Als de bewoners van Vaires-sur-Marne op zaterdagochtend uit het raam kijken, loopt er een oranje gloed door het slaperige voorstadje van Parijs. Al dat oranje is op weg om te zien hoe er vandaag roeigeschiedenis geschreven gaat worden met Karolien Florijn, die als eerste Nederlandse ooit olympisch goud kan winnen in de skiff, de eenpersoonsboot. En wie weet wordt er ook een bijzondere prestatie herbeleefd met skiffeur Simon van Dorp, die ook kans maakt goud te winnen. De laatste keer dat een Nederlandse man in een skiff goud won, was in 1968: Jan Wienese op de Spelen van Mexico-Stad.
Karolien Florijn is al 32 wedstrijden in de skiff ongeslagen, tweevoudig Europees kampioen en de eerste Nederlandse die in de skiff wereldkampioen werd – twee keer achter elkaar. Verrassend is het dan ook niet als ze in de olympische finale binnen honderd meter aan kop ligt. Vanaf de tribune kijkt iedereen rustig toe: dit verloopt volgens plan. Totdat in het middenstuk de Nieuw-Zeelandse Emma Twigg opeens steeds dichterbij schuift en Florijn het wat moeilijker lijkt te hebben. „Kom op, Karo”, roept Tone Wieten – gouden medaillist van de dubbelvier – naar het grote videoscherm. Hij is bepaald niet de enige, steeds meer toeschouwers schuiven steeds onrustiger op hun stoelen. Het zal toch niet zo zijn dat ze uitgerekend deze wedstrijd verliest?
Wanneer Florijn over de finish komt, is niet alleen de opluchting bij het publiek groot, maar is die ook van het gezicht van Florijn te lezen. De armen gaan meteen de lucht in. Hoe de spanning wegvalt, is te zien als ze even later haar broer Finn omhelst en in huilen uitbarst. „Sorry hoor”, snikt ze naar de pers, ze kan zich even niet beheersen.
Gesloopt en vooral heel blij
Finn Florijn (goud met de dubbelvier) had de wedstrijd niet kunnen aanzien en had alleen de laatste vijftig meter bekeken. Zoveel spanning kon hij niet aan, hij had dit eigenlijk spannender gevonden dan zijn eigen race. „Die laatste vijftig meter vond ik al eng, ik had wel wat meer ruimte willen zien”, legt hij uit. „Dat jullie het spannend vonden maakt me niks uit”, zegt Karolien Florijn lachend door haar emoties heen. „Of ik nu met tien seconden verschil win of met een halve seconde, het interesseert me geen bal. Ik heb goud en ben de eerste Nederlandse die dat gelukt is. Het ging me om dat goud en nu ben ik gesloopt, en vooral heel blij.”
Karolien Florijn zelf had redelijk rustig geslapen, het was zelfs haar „beste nacht tot nu toe”. Ze had de avond voor de finale even wat gelezen. Haar eigen boek had ze al uit, maar van de stuurvrouw van de mannenacht had ze een boek over „Uitgeest of zo” kunnen lenen. „Geen bal aan, maar het waren letters en dat was ideaal.”
Dat routine houvast biedt bij Florijn, is bekend, maar dat deze race toch anders was dan anders, wordt duidelijk wanneer Florijn vertelt dat ze tijdens het oproeien merkte dat ze haar tempo-teller was vergeten. Snel haalde ze die nog op, om daarna alles te doen zoals ze altijd doet om de druk zoveel mogelijk verder buiten de deur te houden. Wat ook anders was dan normaal: ze was vergeten paracetamol in te nemen. „Ik dacht bij de start: wat heb ik allemaal gedaan? Shit, ik ben vergeten paracetamol in te nemen. Nou ja, dacht ik toen, pijn ga ik toch wel lijden deze wedstrijd.”
Met kramp naar brons
Die pijn leed Simon van Dorp ook toen hij ruim een uur later over de finish kwam. Zijn wedstrijd was uitgesteld omdat er problemen waren met de bus waarin een van de skiffeurs uit het olympische dorp naar de finale wilde komen. „Ik ging daar wel goed op. Even ontstressen, muziekje op en daarna weer de focus terugpakken”, vertelt Van Dorp. Aan het uitstel heeft het niet gelegen dat hij geen goud won.
