Unesco waarschuwt: zonder maatregelen kan de Waddenzee als bedreigd erfgoed worden aangemerkt

Nooit gelijk, nooit hetzelfde, altijd weer anders. Dat is de Waddenzee, zeggen vijf oudere bewoners op een bankje in het Friese dorp Blija (Blije, in het Fries). „Ik weet niks mooiers dan op de rijsdammen zitten en dan rustig te zien hoe het water opkomt en alles voorbij zwemt”, vertelt Geert van der Veen (70), gepensioneerd schilder en grondwerker. De rijsdammetjes zijn verdwenen, er wordt geen land meer gewonnen, de natuur heeft de overhand. Rust en ruimte zijn het devies van het gebied dat vijftien jaar geleden de status van werelderfgoed kreeg toegekend door VN-organisatie Unesco en waarover afgelopen week werd gesproken tijdens een internationale Werelderfgoed-conferentie in India.

„Nederland, Duitsland en Denemarken hebben daar als waddenlanden ‘een tik op de vingers’ gekregen”, zegt Marielies Schelhaas, secretaris-directeur van de Nederlandse Unesco Commissie: een waarschuwing dat de Waddenzee zonder betere bescherming niet veilig is.

Gaswinning kan leiden tot bodemdaling en kan daardoor, mogelijk samen met samen met zeespiegelstijging, het einde van de voor vogels zo belangrijke wadplaten inluiden. Er zal internationaal onderzoek moeten komen naar de effecten van het leggen van stroomkabels in de Waddenzee, nodig door de plaatsing van windmolens op zee. De gevolgen van klimaatverandering en zeespiegelstijging moeten nadrukkelijker in kaart worden gebracht. Ook de opeenstapeling van bestaande activiteiten zoals visserij, gas-, zout- en schelpenwinning en het permanent uitbaggeren van de vaargeul voor veerboten naar de eilanden kan leiden tot schade aan het gebied die zo groot is dat de Waddenzee misschien niet haar status als werelderfgoed verliest, maar wel als bedreigd erfgoed kan worden aangemerkt.

Zover is het nog niet, volgend jaar komt de Waddenzee opnieuw aan de orde binnen het werelderfgoedcomité, maar het zou wel een blamage zijn. „Plaatsing op de lijst van bedreigde werelderfgoederen ligt politiek gevoelig”, zegt Kees Bastmeijer, hoogleraar Arctische en Antarctische studies aan de Universiteit van Groningen en lid van de Waddenacademie. Voor het verliezen van de status moeten de beheerders het wel erg bont maken; het overkwam drie jaar geleden de stad Liverpool, die het volgens Unesco „onaangeroerde aangezicht” van zijn haven had verpest door hoog- en nieuwbouw. Eerder gebeurde het bij het beschermd gebied van de Arabische Oryx in Oman, en werd de Elbe-vallei in het Duitse Dresden geschrapt uit de lijst.

Bekeuring in de natuur

De afgelopen vijftien jaar, vertelt hoogleraar Bastmeijer, heeft de status als werelderfgoed in de praktijk niet veel bijgedragen aan de juridische bescherming van de Waddenzee. „Dat is niet goed.” Wel heeft de status redelijk succesvol gefunctioneerd als een „certificaat”, bijvoorbeeld voor het werven van fondsen ter bescherming van de Waddenzee, is zijn indruk.

Ook het toerisme heeft er wel baat bij, vertelt Nynke Runia, die een ambachtelijke textieldrukkerij bestiert in het Friese dorp Blija. Ze bedrukt er in haar atelier onder meer kleding met verf van planten uit de Waddenzee. „Je ziet vaker mensen op dit gebied afkomen. Dat zijn meestal, wat ik maar omschrijf als, bewuste toeristen”, zegt ze. De mannen op het bankje in Blija kunnen zich in meerderheid ook wel vinden in de bescherming van hun gebied, vooral omdat „mensen uit de Randstad” daardoor meer begrip krijgen voor de schoonheid van de Waddenzee en het draagvlak voor het beschermen erdoor groeit. Al moet met name Geert van der Veen van het hart dat natuurbeschermers zich regelmatig in pietluttigheden verliezen, zoals beperkingen tijdens het broedseizoen voor vogels. „Vroeger liepen we de zee in en waren er grote velden met zeevogels en nesten. Die vogels vlogen even op en gingen daarna weer op hun nest zitten. Tegenwoordig mogen alleen natuurbeschermers daar nog komen. Als wij daar lopen, krijgen we een bekeuring.” Hij snuift van verontwaardiging.

De Waddenzee rondom Schiermonnikoog. Onlangs kwam er toestemming voor gaswinning even ten noorden van het eiland.
Foto Kees van de Veen

De garnalenvissers zijn ook verdwenen, memoreert hij, „omdat ze af en toe over de zeebodem schrapen”. De mensen „zeuren” over relatief onbelangrijke kwesties, vindt hij. Laat ze de aandacht liever richten op het permanent en grootschalig uitbaggeren van de vaargeul van de veerboot naar Ameland. „Ze gooien het slib ergens anders weer weg en even later spoelt dat weer terug.” Hij windt zich op en verheft zijn stem tot grote hoogte. „Wat zijn de grootste vervuilers in Nederland? Dat zijn toch de fabrieken. Laat ze die fabrieken sluiten met hun smerige rotzooi. Je kunt geen vis meer uit de sloot eten. Allemaal giftig. Stop met die economie!”

