Bij de anti-overheidsprotesten in Bangladesh zijn zondag verspreid over het land zeker vijftig mensen om het leven gekomen. Dat meldt het Franse persbureau AFP op basis van de politie en artsen. Demonstranten en de politie raakten, zoals afgelopen maand vaker, slaags met elkaar. Het overgrote deel van de slachtoffers, onder wie ook honderden gewonden, is demonstrant. Ook zouden volgens de Bengaalse politie „zeker veertien agenten” zijn omgekomen.
Studentenleiders eisen dat premier Sheikh Hasina aftreedt. Zij wordt verantwoordelijk gehouden voor omstreden hervormingen van de zwakke arbeidsmarkt in Bangladesh. In juni kondigde haar regering aan dat 30 procent van de overheidsbanen naar familieleden van vrijheidsstrijders uit de bevrijdingsbeweging van het land in 1971 moesten gaan. Voor Bengaalse jongeren een klap in het gezicht: zij kunnen al moeilijk aan werk komen, en overheidsbanen zijn in trek.
De regering van Hasina trok hetzelfde plan in 2018 in nadat studenten eveneens massaal de straat op gingen. Vooralsnog is er weinig dat op een herhaling van die cyclus wijst: ordetroepen proberen de protestbeweging met veel geweld — kogels en traangas, een avondklok, het lamleggen van het internet — de kop in te drukken. Duizenden studenten zijn opgepakt. Alleen in juli al kwamen meer dan tweehonderd studenten om het leven, meestal door politiekogels. Het Hooggerechtshof van Bangladesh heeft inmiddels wel weer afgeraden het quotum af te zwakken, maar de geest is al uit de fles.
Lees ook
Ondanks bloedbad gaan studenten in Bangladesh door met demonstraties
Kunstenaar Willem den Ouden is op 97-jarige leeftijd overleden. Dat heeft zijn uitgeverij bekendgemaakt, meldt de NOS. Den Ouden was een van de belangrijkste landschapsschilders van Nederland. Zijn werk is onder meer te zien in het Rijksmuseum.
Willem den Ouden werd geboren op 31 juli 1928 in Nijmegen. Hij volgde zijn opleiding aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en studeerde daarna enige tijd in Parijs. Hoewel hij in zijn vroege jaren flirtte met abstractie en de avant-garde, vond hij zijn ware stem in het landschap. Op veel werk van Den Ouden is de Waal te zien, met daarboven onmetelijke luchten vol rivierlicht. Aan de rivier woonde Den Ouden sinds 1967 in de Gelderse plaats Varik.
In de jaren tachtig en negentig voerde de schilder actie tegen de dijkverzwaringen door Rijkswaterstaat, onder meer bij Herwijnen aan de Waal. De schilder was gek op het rivierlandschap en vond de plannen van de versterking te ingrijpend. Dat gaf hem landelijke bekendheid. Dichter Willem van Toorn was een van zijn medestanders.
Zijn verzet kreeg aanvankelijk veel bijval, maar nadat de rivieren in 1995 te maken kregen met hoogwater, kreeg hij te maken me weerstand en werd zelfs bedreigd.
Sinds 2011 legde Den Ouden zich toe op (zelf)portretten. In 2020 schilderde hij Zelfportret met corona mondkapje, nadat hij te horen kreeg dat hij besmet was met Covid-19.
Op de vrijdagavond voor Pasen verbaasde Pieter Omtzigt iedereen door aan te kondigen dat hij per direct uit de Haagse politiek stapt. Daarmee brengt hij de toekomst van zijn eigen partij en die van het kabinet in gevaar, ziet politiek redacteur Guus Valk. Wat is de erfenis van Pieter Omtzigt? Heeft hij Den Haag weten te veranderen?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Hoe het dorp erbij ligt! Ik wil mijn telefoon uit mijn zak pakken om een foto te maken, maar zie er dan toch vanaf. Niets van wat mij nu verrukt zal op die foto te zien zijn, die zal de kale akker laten zien, een stuk asfaltweg, een paar dorpshuizen en nog vrij kale bomen langs de straat. Ik daarentegen zie glinsterend groen, zoals dat alleen maar in het voorjaar te zien is, de bomen langs de straat in doorzichtige hemdjes, daarachter de zonbeschenen molen – ik zie lente, een wemeling van kleine vlekjes. Mijn ogen dwalen eroverheen en maken dit alles voor mij tot een ervaring, nu ja, een kleintje, zo’n verheugende kleine sensatie die je soms even hebt op je dagelijkse wandelingetje.
De foto zou de waarheid van de camera zijn, die de molen zo ver weg plaatst dat-ie er als het ware niet is, die de akker het volle pond geeft terwijl ik er overheen kijk. Wat ik wil is een schilderij van deze aanblik, iets impressionistisch, mag ook best behoorlijk abstract worden, ik wil het gevoel van voorjaar dat je zintuigen binnendringt met licht en geur en kleur en de zachte lucht op je huid en de stilte van de ochtend, ik wil alles wat ik nu al heb. Heimwee naar het heden.
Hoe makkelijk we soms geloven dat al die apparatuur van ons het beter weet, alsof de foto echt waar zou zijn, en mijn sensatie niet. Al zou een goede fotograaf wel heel wat van deze indrukken in zijn foto kunnen vastleggen, anders dan ik.
Waarom verlang je zo vaak naar een beeld, maar de juiste woorden zouden ook welkom zijn, een gedicht, als je nu juist iets meemaakt dat het heel goed zonder extra woorden en beelden kan stellen? Om het vast te houden natuurlijk. Maar ook: om de ervaring te verdiepen, om er als het ware nog meer uit te halen.
Als ik een schilderij zie dat iets vastlegt van zo’n moment, soms een Benner met frisgroen en knalblauw en oplichtend wit, als een heldere voorjaarsdag, of een gedekte tafel onder een linde van Bonnard, zonlicht plekkend op het tafelkleed – dan wekt zo’n beeld een enorm verlangen op daar te zijn en lijkt het tegelijkertijd beter te weten dan je dat zelf doet hoe het ís om daar te zijn.
Wat wil ik dan weten. Hoe het is om mij te zijn, nu hier?
Je kunt beter willen weten hoe het is om iemand heel anders te zijn, niet hier, maar in andere omstandigheden, mopper ik braaf en gemeend tegelijk tegen mezelf. Ik denk het me heel vaak in, althans, probeer dat, maar hoe moet je je voorstellen, écht voorstellen, dat dit dorp hier met zijn glinsteringen en zijn molen, zijn soms lelijke, soms best mooie huizen in een puinhoop zou veranderen na een luchtaanval, dat het dak van de toren met razend geweld naar beneden gekomen was, dat je ziet dat er niets over is van het huis van de buren. Of van je eigen huis. Ik liep buiten, maar waar is mijn man? De hijgende paniek waarmee je naar de plek zou rennen, niets in je zou om poëzie vragen, je zou schreeuwen of bidden Oh God Oh God laat het niet waar zijn oh God…
En het stof zou gaan liggen, en de werkelijkheid zou zich in al haar ramspoed openbaren en je zou terugdenken aan toen je daar op de Molenweg liep, die voorjaarsochtend waarop je geen foto wilde nemen. Aan hoe het vrede was.