Bij de mannen dubbelvier kwam alles samen zoals gepland, bij de vrouwen bijna

De mannen dubbelvier won goud in een race die ze van het begin af aan beheersten. Startend als favoriet kwamen ze geen moment in problemen en roeiden ze de tweeduizend meter op het water in Vaires-sur-Marne in een gelijkmatig tempo. De Italianen zaten nog redelijk dicht op ze en ook de Polen leken even dichterbij te komen, toen die na 1.500 meter opschoven naar de tweede plaats. Maar die moesten ze in de eindsprint toch weer afstaan aan de Italianen.


Lees ook

Hoe de roeiers uitgroeiden tot een medaillemachine

De dubbelvier tijdens de training op de Bosbaan, op 20 juli.

Strak, uitvoerend wat de bedoeling was, voer de dubbelvier met Koen Metsemakers (30) op slag, een eigen race. Drie jaar geleden, in Tokio, won Nederland op hetzelfde nummer ook olympisch goud, met toen ook Metsemakers en Tone Wieten (30) aan boord. In de samenstelling die nu aan de start lag was de dubbelvier regerend wereldkampioen. Finn Florijn (24) roeide in Tokio nog in de skiff, alleen Lennart van Lierop (30) maakte zijn debuut op de Spelen.

„Vandaag was uitvoeren wat we de hele tijd geoefend hebben”, zegt Florijn na afloop. „Je bent natuurlijk nooit zeker van je plek, maar we vonden het goede ritme en dat het dan ook vandaag lukt is wel even lekker.” Florijn had de hele week slecht geslapen, maar door elke dag om 21.00 uur naar bed te gaan, ging hij ervan uit dat er genoeg slaap bij zou zitten.

Ook Metsemakers was, na een moeilijke week op persoonlijk vlak waar hij verder niets over wilde zeggen, opgelucht. Geen moment had hij zich beziggehouden met de tegenstand en ook niet met de opkomende Polen in het middenstuk: „We varen onze eigen race, we hebben een eigen boot. Het was goed, het was genoeg.”

Van Lierop, een zogeheten laatbloeier in het roeien, had vooral genoten van zijn eerste Spelen. „Ik vind het hier schitterend. Je weet dat het maar één keer in de vier jaar is en dan moet je er wel staan natuurlijk. Daar was ik me wel van bewust. Als het nu niet lukt, moet je afwachten hoe je er over vier jaar voor staat.”

Of hij er in Los Angeles in 2028 weer bij is, valt niet te zeggen, maar Van Lierop is zeker nog niet van plan te stoppen met roeien na dit hoogtepunt. Florijn ook niet, maar of hij in de dubbelvier blijft, of teruggaat naar de skiff – zijn zusje Karolien Florijn roeit zaterdag de finale van dit nummer – kon hij nog niet zeggen. De roeibaan in LA is slechts 1.500 meter lang en Florijn moest toegeven dat het skiffen op zo’n afstand hem wel ligt. Metsemakers had na de vorige Spelen te weinig genoten van de overwinning en dat ging hij nu eerst doen. Daarna ziet hij weer verder wat er gebeurt. En Tone Wieten? Die was er al vandoor voor NRCkon spreken.

De vrouwen dubbelvier heeft alles gegeven, maar is op de finishlijn verslagen door de Britse boot.
Foto Maxim Shipenkov/EPA

Britse eindsprint

Bij de vrouwen dubbelvier was het een stuk spannender. Zij lagen niet als favoriet aan de start – dat waren de Britten – maar vanaf de startblokken lagen Laila Youssifou , Bente Paulis, Roos de Jong met slagvrouw Tessa Dullemans op kop. Ze kwamen het snelst de eerste vijfhonderd meter door en hielden die voorsprong vast tot de 1.750 meter-lijn. Op de laatste vijfhonderd meter kwamen langzaam maar zeker de Britten dichterbij. De hele race had die boot een iets lager tempo gehad waardoor ze meer over hadden voor een eindsprint; de laatste vijfhonderd meter legden ze een seconde sneller af dan de Nederlanders. Een fotofinish besliste dat de Britten uiteindelijk over tweeduizend meter vijftienhonderdsten van een seconde sneller waren.

„Je bent een topsporter om goud te winnen, dus natuurlijk baal je”, zegt Youssifou na afloop. „Dat zullen we ook nog wel even blijven doen, maar ik denk dat we toch ook erg blij zullen zijn met de medaille.”

De vrouwen lachen om de opmerking dat ze het afgelopen half uur veel verschillende emoties hebben laten zien: van verbijsterd, teleurgesteld, naar verdrietig en blij. „Vergeet niet dat we ook kapot zijn”, vult Youssifou aan. „Dat zorgt er ook voor dat de emoties wat minder stabiel zijn.”

De roeisters waren zelfs zo kapot dat Dullemans na afloop zwart zag en tien minuten nauwelijks nog kon ademen. „Dat heb ik vaker”, legt ze uit. „Het voordeel is dat je dan weet dat je alles hebt gegeven.” Maar omdat dit de beste race was die ze hadden kunnen varen, zit daarin ook de troost, vinden ze. Youssifou: „Je voelde de Britten komen, we weten dat ze een goeie tweede duizend meter hebben. Ik kan niet zeggen dat we het ergens hebben laten liggen, we kwamen net een halve haal tekort. Als we ergens iets verkeerd hadden gedaan, hadden we kunnen balen van onszelf. Nu niet.” Om er nog aan toe te voegen: Je moet bedenken, we trainen hier al jaren voor, het is je levenswerk en dat moet dan in zes minuten allemaal samenkomen.”