De roman ‘Een kern van waarheid’ brengt het post truth-verhaal van onze tijd terug tot menselijke proporties

Er bestaan mensen die geloven dat het Nederlandse voetbalelftal in 2010 wél de WK-finale won van Spanje. Volgens hen zat in werkelijkheid de teen van de Spaanse keeper Iker Casillas niet in de weg, het schot van Arjen Robben was raak. Daar zijn beelden van, op YouTube, en nee, die vind je niet gemakkelijk, want het officiële verhaal is dat Casillas het winnende doelpunt voorkwam. Maar: ‘Geloof niet wat de mensen zeggen’, schrijft degene die de beelden uploadde, zijn gebruikersnaam is het Russische woord voor konijn. ‘We worden voorgelogen.’

Pyotr, die het filmpje bekijkt in de roman Een kern van waarheid van Peter Buurman (1992), vond het ‘waanzinnig om te zien’. ‘Ik wist dat het niet echt kon zijn en toch maakte mijn hart een sprongetje, alsof Robben even echt die goal had gemaakt.’ Het is niet echt, maar toch voelt het goed. Er wordt een wens vervuld. ‘Dat is ook belangrijk om te onthouden als we het over de waarheid gaan hebben’, doceert hij aan de lezer: ‘het is vaak het minst leuke antwoord, daarom geloven mensen het niet.’

Wat samenzweringen met mensen kunnen doen – daarover gaat Buurmans tweede roman, met in de hoofdrol een wat afdwaalgevoelige journalist met een fascinatie voor complotten. Of beter: een fascinatie voor de waarheid, in al haar gedaanten. De Krant, waar hij voor werkt, gelooft nog in één waarheid, maar ‘in werkelijkheid houden steeds meer mensen er hun eigen waarheden op na, die niet altijd uit feiten bestaan, maar die voor die mensen zelf niet minder waar zijn’, weet hij. Zo stuit hij op mensen die denken dat Paul McCartney al jaren dood is (een lookalike zou het overgenomen hebben) en mensen die denken dat alle Amerikaanse vogels vervangen zijn door surveillancedrones.

Lach maar, ja. Buurmans Pyotr benadert ze geamuseerd en ernstig tegelijk. En dan niet alleen vanuit een braaf beredeneerde ambitie als dat hij het post truth-tijdperk beter zou willen begrijpen. Ook omdat hij zelf weet dat het best gemakkelijk is om ergens in te geloven zonder dat dat helemaal rationeel en wijs is. Of: weet hij dat? Eerst belandt hij na vele uren youtuben steeds niet in een parallelle werkelijkheid en is ‘mijn conclusie: radicaliseren is veel moeilijker dan ik dacht’. Als lezer zie je intussen dat Pyotr wel flink vastgedraaid is in een irrationele overtuiging. Hij zit nog vol in de verwerking van een onvrijwillig beëindigde relatie. Zo psychologiseert Buurman Pyotrs complotfascinatie, en brengt hij het grote post truth-verhaal van onze tijd daarmee slim en mooi terug tot menselijke proporties.

Die slimme schoonheid zit ‘m in de manier waaróp hij dat doet. Sinds zijn debuutroman Een goede nachtrust (2020) weten we dat Buurmans literaire kompas afgesteld staat op Rob van Essen en Haruki Murakami. Denk: laconieke dromerigheid, doodgemoedereerde magie, verraderlijke helderheid in een vertelling waar meer aan de hand is. Dat type literatuur past perfect bij het onderwerp, bij die wendbare waarheid. Wat een dag-, drugs- of koortsdroom is en wat wakkere werkelijkheid loopt in het complot-konijnenhol nogal door elkaar. Zo ook in Buurmans roman, die daardoor speels en steeds verrassend is.


Lees ook

Dit soort schrijvers zijn een aanwinst voor onze literatuur

Dit soort schrijvers zijn een aanwinst voor onze literatuur

Het levert sterke scènes op: vele grappig hallucinante gesprekken op wankele fundamenten, een droom die zich afspeelt op de filmset waar de maanlanding in scène gezet wordt. Telkens gaat de roman ook nog over iets anders dan wat er aan de oppervlakte zichtbaar is – dat lijkt althans zo. Buurman strooide allerlei (schijnbare?) aanwijzingen door Een kern van waarheid, dat zo ook uitnodigt tot een obsessieve leesspeurtocht. Die meteoriet, bijvoorbeeld: halverwege de roman valt er een steen door Pyotrs dakraam. Hoe zit dat nou precies, is dat echt? En hoe serieus is dat voetbalcomplot van de Russische konijnenman?

Al die motieven lijken van betekenis, en dat tekent de geraffineerdheid van het verhaal dat Buurman te vertellen heeft: zien we aanwijzingen of dwaalsporen? Je wordt als lezer uitgedaagd je mee te laten voeren en tegelijk op je hoede te zijn. Het raadsel vergroten, daar is het Buurman om te doen. En daar is de literatuur bij gebaat.

Al laat hij dat na op één punt, op psychologisch gebied, en dat is een minpunt. ‘Wat is dit behalve een aaneenschakeling van onzin?’ vraagt Pyotr zich te midden van de complotdenkers af. Hij concludeert ‘dat het deze mensen helemaal niet om waarheid ging, maar om de emotie eronder’. In zijn eigen geval zijn liefdesverdriet en het controleverlies dat daaruit voortkomt dé verklaring voor zijn irrationaliteit. De samenzwering als vluchtheuvel voor zielige mensen – dat lijkt toch de impliciete kern van Een kern van waarheid. Wel een dooddoenerige verklaring, die de rijke thematiek wat beperkt.

Ook belangrijk om te onthouden als we het over de waarheid hebben: misschien valt die niet te kennen.