Sommige winkels in Southport blijven nog even dicht – uit respect én uit angst voor rellen

De Sussex Road, die automobilisten van en naar het hart van Southport brengt, is een drukke weg. Toch staat elke automobilist die via deze weg langs de moskee rijdt, zaterdag aan het begin van de avond eventjes op de remmen. Er wordt geclaxonneerd, opgestoken duimen steken uit de open ramen, soms begeleid door een simpele glimlach en een knikje.

Voor de moskee staat de imam, Ibrahim Hussein, naast hem een groep agenten. Elke keer dat iemand voorbijrijdt en een korte blijk van erkenning geeft, legt hij zijn rechterhand op zijn hart en buigt hij zijn hoofd uit dankbaarheid. Een kleine zwarte Opel rijdt stapvoets langs, een kale man steekt zijn hoofd uit het raam en richt zich tot de agenten. „Hoe gaat het met jullie collega’s? Liggen ze nog in het ziekenhuis?” De agenten knikken kort. „Ja.”

Vorige week werd de Engelse havenstad Southport opgeschrikt door een tragedie, waarna rellen ontstonden. Maandagochtend – de zomervakantie was net begonnen – namen jonge kinderen deel aan een workshop dansen, op muziek van popartiest Taylor Swift. Die middag, vlak voordat de ouders hun kinderen kwamen ophalen, liep een zeventienjarige jongen het gebouw binnen met een mes. Niet veel later waren twee kleine meisjes vermoord, een ander stierf de volgende dag. Verscheidene andere kinderen raakten ernstig gewond, evenals twee volwassenen.

Het hele land was in shock door de brute moord op de kinderen. De gemeenschap van Southport hield dinsdagavond een wake om samen te rouwen, maar een groep van honderden woedende mannen kwamen met een heel ander doel op de stad af. Vrijwel direct na de aanval op maandag begonnen extreemrechtse groeperingen verkeerde informatie te verspreiden over de verdachte. Die zou een Arabische naam hebben en asielzoeker en moslim zijn.

Daarmee werd het drama in Southport ingezet om zowel moslims als asielzoekers in het Verenigd Koninkrijk aan te vallen. Verspreid over het land hebben extreemrechtse groepen demonstraties georganiseerd of aangekondigd, zoals in Liverpool, Manchester, Leeds.Vrijwel direct na de aanval op maandag begonnen extreemrechtse groeperingen verkeerde informatie te verspreiden over de verdachte. Die zou een Arabische naam hebben en asielzoeker en moslim zijn. Daarmee werd het drama in Southport ingezet om zowel moslims als asielzoekers in het Verenigd Koninkrijk aan te vallen. Verspreid over het land hebben extreemrechtse groepen demonstraties georganiseerd of aangekondigd,

Deze zondag nog hadden gewelddadige rellen plaats in Bolton, bij Manchester, waar rechtse demonstranten die met Engelse vlaggen zwaaiden, slaags raakten met tegendemonstranten. In Middlesbrough sloegen gemaskerde relschoppers ramen in van huizen en auto’s in een wijk waar veel migranten wonen. En in Rotherham bestormde een menigte een hotel dat is gebruikt om asielzoekers op te vangen. De Britse premier Keir Starmer waarschuwde zondag de deelnemers aan de rellen. „Ik garandeer dat jullie er spijt van krijgen dat jullie hebben deelgenomen aan deze wanorde”, zei hij over de onlusten in Rotherham. „Ramen ingeslagen, brandstichting, gasten en medewerkers die doodsangsten uitstaan. Hier is geen enkele rechtvaardiging voor.”

Zeker 53 gewonde agenten

Het gewelddadige protest begon dinsdagavond in Southport. Zo’n drie kilometer van de wake verzamelde zich een extreemrechtse menigte, die zich naar de moskee aan Sussex Road begaf. Binnen een mum van tijd stonden honderden mannen voor het gebouw. Ze gooiden met stenen, staken politieauto’s in brand en vielen agenten aan. Zeker 53 agenten raakten gewond, 27 van hen moesten naar het ziekenhuis.

De vermoedelijke dader van de aanval is de 17-jarige Axel Rudakubana. Normaal gesproken wordt de naam van een minderjarige verdachte niet vrijgegeven, maar de rechtbank in Liverpool oordeelde dat de „idiote rellen” daartoe aanleiding gaven. Daarnaast wordt Rudakubana komende woensdag achttien.

