Geen nieuwbouwwoningen, maar krotten – in afwachting van de rechter

Een blok woningen in Zwammerdam dat al vier jaar leeg staat in afwachting van sloop en nieuwbouw.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Hier had het moeten gebeuren. Jozef Kindt wijst naar de grauwe dichtgespijkerde huizen aan de rand van Zwammerdam. Er hadden 123 nieuwe woningen moeten staan. 88 eengezinswoningen en 35 drie- en tweekamerappartementen. Een goede zaak voor het dorp, zo jubelde de verantwoordelijk wethouder bij de aankondiging. „Divers, duurzaam én betaalbaar.” Maar dat is inmiddels alweer twee jaar geleden.

In plaats van langs een bouwplaats wandelen Jozef Kindt (72) en Jaap van den Hoek (61), beiden leden van de Belangenvereniging Zwammerdam, nu langs de ijzeren hekken van een spookwijk. De bewoners van het voormalige woonzorgcomplex zijn al jaren weg, maar de veertig huizen die voor het bouwproject gesloopt moeten worden staan nog altijd te verkrotten. Het onkruid groeit tot de eerste verdiepingen de lucht in.

Het is een wrang beeld voor een dorp waar veel vraag naar woningen is, en waar de afgelopen twintig jaar amper is bijgebouwd. Zowel in aanbod als in prijsklasse zit er weinig tussen voor jonge gezinnen in Zwammerdam. Het Zuid-Hollandse dorp, met 1.900 inwoners, vergrijst intussen. In 2013 moest een van de twee basisscholen door een tekort aan leerlingen haar deuren sluiten. Op de enige school die er nu nog is, neemt het aantal leerlingen al jaren af, inmiddels zijn het er 115. De plaatselijke voetbalclub, Kindt was er tot 2011 voorzitter, ging van 220 spelende leden naar nog geen 100.

Jozef Kindt (links) en Jaap van den Hoek (rechts), beiden lid van de Belangenvereniging Zwammerdam, zijn voor de bouw van nieuwe woningen.
Foto Dieuwertje Bravenboer

De enige oplossing, aldus Kindt: „Meer woningen bouwen.” Des te pijnlijker dat de bouw van ‘de Verbinding’, zoals de nieuwe wijk moet heten, nu stil ligt. Sinds 2018 zet Kindt zich namens de Belangenvereniging in voor meer woningen in het dorp. De vereniging onderzocht de woonbehoefte onder bewoners en deed suggesties aan de gemeente over waar gebouwd kon worden.

In het vergrijsde dorp ging een van de twee basisscholen dicht, het ledental van de voetbalclub is ruim gehalveerd

Dat was dus bijna gelukt. Bijna. Jaap van den Hoek zegt wel te weten door wie dat komt. Hij knikt naar een vrijstaand huis, uitkijkend op het terrein. „Een paar omwonenden traineren de boel.” Door hun bezwaren tegen de bouwplannen schortte de Raad van State de bouw voorlopig op. De gemeente moest meer onderbouwing voor de parkeerbehoefte geven, en een verkeersonderzoek overleggen. Daarover moet de Raad zich nu opnieuw buigen. Pas eind dit jaar verwachten Kindt en Van den Hoek een uitspraak. Tot die tijd blijft de spookwijk staan.

Druk op rechtspraak

De gang van zaken in Zwammerdam staat niet op zichzelf. Door het hele land maken burgers de gang naar de rechter om bezwaar aan te tekenen tegen woningbouwbesluiten in hun buurt. Uit een rondvraag onder gemeenten van ambtenarenvakblad Binnenlands Bestuur en het Nederlands Dagblad blijkt dat vier op de vijf gemeenten met nieuwbouwplannen zitten die worden gefrustreerd door bezwaarprocedures. De klagers blijken ook lang niet alleen natuurorganisaties te zijn (slechts een kwart van de gemeenten ziet bezwaren uit die hoek) maar in overgrote meerderheid omwonenden.

Een vaak opgevoerde reden is de vrees voor meer auto’s in de wijk – die voor extra verkeersdrukte zorgen en meer parkeerplekken innemen. Ook zorgen om privacy of het verlies van het mooie uitzicht op het groen worden vaak genoemd. Om die laatste reden vangen bezwaarmakers bij de Raad van State doorgaans bot, zo zegt omgevingsrechtadvocaat Rachid Benhadi. „Er bestaat niet zoiets als recht op vrij uitzicht. En tegenwoordig houdt de Afdeling bestuursrechtspraak meer rekening met het maatschappelijk belang van woningbouw.”


Lees ook

voorrang voor hoger beroep over woningbouwprojecten

Foto Peter Hilz

Toch ziet de Raad van State in veel gevallen wel genoeg reden om na bezwaren van omwonenden een bestemmingsplan tijdelijk te schorsen. Zoals in Zwammerdam komt een bouwproject dan stil te liggen, in afwachting van een oordeel van een bestuursrechter. Bezwaarmakers kunnen uiteindelijk doorprocederen tot aan de hoogste bestuursrechter, en daarmee de bouw met jaren rekken.

En dat doen Nederlanders ook massaal, blijkt uit het jaarverslag van de Raad van State. De Afdeling bestuursrechtspraak ziet het aantal zaken met het jaar toenemen. In 2019 kreeg de hoogste bestuursrechter nog 1.019 omgevingsrechtszaken binnen. Eind vorig jaar kwam de teller tot 2.671. Voor een belangrijk deel gaat het om bezwaarzaken rondom nieuwbouw. Door de toenemende druk op de rechtspraak moet je ook langer wachten voor er een uitspraak is gedaan. Door een stuwmeer aan zaken kan het zo anderhalf tot twee jaar duren voor de Raad van State de behandeling kan beginnen. De behandeling zelf duurt gemiddeld 48 dagen, elf dagen meer dan in 2019.

