N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Durf te vragen Kakkerlakken staan in de topdrie van snelst rennende insecten ter wereld.
Grootmoeders tip: trap nooit een kakkerlak dood, want die kan vol zitten met bevruchte eitjes. Die loop je vervolgens door je hele huis heen, en dan is de plaag niet te overzien. Maar klopt dat wel?
Het is sowieso niet zo fris en ook niet zo diervriendelijk. Toch zullen mensen er misschien toe geneigd zijn, tot wanhoop getergd door de watervlugge beestjes die massaal wegschieten als je het licht aandoet. Die welig tieren in je voorraadkast en vuilnisbak. En die nauwelijks uit te roeien zijn.
Over wie hebben we het eigenlijk? Veelal over de Duitse kakkerlak (Blattella germanica), een insect dat van oorsprong uit de tropen komt, waarschijnlijk uit Afrika of Azië. Al eeuwen geleden kwam die als verstekeling mee met handelswaar. Daarna wist hij zich hier ook ’s winters te handhaven in woningen, bedrijfsruimten, ziekenhuizen, gaarkeukens en plantenkassen.
Plaag in de voorraadkast
We hebben in Nederland ook een handvol inheemse kakkerlakken, waaronder de boskakkerlak en de heidekakkerlak. Maar die kunnen niet overleven in onze warme, droge gebouwen. De plaag in de voorraadkast is dus altijd uitheems – hoewel de Duitse kakkerlak hier inmiddels zo lang woont dat hij officieel wel tot onze fauna behoort. Datzelfde geldt voor de Amerikaanse kakkerlak, die net zo min uit Amerika komt als de Duitse kakkerlak uit Duitsland. De Amerikaanse kakkerlak komt uit Noord-Afrika en is drie keer zo groot als de Duitse: tot wel 4,5 centimeter lang.
Zijn kakkerlakkenplagen eigenlijk algemeen in Nederland? „Dat valt wel mee”, zegt kenner Bruce Schoelitsz. Hij is docent-onderzoeker entomologie aan hogeschool HAS Green Academy en werkte voorheen bij het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen. „Er zijn soms uitbraken in wooncomplexen. Dan kan zo’n gebouw ervan vergeven zijn. Maar als verschijnsel is dat in Nederland zeldzaam.”
Bestrijding is een kwestie van chemische middelen inzetten, aldus Schoelitsz. „Maar dat is nog niet zo makkelijk”, zegt hij. „Het grootste obstakel zijn de mensen zelf. Je moet de kakkerlakken in alle ruimtes bestrijden. Maar er zijn altijd wel een paar bewoners die de kakkerlakken geen probleem vinden of gewoon niemand willen binnenlaten. En dan kan de plaag zich van daaruit steeds opnieuw uitbreiden.”
Vijf kilometer per uur
Er zijn nog meer problemen: kakkerlakken vermijden soms het giftige lokaas, of ze worden er resistent tegen. Toch maar plattrappen dan? Schoelitsz lacht. „Ik zou zeggen: doe je best! Kakkerlakken rennen razendsnel. Het lijkt me lang niet zo makkelijk ze te raken.” Kakkerlakken staan in de topdrie van snelst rennende insecten ter wereld: ze rennen tot wel vijf kilometer per uur – vier keer sneller dan een jachtluipaard, naar verhouding.
En als je de kakkerlak al zou pletten, dan zou waarschijnlijk ook het eipakketje kapotgaan dat een bevrucht vrouwtje met zich meedraagt. In dat pakketje zitten tot wel dertig eitjes, die het vrouwtje meedraagt om ze te beschermen tijdens hun ontwikkeling. Een geplet eipakketje is kansloos, vermoedt Schoelitsz. „En al zou je eitjes door je huis heen lopen”, zegt hij, „dan maakt dat niks uit. De kakkerlakken komen toch wel overal. Dus je zou met intacte eitjes aan je schoenen bij iemand ánders naar binnen moeten lopen. Allemaal erg onwaarschijnlijk.”
Plattrappen werkt dus niet averechts. Maar veel zin heeft het evenmin, concludeert Schoelitsz. „Daarmee krijg je nooit alle kakkerlakken weg. De beste remedie: zo weinig mogelijk eetbaars laten rondslingeren.”