ME-commandant: het risico op een kort lontje wordt groter

Coronarellen, boerenprotesten, Extinction Rebellion-blokkades op de snelweg en studentenmanifestaties tegen de Gaza-oorlog. Het aantal demonstraties waarbij de politie aanwezig is, stijgt snel. In 2015 waren dat er zo’n 2.085, in 2023 rukte de politie uit voor ruim 5.800 protesten. Bij gemiddeld 130 demonstraties per jaar wordt met geweld ingegrepen, meestal door de mobiele eenheid (ME). De ME is het onderdeel dat de politie inzet wanneer een grote menigte beschermd, in banen geleid of verdreven moet worden.

Zoals bij de studentenprotesten tegen de Gaza-oorlog in met name Amsterdam. Tussen 8 en 17 mei rukte de ME bijna elke dag uit en greep zij meermalen met geweld in. Voor de eenheid Amsterdam was die periode „heel zwaar”, zegt een ME-commandant van dat team met wie NRC kon spreken, op voorwaarde van anonimiteit. Hij wil niet met zijn naam in de krant, om bedreigingen te voorkomen: „Niet iedereen zal blij zijn met de beslissingen die ik neem tijdens de protesten.” Bij uitzondering noemt NRC ook zijn (niet algemene) voornaam niet.

Tijdens de studentenprotesten kwamen dezelfde driehonderd Amsterdamse ME’ers dag na dag in actie, soms met steun van collega’s uit andere regio’s. „Ik weet van Amsterdamse collega’s die in zeven dagen zes keer zijn ingezet.”

De ME-commandant is ervaringsdeskundige. De lange 38-jarige man met kort haar en brede schouders rondde in 2010 de politieacademie af en werd kort daarna ook ME’er. Sinds 2020 is hij compagniescommandant. Hij leidde de ME bij de meeste coronademonstraties in Amsterdam, waarbij tussen de 150 en 700 agenten werden ingezet. Ook voerde hij bevel over de ontruiming van de UvA-campussen Binnengasthuisterrein en Roeterseiland bij de Gaza-demonstraties.

Mogelijk geven ME’ers af en toe een klap te veel

ME-commandant

De commandant noemt de veelvuldige inzet van de ME „af en toe wel zorgelijk”. Voor de ME zelf, en voor demonstranten. „Mogelijk geven ME’ers af en toe een klap te veel door de hoeveelheid inzetten en het gebrek aan rust: het risico wordt groter dat collega’s een korter lontje krijgen.” Cijfers zijn er niet, maar „met een beetje boerenverstand kun je daar wel van uitgaan” zegt hij.

De commandant voegt daaraan toe dat hij altijd verantwoording moet afleggen wanneer geweld gebruikt wordt.

Hersteltijd niet vanzelfsprekend

De commandant is „trots” op zijn werk als ME’er, zegt hij. Het is een functie die agenten naast hun reguliere werk vervullen. De commandant omschrijft de gemiddelde ME’er als „stressbestendig, iemand die kan samenwerken onder tijdsdruk en die fysiek sterk genoeg is om lange dagen op de benen te staan”. Wie bij de mobiele eenheid gaat, krijgt eenmalig een vierweekse training en oefent veertig uur per jaar.

Vaak weten ME’ers niet wanneer ze worden opgeroepen, ze zijn gewoon aan werk wanneer ze worden opgeroepen – ‘gepiept’, in politiejargon. ME’ers snellen zich dan naar het bureau, trekken hun beschermende uniform aan – helm, schouder- en beenbescherming en schild – en staan doorgaans binnen een uur al paraat.

„Het kan zomaar zijn dat je om half zeven begint aan je reguliere dienst, om één uur ‘gepiept’ wordt en tot middernacht aan het werk bent als ME’er”, vertelt de commandant. Zo kan het gebeuren dat leden van de ME vijftien uur achter elkaar werken. Dat is, merkt de politieman op, „best een lange dag”, ook als de ME niet ingrijpt maar alleen paraat staat.

Zeker na een gewelddadige inzet moet een politieagent „de tijd hebben om te herstellen, fysiek en mentaal”. Want een gewelddadige ME-inzet is voor de agenten niet aan de orde van de dag. „Agenten slaan niet elke dag burgers van een barricade af, dat is niet waar we op uit zijn”, vertelt de commandant. Daarom laten zulke ingrepen „sporen achter”.

De volgende dag staat het reguliere politiewerk op de ME’ers te wachten: „Je kan de volgende ochtend betrokken zijn bij een reanimatie of bij huiselijk geweld”, vertelt de commandant. De politie wil ME’ers wel rust geven, maar moet ze ook inzetten wanneer dat nodig is.

Bij de ME zijn het allereerst de groepscommandanten (die het bevel voeren over een bus met zeven ME’ers) die de mentale gezondheid van het personeel in de gaten houden. De ME-commandant die NRC te woord stond, heeft zelf ook zo’n busje geleid: „Na elke inzet, en tussentijds, wordt gedebrieft: hoe is het gelopen, wat ging goed, wat kan beter?”

„Als iemand fysiek gewond raakt, licht of zwaar, zien we dat snel”, vervolgt de ME-commandant. Mentale schade is lastiger vast te stellen, ziet hij: „Je hoopt dat een ME’er open is over zijn angst of spanning, maar mensen kunnen dingen goed verbergen.” Een groepscommandant heeft „Fingerspitzengefühl” nodig om te zien hoe het écht met een ME’er gaat.