Op de tribune zagen de Nederlandse supporters ondertussen hoe de Nederlandse mannen-acht zilver won en dolblij finishten naast de uitzinnige Britse winaars. De prestatie van de acht was beter dan de meesten vooraf hadden ingeschat.
Tijdens de wedstrijd van Van Dorp is de sfeer op de tribune gespannen, vooral omdat zijn grootste concurrent, de Duitser Oliver Zeidler, vanaf het begin de leiding neemt. Als op het grote scherm na duizend meter in beeld verschijnt dat de snelheid van Van Dorp iets hoger is, wordt er enthousiast gejoeld. Even leek het erin te zitten, Van Dorp racet vol lef om alles te halen wat er in zit, maar eindigt uiteindelijk met brons.
„Er was een punt halverwege de race dat ik dacht voor goud te gaan in plaats van voor een veilige zilveren medaille. Ik bedoel: hoe vaak krijg je die kans op de Spelen?”, legt Van Dorp na afloop uit. Het was voor hem ook de enige manier om zichzelf in de spiegel aan te kunnen kijken: alles geven, met de kans dat zilver er dan ook niet meer inzit.
Het is inderdaad hoe het loopt. „Op een gegeven moment merkte ik wel dat ik echt niet meer kon schakelen en dat goud moeilijk ging worden, maar toen ik niet eens meer een antwoord had om het zilver te verdedigen, was het wel klaar”, zegt Van Dorp. „Als ik wat conservatiever had gevaren had ik nog wel een eindsprint kunnen hebben, maar ik was gewoon op. Ik blies me iets sneller op dan ik had gehoopt.”
Met kramp en steeds meer verlies aan coördinatie moest Van Dorp „op en neer blijven bewegen” om naar de finish te komen. Ondertussen houd hij zijn medaille vast, hij „hangt zwaar om m’n nek”, legt hij uit, maar „zelfs voor een bronzen is het een hele mooie”.
Als het aan hem ligt blijft hij na de Spelen in de skiff, daarin zit wat hem betreft de mooiste uitdaging. „Het is afwachten hoe het loopt. Je weet niet hoe we er over vier jaar als team voor staan, we doen het nu erg goed. Maar ik mag aannemen dat andere landen onze trainingsmethoden en opbouw gaan overnemen.”
Teamprestatie
Karolien Florijn sluit zich daarbij aan. De twee eenlingen bij het roeien ondervonden genoeg steun bij elkaar, maar ook binnen het team. Florijn heeft met olympisch goud in de skiff haar ultieme doel bereikt. „Volgende maand is het WK coastal rowing, dus eerst dat maar doen en daarna zien we wel verder. Het kan zijn dat ik in de skiff blijf, het kan ook dat ik voor een ander boottype ga. We gaan het zien.”
Lees ook
Hoe de roeiers uitgroeiden tot een medaillemachine
Ook hoofdcoach van de Nederlandse roeiploeg Eelco Meenhorst ziet wel wat de toekomst voor hem in petto heeft. Ja, hij heeft de voorwaarden mede gecreëerd opdat het team optimaal kan presteren, en ja hij is tevreden. Nu wordt het kijken waar voor hem de uitdaging ligt en wat voor het team het beste is, maar daar is hij nu nog niet echt mee bezig. Meer wil hij er ook nog niet over zeggen. „Het zijn de atleten hè, niet de coaches die het hebben gedaan. Ik heb gewoon m’n werk goed moeten doen, het is ook niet meer dan dat.” Met vier gouden medailles, drie keer zilver en een keer brons is de missie in ieder geval beter geslaagd dan verwacht.
Terwijl de wind langzaam maar zeker toeneemt, de golfjes wat hoger zijn, worden op de achtergrond de spullen opgeruimd. De Nederlandse stoet loopt langzaam richting uitgang, om Vaires-sur-Marne weer oranje te laten kleuren.