De verdachte is geboren in Cardiff, de hoofdstad van Wales, en heeft Rwandese ouders. Hij wordt beschuldigd van drie moorden en tien pogingen tot moord. Over zijn motief is nog niets bekend. Volgens BBC zei de aanklager dat Rudakubana is gediagnosticeerd met autisme en al langer „niet met zijn familie sprak of het huis verliet”.

De rellen hebben zich in de loop van de week verspreid over andere delen van het Verenigd Koninkrijk. Verscheidene moskeeën en opvangcentra voor asielzoekers werden aangevallen en steeds meer agenten raakten gewond.

Dit weekend ging het zaterdag al mis. Er werd gereld in onder meer Bristol, Hull, Belfast, Manchester, Leeds en Liverpool. In die stad raakten ’s avonds meerdere politieagenten gewond en werden er twee in het ziekenhuis opgenomen. Volgens de politie gaat het om de meest wijdverspreide ongeregeldheden in het land in dertien jaar.

In Aldershot, iets ten westen van Londen, protesteerden extreemrechtse groepen zondag bij een opvangcentrum voor migranten. Overal in Groot-Brittannië zijn er demonstraties tegen migranten geweest sinds de moorden in Southport.
Foto Neil Hall / EPA

Rotzakken

Met een pint bier in hun handen praten Keith Radcliffe (68 jaar) en John Nelson (80) zaterdag in de lokale kroeg over wat er de afgelopen dagen allemaal is gebeurd in het normaal zo rustige Southport. „Het is misschien cliché, maar je verwacht gewoon nooit dat zoiets in jouw stad gebeurt”, zegt Radcliffe. Hij woonde jarenlang tegenover Hart Street, de straat waar de meisjes werden gedood. „Mijn kinderen gingen daar naar school, het is zo’n een fijne plek om te wonen. En dan gebeurt dit.”

De mannen komen allebei oorspronkelijk uit Liverpool. Ze zijn „best wel wat rellen gewend”, zoals de gewelddadige Toxteth-rellen van 1981, waarbij honderden mensen de straat opgingen om te plunderen. „Het zijn precies dezelfde soort scallywags (rotzakken) die de afgelopen dagen de straten op zijn gegaan”, zegt Nelson.

Southport lijkt zich een aantal dagen na de steekpartij voorzichtig weer op te richten, maar de littekens zijn nog zichtbaar. Verschillende winkels houden de deuren dicht, zoals de Starbucks in het centrum van de stad. Op een poster die op de voordeur is geplakt, is te lezen dat het café de komende dagen gesloten blijft vanwege de „veiligheid voor haar medewerkers” en uit „respect voor de nabestaanden”. De bedrijven die wel open zijn, houden zaterdagavond twee minuten stilte en spelen daarna het Taylor Swift-liedje ‘Love Story’. Op lantaarnpalen en prikborden zijn posters geplakt met nummers die mensen kunnen bellen voor psychologische hulp, of voor tips hoe je met kinderen moet bespreken wat er is gebeurd.

Een toren van knuffels

Op het plein voor het stadhuis ligt een zee van kleurrijke bloemen, met in het midden een toren van knuffels. Tussen de bloemen liggen grote foto’s van de drie gedode meisjes: Bebe King (6), Elsie Dot Stancombe (7) en Alice Dasilva Aguiar (9). Op de grond liggen handgeschreven kaartjes, tekeningen en vriendschapsarmbandjes met de namen van de meisjes. Erboven zweven roze en rode ballonnen in de vorm van hartjes. De hele dag door komen mensen aanlopen. Velen zijn overweldigd door verdriet, houden elkaar stevig vast. Ouders knijpen net wat harder in de handjes van hun kinderen, op zoek naar de woorden om uit te leggen waarom hun leeftijdsgenootjes er niet meer zijn.

Met een zee van bloemen en knuffels worden in Southport de drie gedode kinderen herdacht. Ouders liepen er zondag met hun kinderen langs.
Foto Belinda Jiao / Reuters

Ook Grace Thompson (20) en Leigh-Anne Slade (23) komen bloemen leggen. Ze hebben een grote bos zonnebloemen bij zich, knippen de stelen schuin af – vrijwilligers van de lokale bloemenwinkel helpen alle boeketten netjes te houden – en vinden een mooi plekje om de bloemen neer te leggen. De twee vrouwen werken in het nabijgelegen verpleeghuis en zijn tijdens de pauze gekomen, nog gekleed in hun blauwe uniform. „Ik heb een kind van vier”, vertelt Leigh-Anne met tranen in haar ogen. „Zodra het nieuws naar buiten kwam over de aanval haalde ik haar op; haar opvang is maar vijf minuten van waar het is gebeurd.”