Met de moed der onzekerheid

Even buiten Blija is ruim twee jaar geleden een soort monument voor de Waddenzee gebouwd, de Terp van de Toekomst. In de kwelders voert een pad, door weilanden met gras, alsem en zeekraal, schapen en paarden, naar een cirkelvormige plaats met houten zuilen, waarop stemmige teksten zijn aangebracht, van ‘waar de zee het land kust’ tot ‘de terp opgeworpen met de moed der onzekerheid’.

Renate de Backere van de Waddenvereniging, die in de jaren zestig werd opgericht onder meer uit protest tegen de plannen om dammen te bouwen tussen de Friese kust en Ameland, legt uit wat haar aan deze plaats fascineert. „Waar in Nederland kun je in volledige stilte nog even helemaal alleen met jezelf zijn, met uitzicht op zee? Hier.” In de verte ligt Ameland, op de voorgrond vliegen bergeenden en scholeksters, de wind suist om de palen. „Hier komen mensen die vastlopen in hun carrière bij van alle drukte waarmee ze zich omringen. Hier word je herinnerd aan waar het werkelijk om gaat in het leven. De natuur.”

Dat de Waddenzee tot het werelderfgoed van Unesco wordt gerekend, herinnert de mensheid er volgens De Backere aan, dat de Waddenzee niet slechts een plek is om geld mee te verdienen. „Ik verlies absoluut niet uit het oog dat de mens deel uit maakt van de Waddenzee. Maar als je alle menselijke activiteiten hier bij elkaar optelt, dan is dat allemaal niet gezond voor de Waddenzee. Dit is een gebied waar je trots op kunt zijn. Hoe meer mensen die waarde van de Waddenzee inzien, hoe meer mensen beseffen dat we hier niet allerlei activiteiten moeten toestaan.”

Bovendien, vertelt ze wandelend door het hoge gras, herinnert een plek als deze aan de tijd dat de Nederlanders nog geen hoge dijken hadden gebouwd en polders hadden leeggemaakt, de tijd dat er nog veel kwelders waren. „Voorheen had de Waddenzee vrij spel en drong met enorme zeearmen het land binnen. Dat leverde rijke natuur op, in overgangszones met zoet water. Dat is verdwenen, we hebben de Waddenzee in de loop der eeuwen flink ingesnoerd.”

Minder zware veerboten

De Waddenvereniging heeft met zorg kennis genomen van de waarschuwing, begin deze week, van Unesco, en voelt zich „extra gemotiveerd”, aldus een verklaring, om des te sterker voor de natuurlijke belangen van de Waddenzee op te komen, bijvoorbeeld door te strijden tegen de mogelijke gaswinning bij Ternaard door de NAM, waarvoor de vergunning overigens onlangs voorlopig is geweigerd. Ook de plannen om stroom van windturbines „dwars door Schier” aan land te brengen zit Renate de Backere niet lekker, net zo min als de gaswinning die onlangs is vergund even ten noorden van het eiland Schiermonnikoog, juist buiten het gebied met wat Unesco omschrijft als de ‘outstanding universal value’ van de Waddenzee.

De terp van de toekomst (terp fan de takomst) in de kwelders nabij het Noord-Friese Blija.
Foto Maarten Boersema/ANP/Hollandse Hoogte /

Ook wijst ze op de milieuschade door het uitdiepen van de vaargeul voor de veerboot naar Ameland. „Je zou eens kunnen nadenken over minder zware veerboten, bijvoorbeeld door minder autoverkeer op de eilanden meer toe te laten.” Ten slotte moet ook de vervuiling van het water worden aangepakt. Renate de Backere: „Je kunt beschermen wat je wilt maar als het water vuil is, heeft dat geen zin. De kwaliteit van het water is beter dan in de jaren zeventig, maar nog altijd ligt er wat wij een ‘smeerpijp’ noemen bij Delfzijl waardoor zware metalen de Waddenzee instromen.”

Let op internationale verdragen

Als het gaat om de juridische bescherming van de Waddenzee, dan heeft Nederland nog een hoop werk te verzetten, stelt Kees Bastmeijer van de Waddenacademie. „De Waddenzee is het meest beschermde stuk natuur in Nederland en misschien wel in de hele wereld”, stelt de hoogleraar. „Er is niet alleen veel Europese regelgeving, maar er zijn heel veel internationale verdragen op de Waddenzee van toepassing. Dat is papier. Maar in de praktijk, bij het maken van beleid en het verlenen van vergunningen, wordt met die verdragen vrijwel geen rekening gehouden. Terwijl die verdragen bindend zijn voor landen die, zoals Nederland, ze hebben ondertekend.

Er wordt vaak verondersteld dat de afspraken in die internationale verdragen een-op-een zijn vertaald in Europese richtlijnen, maar dat klopt niet. Zo vereist het werelderfgoedverdrag dat de eerder genoemde ‘outstanding universal value’ van de Waddenzee behouden blijft. Daarbij gaat het om ecologische en geologische processen, de biodiversiteit en integriteit van het gebied. Daaraan wordt momenteel niet getoetst. Ook wordt onvoldoende gekeken naar de invloed van cumulatie van effecten van menselijk handelen op deze waarde.” Bastmeijer heeft een krachtige aanbeveling aan de politiek: „Doe iets met de internationale verdragen. Waarborg dat verdragen aandacht krijgen in wetgeving, beleid, uitvoering en beheer van de Waddenzee. Dit voorkomt onnodige juridische discussies achteraf en vergroot de kans dat ook toekomstige generaties van dit gebied kunnen genieten. Zoals het hoort bij erfgoed.”