In heftige gevallen kan een ME’er een posttraumatische stressstoornis (PTSS) oplopen. Dat is bedrijfsziekte nummer één bij de politie. PTSS wordt jaarlijks tussen de drie- en vierhonderd keer vastgesteld. Of ME’ers meer risico hebben dan andere agenten om PTSS op te lopen, is niet bekend.

Collegiale ondersteuning

Voor de signalering van PTSS en minder ernstige mentale impact is het Team Collegiale Ondersteuning (TCO) beschikbaar. Dit team van twaalfhonderd politieagenten door heel Nederland komt de afgelopen jaren steeds vaker in actie, voor bijvoorbeeld psychosociale hulp: zo’n 57.500 keer in 2021 en ruim 89.000 keer in 2023.

De korpsleiding wil het team uitbreiden en professionaliseren, zegt een woordvoerder. Leden krijgen onder meer een tweedaagse training bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum in Diemen.

Het TCO kan met spoed worden ingezet nadat een agent een heftige situatie heeft meegemaakt. Na de reanimatie van een kind bijvoorbeeld, of als een agent het wapen moest trekken. Of bij een gewelddadige inzet van de ME. Het TCO biedt de eerste opvang: iets te eten, een luisterend oor en soms een schouder om op te huilen. Het TCO heeft maximaal drie gesprekken met een agent.

Het team krijgt altijd een seintje van de meldkamer na een heftige ingreep. Agenten kunnen ook zelf bij het TCO een gesprek aanvragen, of worden door een commandant of collega voorgedragen.

Volgens Linda Berkhout (43), sinds september 2023 coördinator van het TCO in Amsterdam, kan vroege inzet van het team mentale schade voorkomen en taboes doorbreken. Berkhout hoort dat vaak van collega’s die na een heftige inzet met het TCO spreken. „Die zeggen: ik ben blij om met jullie te spreken, ik weet dat dit me gaat helpen. Als ik mijn verhaal kan doen, kan ik het afsluiten.”

Voor ME’ers komt de steun vaak pas achteraf. Berkhout: „ME’ers draaien lange diensten, en willen dan vaak naar huis. Prima natuurlijk, dan bellen we in de dagen daarna.”

Het TCO bestaat niet uit getrainde psychologen, maar heeft volgens Berkhout wel „handvatten om te bepalen wat zorgwekkend gedrag is”. Als een agent een nacht niet slaapt van de stress is dat vervelend, maar bij twee weken gaat het TCO zich echt zorgen maken. Doorverwijzen, vertelt Berkhout, „doen we altijd in overleg met de agent in kwestie.” Steeds vaker staan ze daarvoor open, ziet ze.

De ME bij de blokkade van de A12 in Den Haag, in maart 2023, door actiegroep Extinction Rebellion.
Foto Olivier Middendorp

De meest voorkomende klachten die Berkhout ziet bij ME’ers zijn gevoelens van machteloosheid, schuld en schaamte, vaak omdat zij collega’s niet konden beschermen. Maar evengoed voelen ME’ers zich weleens schuldig over burgers die zij hebben verdreven of geslagen.

Berkhout zag vertwijfeling bij collega’s die hadden ingegrepen bij de snelwegdemonstraties van Extinction Rebellion: „Een snelweg blokkeren is strafbaar, de ME is er om dat aan te pakken. Dat snappen ze heel goed.” Achteraf sprak ze ME’ers die in de put zaten: ze waren „het eigenlijk wel eens met de demonstranten”, die ze net van de snelweg hadden gesleept.

Enkele tientallen jaren geleden was praten over zulke gevoelens bij de politie taboe, er heerste een heftige machocultuur. Inmiddels wordt dat minder, zien de ME-commandant en Berkhout.

Stoppen kan niet altijd

Sommige ME’ers willen vroegtijdig stoppen, ziet de ME-commandant. „Door de heftigheid van de optredens, maar ook door de frequentie en door de druk op het thuisfront.” Zodra een ME’er wordt opgeroepen, komt bijvoorbeeld de zorg voor de kinderen te liggen bij de partner of familie, zegt de ME-commandant. „Als wij 65 mensen oproepen, zijn er honderden mensen daarachter bezig met het oplossen van een probleem.”

In 2025 heeft de ME alle mensen nodig, om de NAVO-top in Den Haag in goede banen te leiden

Politiemensen blijven vijf jaar ME’er. Dat is niet contractueel vastgelegd, maar een ‘gentlemen’s agreement’, aldus de ME-commandant. De commandant zou graag zien dat ME’ers die willen stoppen, dat kunnen doen. Maar dat gaat niet altijd: net als de politie in het algemeen kampt de mobiele eenheid met een personeelstekort. In 2025 is er een NAVO-top in Den Haag, en de ME heeft alle handen nodig om die in goede banen te leiden. Daarom wordt van ME’ers die niet kampen met heftige klachten, verwacht dat ze doorgaan.

Maar voor veruit de meeste ME’ers geldt niet dat ze willen stoppen, vertelt de commandant: „Er zijn genoeg collega’s die zeggen: ik had het voor geen goud willen missen, hoe heftig of benauwd de situatie ook was.”


Lees ook

Femke Halsema vlak voor spoeddebat: besluit over inzet ME ‘niet lichtzinnig’ genomen

Politie ontruimt de barricades van pro-Palestinademonstranten bij het Binnengasthuisterrein van de Universiteit van Amsterdam (UvA).