Worden klimaatactivisten harder aangepakt dan boze boeren? ‘Dat is lastig te bewijzen’

Demonstratierecht Dat klimaatdemonstranten harder worden aangepakt dan protesterende boeren, is moeilijk te bewijzen, zegt hoogleraar staatsrecht Jurgen Goossens.

Actievoerder van Extinction Rebellion wordt weggesleept bij blokkade op A12.
Actievoerder van Extinction Rebellion wordt weggesleept bij blokkade op A12.

Foto Simon Lenskens

Jan van Zanen had in aanloop naar de demonstratie van klimaatbeweging Extinction Rebellion van zaterdag ettelijke malen geprobeerd in contact te komen met vertegenwoordigers van de beweging. Niet omdat de Haagse burgemeester iets víndt van de boodschap die zij tijdens hun demonstraties verkondigen, hij beoordeelt aangekondigde demonstraties „met een blinddoek” voor de ogen. Wel omdat hij van de wet het demonstratierecht moet faciliteren.

Dat gesprek kwam er een dag voor de demonstratie. Van Zanen bood aan de demonstratie op de fly-over boven de Utrechtsebaan te houden, of als optocht door de stad. Dat wilden ze niet. Hun „enige eis”, zo schrijft hij in een brief aan de raad, was om de Utrechtsebaan bij de A12 „net zo lang te blokkeren” totdat het regeringsbeleid wordt gewijzigd.

En dus zag hij zich genoodzaakt veel politie in te zetten, die 768 demonstranten zouden aanhouden. Van Zanen vreesde voor gevaarlijke verkeerssituaties bij een wegblokkade. Twee dagen voor de demonstratie werden zes activisten bij hun huis aangehouden voor verhoor. Niet omdat ze van plan waren gebruik te maken van hun grondrecht, maar omdat het OM hen verdacht van opruiing. Het onbevoegd blokkeren van een snelweg is strafbaar.

Critici begonnen al snel over ongelijke behandeling. De Volkskrant becijferde dat sinds 2020 circa een kwart van de Extinction Rebellion-demonstranten bij 235 demonstraties zijn opgepakt, tegenover minder dan 5 procent gedurende 432 boerenprotesten. En wat te denken van de gemeente die voor hardloopwedstrijden wel akkoord gaat met het afsluiten van wegen?

Onwerkbaar

Het verschil in behandeling tussen de klimaatbeweging en de organisatie van de hardloopwedstrijden is, zo schrijft een woordvoerder van de burgemeester aan NRC, dat de hardlooporganisator „een bekende en aanspreekbare organisatie is waarmee heldere afspraken gemaakt kunnen worden”. Extinction Rebellion kent geen centrale leiding en was onverbiddelijk over de gewenste demonstratieplek. En de beweging wilde „voor onbepaalde tijd” demonstreren op de snelweg. Onwerkbaar, vond de gemeente.

Demonstreren is niet alleen een fundamenteel recht, zegt hoogleraar staatsrecht Jurgen Goossens, ook een „schurend recht”. Demonstreren komt met „overlast en risico’s”. Het ongemak erover kan en mag de uitoefening van een grondrecht in principe niet in de weg staan. Dat het onbevoegd blokkeren van een snelweg strafbaar is gesteld, betekent dus niet dat het verboden terrein is voor demonstraties.

Demonstreren is behalve een fundamenteel recht ook een schurend recht, zegt hoogleraar Goossens

Als klimaatactivisten op de snelweg op vreedzame wijze willen protesteren, dan kan zo’n plek „onder de reikwijdte” van het demonstratierecht vallen, zoals is bevestigd door het Europees Hof voor de Rechten van Mens, duidt Goossens. De tweede stap: kijken of er reden is het demonstratierecht op de snelweg te beperken. De burgemeester moet dan wel kunnen onderbouwen dat de beperking noodzakelijk en proportioneel is. Zo’n afweging is „zeer individueel”: per demonstratie, waar steeds andere omstandigheden spelen, wordt een nieuwe afweging gemaakt.

En dat maakt het zo lastig te concluderen dat diverse groepen demonstranten (boeren, anti-Zwarte Piet, klimaat, corona) ongelijk worden behandeld. „Geen enkele demonstratie is hetzelfde”, aldus Goossens. Maar de schijn van ongelijke behandeling komt toch ergens vandaan?

Dionne Abdoelhafiezkhan, medeoprichter van Controle Alt Delete, moet denken aan een politiechef die vorige zomer in NRC zei dat veel agenten sympathiseren met de protesterende boeren. „Diezelfde sympathie is er niet voor klimaatactivisten, die staan juist lijnrecht tegenover de boeren.” Haar organisatie zet zich onder meer in tegen politiegeweld en etnisch profileren. Zij wijst erop dat de klimaat- en boerenprotesten grote overeenkomsten hebben. „Beide zijn goed georganiseerd en ontregelen de openbare orde. Belangrijk verschil is dat de klimaatactivisten geweldloos protesteren, terwijl de boeren dat niet altijd doen. In dat licht is het wrang dat de overheid wel de bereidheid toont zevenhonderd mensen te arresteren bij klimaatdemonstraties, niet bij de boerenprotesten.”

Het is dan ook niet wijs dat autoriteiten als de politie zeggen te sympathiseren met boeren, vindt hoogleraar Goossens. Hetzelfde geldt voor Kamerleden en ministers. Zo stelt minister Dilan Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid, VVD) dat het goed is dat zes klimaatactivisten vooraf zijn aangehouden. Zij vindt dat het hier om opruiing gaat, niet om het recht op demonstreren.

„Zeker de minister moet heel voorzichtig zijn met zich uit te spreken over individuele situaties”, zegt Goossens. Zulke uitlatingen kunnen ervoor zorgen dat „burgers op voorhand druk voelen in de toekomst niet langer gebruik te maken van hun demonstratierecht”, het chilling effect. En het is onmogelijk binnen „een paar minuten of dagen” te spreken van opruiing. Het zal uiteindelijk aan de rechter zijn, niet aan de minister, over die kwalificatie te oordelen, aldus Goossens.

De Nationale Ombudsman signaleerde in 2018 al dat het demonstratierecht onder druk staat. Amnesty International kwam vorig najaar met een soortgelijke constatering. Dinsdag stemde een Kamermeerderheid voor een debat hierover, op verzoek van de Partij voor de Dieren. Fractievoorzitter Christine Teunissen wil „niet op de stoel van het OM of de rechter gaan zitten”, maar ze vraagt zich sterk af of je wel kan spreken van gelijke behandeling. Zij vindt het „heel opmerkelijk” dat wanneer Farmers Defence Force aankondigt dat „de trekkers weer het straatbeeld gaan bepalen” van tevoren niet wordt ingegrepen zoals bij Extinction Rebellion is gebeurd. „Dat kan je dan ook zien als opruiing.”