En heeft het procederen uiteindelijk zin? Hoewel het geen wetmatigheid is, gaat de bouw in verreweg de meeste gevallen van een bezwaarprocedure volgens advocaat Benhadi toch door. Benhadi, die jaarlijks over 30 tot 40 bestemmingsplannen over woningbouw adviseert, ziet ook dat gemeenten tijdens de jarenlange procedure nog aan de plannen kunnen sleutelen. „Dan komen er allerlei nieuwe onderzoeken of rapporten over parkeerdruk of verkeersstromen, of worden plannen aangepast.”

In vier op vijf gemeenten worden plannen voor nieuwbouw gefrustreerd door bezwaren, meest van omwonenden

De grote bereidheid om te procederen leidt tot ergernis bij gemeenten, die hun woningbouwdoelen niet halen. Projectontwikkelaars en woningbouwers, voor wie de jarenlange vertragingen een flinke kostenpost zijn, voelen zich gechanteerd door de bezwaarmakers. Branchevereniging Neprom en grote woningbouwers als BAM en Heijmans laten geen kans onbenut om verantwoordelijk minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting, BBB) op te roepen bezwaarprocedures te versnellen.

Saillant detail is dat ook minister Keijzer met haar buren tot aan de Raad van State geprocedeerd heeft om de bouw van een woonzorgcomplex in haar buurt tegen te gaan. De hoogste bestuursrechter wees het bezwaar echter af; de huismus zou door de bouwplannen niet ernstig in gevaar zijn. Tegenover het AD noemt de minister het een privékwestie waar ze niet verder op wil ingaan.

Enkele van de sloopwoningen die moeten wijken voor nieuwbouw.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Ondanks haar eigen procedure gaat Keijzer het beleid van haar voorganger Hugo de Jonge voortzetten. In het hoofdlijnenakkoord wordt gesproken over „beperken [van] beroepsmogelijkheden” om versnelde woningbouw mogelijk te maken. Er komt nog maar één beroepsmogelijkheid, en dat is direct bij de Raad van State. De wet die dat regelt ligt ter behandeling voor aan de Tweede Kamer.

‘Zullen we maar sluiten?’

Een van de bezwaarmakers in Zwammerdam is Rienk de Jong (82). Hij woont in het vrijstaande huis en begon samen met zijn buurman de bezwaarprocedure tegen de nieuwbouwplannen. Hij wil best vertellen waarom. Voor zijn plezier doet hij het niet, het kostte hem „meerdere duizenden euro’s” omdat ze een vergunningsexpert inschakelden voor hulp bij de klachten. „We zijn niet tegen woningbouw, maar niet op deze manier”, zegt hij. „Er wordt tot vierhoog gebouwd. Dat past niet bij dit dorp. We kijken liever tegen groen aan.” Een ander punt is de verkeersdrukte en -veiligheid die door de nieuwe woningen zou verslechteren, zo zegt De Jong.

Jozef Kindt van de Belangenvereniging wijst naar de graffiti op de verkrotte woningen. „Maar hier wil je toch ook niet tegenaan kijken?” Hij woont inmiddels 38 jaar in het dorp en is altijd betrokken geweest bij de buurt. Actief in de ouderraad van de basisschool, trainer van de voetbalteams van zijn zoons, later werd hij bestuursvoorzitter van de club. Op zijn 60ste ging hij met vervroegd pensioen om zich volledig op vrijwilligerswerk te richten. In 2021 kreeg hij zelfs een lintje voor zijn inspanningen voor het dorp.

Kindt moet soms nog denken aan de tijd dat er meer „reuring” was in Zwammerdam. Grote buurtfeesten in de zomer. Op zaterdagen om 9.00 uur met het halve dorp langs de velden van V.V. Zwammerdam. „De gloriejaren!” Tot ’s avond laat werd er geborreld in de kantine. Nu zegt het barpersoneel op zaterdagmiddag: „Zullen we maar sluiten? Het loopt leeg.” De „jongens” in het eerste team („derde klasse, hoogste niveau van de regio!”) wonen niet meer in het dorp.

Kindt kent zo’n beetje iedereen in het dorp, maar bezwaarmaker Rienk de Jong heeft hij nog nooit gesproken. „Het zal best een redelijke man zijn”, zegt hij over zijn dorpsgenoot. „Misschien moeten we binnenkort maar eens gaan zitten.”

Bezwaarmaker De Jong wacht de uitspraak van Raad van State vol verwachting af. De tachtiger twijfelt of hij de eventuele nieuwbouw nog zal meemaken. Natuurlijk maakt hij zich ook zorgen om de vergrijzing, zegt hij. „Maar er moet ook niet te veel gedacht worden vanuit een nostalgisch gevoel.” De procedure is voor hem vooral een principezaak. „Ik wil dat het volgens de regels gaat. De gemeente moet zijn werk goed doen.”

Jozef Kindt denkt dat de Raad van State de bezwaren uiteindelijk van tafel zal vegen, en dat het woningblok er in 2026 alsnog zal staan. „Het is gewoon een goed plan, en het dorp heeft het nodig.” Hoe dan ook blijft Kindt actief betrokken bij de gemeente, en alles wat er in de omgeving gebeurt. Tegen het raam van zijn huis hangt een poster: Néé tegen windmolens. „Oh ja”, zegt Kindt, „dat is nog een ander projectje. Als het goed is, zijn ze voorlopig van de baan.”