgens óók oorlog is uitgebroken, terwijl je ook nog familie hebt in Gaza, waar je nooit bent geweest.
En hij liet ze dus ook – op groot scherm – elkaars filmpjes zien. Afkomstig van hun tijdlijn op TikTok, waar zijn studenten gemiddeld vijf uur per dag naar kijken. Niet de bloederige filmpjes, maar wel die van Al Jazeera en de Israëlische media die viral gaan en dankzij de algoritmes de hele dag op hun telefoonscherm verschijnen. Op de Palestijnse filmpjes: huilende kinderen, bombardementen, slachtoffers, leed. Op de Israëlische: ook veel leed, van de gijzelaars. En in beide: veel militaire propaganda over Hamas, of over het Israëlische leger. Met de hele klas deden ze bronnenonderzoek. „Wie is de maker? Waarom is het gemaakt? Wat maakt diegene nog meer?”
Leerlingen horen zoveel over oorlog dat het hen bijna niet meer raakt
Ajax-Maccabi
Ilja van Bilsem herinnert zich hoe ze in eerste instantie de gebeurtenissen rondom de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv ervoer. „Ik dacht: Is dit een jodenjacht? Wat eng.” Wat haar ook opviel, was hoe haar leerlingen in staat waren de verschillende kanten van het verhaal te zien. „Ze benoemden dat er meer aan de hand was. Dat vond ik knap van ze.” Bijvoorbeeld het incident met de Palestijnse vlag die in Amsterdam door een supporter van Maccabi Tel Aviv van een huis werd getrokken. „Dat hadden ze op het RTL-journaal gezien. Ze vonden dat echt een poging om ruzie te zoeken.”
Na de incidenten rondom die voetbalwedstrijd besprak ze in de klas wat antisemitisme is en waar de grens ligt. „Als je het niet eens bent met wat er in Gaza gebeurt, is dat iets anders dan het organiseren van een soort jodenjacht in Amsterdam. Dat onderscheid begrepen ze goed.”
Het valt Van Bilsem op dat leerlingen in zekere mate gewend lijken te raken aan oorlogen en conflicten. „Ze horen er zoveel over dat het hen bijna niet meer raakt. Dat vind ik schokkend.” Ook de spanningen in Nederland rondom het conflict in Gaza worden door haar leerlingen vooral aanschouwd, zonder dat ze er echt op reageren, zegt ze.
Brandjes blussen
In de klas van Husseini was die reactie er wel, vooral na de onrust rond de wedstrijd Ajax-Maccabi eind vorig jaar in Amsterdam. Toen was de spanning in de klas weer even volop terug. De docent burgerschap werkte die week tachtig uur – „lessen voorbereiden, gesprekken voeren” – om in de klas brandjes te blussen.
De vlammen waren niet overgeslagen vanuit Amsterdam maar vanuit Den Haag, waar de politiek met onder meer uitspraken over het afpakken van de dubbele nationaliteit in zijn ogen de polarisatie aanwakkerde. „Ik heb hier niks mee te maken hoor meester”, zeiden Marokkaans-Nederlandse studenten tegen Husseini. „Ik was niet bij de rellen aanwezig.” „Ik was pizza bezorgen.” „Moest leren voor mijn toets.” Terwijl, hoeveel jongeren deden er bij die rellen in Amsterdam nou werkelijke mee? „Maar blijkbaar voelden Marokkaans-Nederlandse jongeren in het hele land zich aangesproken. Ze zijn angstig om fouten te maken, om anders te zijn. Terwijl, in mijn klassen zit de derde generatie, hè.”
Maar afgelopen week was de sfeer opperbest. Met een wapenstilstand in zicht, een mogelijk vredesbestand tussen Israël en Hamas na zestien maanden oorlog in Gaza, overheerst op de gang en in de klaslokalen – ook onder collega-docenten – een gevoel van blijdschap en opluchting. „Eén student had zoetigheid meegenomen, iets van kinderchocolade, om te zeggen: het is vrede, het is klaar.”