Wie is er verantwoordelijk voor de rollen van Laurentien?

Wie is er verantwoordelijk voor wat een prinses dagelijks doet? Nu er onrust is ontstaan op het ministerie van Financiën over de manier waarop prinses Laurentien, voorzitter van de Stichting (Gelijk)waardigHerstel, opereert, komt die vraag weer boven.

In eerste instantie ging die onrust over de hoogte van de schadevergoedingen die SGH toekende aan de gedupeerden van de toeslagenaffaire die zij bijstaat. De stichting zou niet kritisch genoeg zijn, waardoor de kosten tot 3,1 miljard euro duurder uitpakten. Een pilot met SGH werd opgeschort, en na veel overleg onder strengere voorwaarden vorige maand weer opgestart.

Nu zou prinses Laurentien zich tijdens die overleggen schuldig hebben gemaakt aan ‘grensoverschrijdend gedrag’ in haar omgang met ambtenaren op het ministerie, zo meldt het AD. Er zou volgens dat medium sprake zijn van „emotioneel reageren, mensen uitschelden, geen tegenspraak dulden”. Bovendien zou er sprake zijn van „een patroon van intimidatie”.

Het ministerie van Financiën bevestigt dat er meldingen zijn binnengekomen, en dat „in de samenwerking en afstemming de emoties daarbij wel eens [zijn] opgelopen. Een aantal van onze collega’s heeft daarbij mondeling een melding gedaan. Hierover hebben we, als dat aan de orde was, gesproken met de Stichting.” Het ministerie laat in het midden of de meldingen om de prinses gaan, en doet verder geen uitspraken omdat de meldingen vertrouwelijk zijn.

Gert-Jan Segers, voorzitter van de raad van toezicht van SGH, schrijft in een reactie op de website „teleurgesteld” te zijn „in deze anonieme ambtenaren die drukker zijn met kwaadspreken over anderen dan met het rechtsherstel voor benadeelde ouders van de toeslagenaffaire”. Het „geschetste beeld is ongegrond en onwaar”.

Positie Laurentien

Op de achtergrond speelt er, behalve een dispuut over hóe toeslagenouders het beste gecompenseerd kunnen worden, iets anders: de positie van Laurentien. Als lid van het Koninklijk Huis valt zij – net als haar echtgenoot prins Constantijn – onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Dat betekent dat het ministerie van Financiën, in dit geval de staatssecretaris Toeslagen Nora Achahbar (NSC), verantwoordelijk is voor wat de prinses doet.

Onverstandig om dergelijke werkzaamheden te beleggen bij iemand van het Koninklijk Huis

Pieter Omtzigt
fractievoorzitter NSC

Zoals ook het ministerie toestemming gaf toen Laurentien begon met deze functie, zoals bijvoorbeeld ook het ministerie van Economische Zaken dat deed toen Constantijn zich met startups ging bezighouden, Justitie en Veiligheid toen Pieter van Vollenhoven advies gaf over de rol van de politie in gemeenten, en Buitenlandse Zaken toen koningin Máxima werd gevraagd als VN-gezant.

En tegelijk is het óók het ministerie van Financiën dat de stichting van Laurentien inhuurde, en datzelfde ministerie dat een fundamenteel andere manier van compensatie aan toeslagenouders voorstaat. Uit het AD-artikel blijkt bovendien dat ambtenaren van dat ministerie geen officiële klacht indienden over Laurentien omdat ze het idee hadden dat: „Er is nu eenmaal geen klachtenregeling die leden van Koninklijk Huis betreft.”

Kamervragen

Mochten er Kamervragen komen over die verstrengeling, dan zal Achahbar die moeten beantwoorden. Of toch premier Dick Schoof, die uiteindelijk de ‘algemene ministeriële verantwoordelijkheid’ heeft voor wat een lid van het Koninklijk Huis mag?

NSC-fractievoorzitter Pieter Omtzigt zwengelde twee weken geleden in tijdschrift EW een debat aan over hoe ver die ministeriële verantwoordelijkheid moet reiken, en noemde daar specifiek de werkzaamheden van Laurentien.

Hij stelde dat niet Achahbar – zijn partijgenoot – maar Schoof verantwoordelijk zou zijn „zou straks blijken dat het budget voor de Laurentien-route fors wordt overschreden. Dat is het ongelukkige hieraan. Het is onverstandig om dergelijke werkzaamheden te beleggen bij iemand van het Koninklijk Huis”, zei Omtzigt.

Volgens Omtzigt is de vorige premier, Mark Rutte, „te lichtvaardig” omgesprongen met de functies van de leden van het Koninklijk Huis. Rutte vond, net als zijn voorgangers, dat er voor hen ruimte moest zijn om een maatschappelijke functie te vervullen. Zeker voor die leden zoals Laurentien, Constantijn en Van Vollenhoven die, in tegenstelling tot de koning, geen uitkering van de staat ontvangen – en verder weg van de troon staan. Zij krijgen ook meer ruimte om eigen uitspraken te doen, zo tweet Van Vollenhoven regelmatig over zaken die ook politiek kunnen worden.

De NSC-fractieleider zei tegen EW: „Het is hoog tijd dat wij ervoor zorgen dat leden van het Koninklijk Huis géén dingen meer doen naast hun eigenlijke, ceremoniële werk.” Omtzigt wil daarover discussiëren, mogelijk al bij de komende begrotingsbehandeling in oktober. Op X reageerde PVV-fractievoorzitter Geert Wilders instemmend met de woorden: „Laten we dat zo snel mogelijk regelen.”

Met medewerking van Marco de Haan


Lees ook

een Haagse Zaken over ministeriële verantwoordelijkheid