Ook aan de uiteindes van Hart Street – de straat zelf is afgezet voor het politieonderzoek – worden bloemen en knuffels neergelegd. Cairi Mackenzie is samen met haar nichtje en neefje – de vijfjarige Olivia en vierjarige Berty – langsgekomen. „We zijn sinds de aanval en de daaropvolgende rellen niet veel naar buiten gegaan”, vertelt Cairi, „maar de kinderen hebben natuurlijk wel door dat er iets aan de hand is. Daarom zijn we nu hier, om eerlijk te zijn over wat er is gebeurd.” De kinderen hebben lang met de agenten gepraat, die op de hoek staan te patrouilleren. „We wilden de politie graag een knuffel geven”, vertellen Berty en Olivia. „En ze bedanken dat ze ons veilig houden.”

„En”, vult Mackenzie aan: „we willen laten zien dat er meer goede mensen zijn dan slechte. Zie je al deze bloemen en lieve berichten?” De kinderen richten hun ogen op de tientallen boeketten. „Ik was wel een beetje bang”, zegt Olivia. „Ik wil echt niet vermoord worden.”

Moskee

In heel Southport is de politie in groten getale aanwezig – zoals ook elders in het land, want extreemrechtse groepen zijn ook in andere steden in actie gekomen voor allerlei vormen van demonstraties tegen migranten. Gedurende de avond lopen meerdere buurtbewoners langs om te vragen of de agenten genoeg te eten en drinken hebben, een vrouw brengt een grote zak chips en pakjes Capri-Sun.

Er wordt gevreesd dat de moskee opnieuw doelwit wordt. Weinig moslims komen bij het avondgebed opdagen, wie wel komt haast zich snel naar binnen. Toch blijft de moskee open, vertelt imam Hussein na het avondgebed, gekleed in een groene qamis (lang hemd) en een witte katoenen kufi (gebedsmuts). „Als we onze deuren sluiten, hebben de relschoppers gewonnen. Dat mag niet gebeuren.”

Na de rellen van dinsdag was de moskee flink beschadigd. De schutting om het gebouw was in brand gestoken, de bakstenen muurtjes verwoest. De meeste ramen zijn nog heel omdat de moskee al jaren geleden metalen roosters voor de ramen had geïnstalleerd.

„We voelen de laatste jaren natuurlijk wel dat de haat jegens moslims groeit”, vertelt Hussein. „Daarom leek het ons verstandig om de ramen te beschermen. Want zodra een raam wordt ingegooid, kunnen ze brandende voorwerpen naar binnen gooien.”

Woensdagochtend kwam Hussein de schade aan zijn moskee bekijken, toen hij tot zijn verbazing zag dat tientallen buurtbewoners al waren begonnen met opruimen. „Ik wist altijd al dat onze buren geweldig waren. Maar dit…” Hij is even stil, wijst naar een van de rode bakstenen muren. „Deze muur was helemaal afgebroken, binnen een dag stond-ie weer overeind. Buren kwamen puinruimen, brachten eten en drinken, vakmensen boden hun werk gratis aan.”

„We zijn nog aan het helen, niemand snapt waarom we zo zijn aangevallen. Daarnaast vinden we het verschrikkelijk dat de herinneringen aan de drie jonge meisjes zijn gekaapt door deze relschoppers. We hadden ons moeten concentreren op de families, hadden voor hen moeten bidden, voor ze moeten zorgen. Maar daar dachten die provocateurs niet aan. Ze hebben geen respect voor de nabestaanden, noch voor ons – waarschijnlijk niet eens voor zichzelf.”

Vlak voordat Hussein weer naar binnen wil lopen, komt een man – lang, strakke jeans, blauwe polo, serieuze blik – stevig op hem afgelopen. Even is iedereen alert, totdat hij zijn hand uitsteekt. Hij legt zijn linkerhand op de schouder van imam Hussein, trekt hem voorzichtig naar zich toe. „Meneer, ik heb u gezien op het nieuws. U bent altijd, maar dan ook altijd welkom bij ons thuis. Zorg goed voor uzelf.”