Begin oktober was ze op een VN-conferentie in Caïro. Na het begin van de Israëlische bombardementen op Gaza kon de 28-jarige Amal Awni, een activiste uit Gaza op het gebied van jongeren en vrouwenrechten, niet terug. „Mijn familie en vrienden raadden het me af om überhaupt te proberen terug te gaan, omdat het veel te gevaarlijk was”, zegt ze in een koffiehuis in een steegje in het centrum van Caïro.
Terwijl zij al tien maanden in Cairo zit, zijn haar ouders en zeven zussen nog in Gaza. Ze komen uit het Bureij-vluchtelingenkamp in het midden van de Gazastrook, en verblijven daar nog steeds. Awni’s verloofde Ahmed is kort geleden in Egypte aangekomen. Net als veel Gazanen in Egypte kwam hij binnen via het ‘reisbureau’ Hala in Caïro. Dat bedrijf is in staat om namen op de felbegeerde lijsten te krijgen die het mogelijk maken Gaza via de Rafah-grensovergang te verlaten. Het bedrijf, dat een monopoliepositie heeft, noemt deze praktijk ‘coördinatie’. Awni en haar verloofde betaalden 5.000 euro voor zijn doorgang.
Ahmed is een van de ruim 115.000 Palestijnen uit Gaza die volgens de ambassade van de Palestijnse Autoriteit in Caïro sinds het begin van de oorlog naar Egypte zijn gevlucht. Veel van hen verkregen een plek op de lijst in Rafah na betaling van duizenden dollars. Een klein deel kon weg uit Gaza vanwege een buitenlands paspoort, of een medische behandeling.
Eenmaal in Egypte bevinden Gazanen zich in een precaire positie. De meeste Palestijnen uit Gaza hebben alleen een identificatiebewijs, geen paspoort. In Egypte hebben ze geen verblijfsvergunning of vluchtelingenstatus, enkel een toeristenvisum dat 45 dagen geldig is.
De VN-organisatie UNHCR heeft in Egypte het mandaat om vluchtelingen te beschermen, maar dat mandaat wordt door de Egyptische regering niet erkend voor Palestijnen. UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen, opereert wel in Gaza, op de Westelijke Jordaanoever, Syrië, Libanon, en Jordanië, maar niet in Egypte.
Niet werken en onverzekerd
Het gevolg is dat de meeste Gazanen in limbo verkeren. „We mogen niet werken, kunnen geen bankrekening openen en zijn niet verzekerd”, zegt Awni. Ze huurt samen met Ahmed en twee vriendinnen – die ook op deVN- conferentie waren – een klein appartement in het centrum van Caïro, in een drukke winkelstraat. De huur is er hoog, veel Palestijnen uit Gaza wonen in goedkopere buitenwijken.
Bovendien hebben veel families al hun spaargeld opgemaakt om uit Gaza weg te komen. Veel Gazanen in Egypte steunen daarom op hulp van hun sociale netwerk. De afgelopen maanden hebben zowel Palestijnen als Egyptenaren verschillende initiatieven opgezet om hen te helpen. Awni richtte het Sanad Initiative op. De hulporganisatie, gerund door vrijwilligers in Egypte en Gaza, leunt op donaties en biedt onder meer psychologische ondersteuning en noodhulp, zoals medicijnen.
„Ik bezoek overdag veel families, en zieke of gewonde Palestijnen uit Gaza in Egyptische ziekenhuizen”, vertelt Awni bij een kopje thee. Het Sanad Initiatief houdt niet alleen andere Gazanen, maar ook haarzelf op de been. Overdag lukt het haar zo om afgeleid te worden van haar constante zorgen om haar familie in Gaza. Enkele maanden geleden is een crowdfunding gestart om ook Awni’s familie uit Gaza te krijgen; 40.000 dollar hebben ze nodig.
Lees ook
Lees ook: Israël stelt Palestijnse gevangenen bloot aan collectieve bestraffing
Het Hala-kantoor is onderdeel van de Organi-groep, bestaande uit een reeks bedrijven in de bouw, vastgoed en beveiliging. Aan het hoofd ervan staat de Egyptische zakenman Ibrahim al-Organi, die banden heeft met de Egyptische regering. In de Sinaï is al-Organi een bekende zakenman die eerder samenwerkte met de Egyptische regering in de strijd tegen militante groeperingen die zich verbonden aan de Islamitische Staat.
Hala verdiende maandenlang naar schatting gemiddeld 2 miljoen dollar per dag aan de betalingen van Gazanen die hoopten weg te komen. Voor een volwassene moest zeker 5.000 dollar worden neergelegd, voor een kind 2.500, vertellen verschillende Palestijnen uit Gaza in Cairo. In een interview met The New York Times ontkende Al-Organi dat het bedrijf zulke bedragen heeft gevraagd.
Geen hulp in Egypyte
Ook Alaa Asaker (30) is sinds februari in Egypte, eveneens met hulp van het Hala-kantoor, vertelt hij in een café in Caïro. Hij werd geboren in de Emiraten, studeerde in Jeruzalem, en keerde toen met zijn familie terug naar Gaza. Daar richtte hij in 2017 de NGO Palestine Charity Team op, een hulporganisatie gericht op Palestijnen in Rafah, leunend op vrijwilligers en donaties. Vanuit Egypte stuurde zijn organisatie ook hulpgoederen naar Rafah, die Gaza binnenkwamen via een tussenpersoon, in coördinatie met de Egyptische veiligheidsdiensten.
„In Egypte is er vrijwel geen humanitaire hulp voor Gazanen of officiële instantie waar zij zich toe kunnen wenden”, zegt Asaker. Zelf vormt hij een uitzondering, want zijn positie is een stuk minder precair: hij studeerde eerder in Egypte en heeft nu een promotieplek aan de Egyptische Universiteit van Mansoura en een verblijfsvergunning gekregen.
De ambassadeur in Cairo namens de Palestijnse Autoriteit, Diab al-Louh, drong er in mei op aan dat de Egyptische regering de Palestijnen uit Gaza een tijdelijke verblijfsvergunning zou geven om hun toestand te verbeteren. Hij benadrukte dat zij niet de ambitie hebben zich permanent in Egypte te vestigen.
De Egyptische regering vreest al sinds het begin van de Gaza-oorlog een massale verdrijving van Palestijnen uit Gaza naar de Egyptische Sinaïwoestijn – een intern document van het Israëlische ministerie van Inlichtingen, waarin deze optie wordt genoemd, lekte eind oktober uit.
Sinds Israël begin mei een grondoffensief begon in Rafah en de grensovergang overnam, komt er niemand meer door. Degenen die kort daarvoor geld aan Hala betaald hadden, wachten nog steeds en hebben geen idee wat er met hun geld is gebeurd.
In een eerdere versie was sprake van een gelekt ‘concept’ van een plan Palestijnen massaal te verdrijven naar Egypte. Dat is hierboven aangepast.