Het ANC in Zuid-Afrika heeft oud-president Jacob Zuma maandag uit de partij gezet. De 82-jarige Zuma voerde in aanloop naar de parlementsverkiezingen in Zuid-Afrika van afgelopen mei campagne voor de partij uMkhonto we Sizwe (MK). Mede doordat die partij 15 procent van het totaal aantal stemmen bemachtigde, wist het ANC geen absolute meerderheid te behalen.
Een commissie van het ANC oordeelde dat Zuma zich schuldig heeft gemaakt aan het ondermijnen van de partij. MK is niet gelieerd aan het ANC. Zuma, tussen 2009 en 2018 president van Zuid-Afrika voor het ANC, heeft drie weken de tijd om in beroep te gaan.
Lees ook
Zuma, de plaaggeest van het ANC, is terug: ‘We zijn niet te stoppen’
Zuma was niet verkiesbaar voor MK: vlak voor de verkiezingen bepaalde het constitutionele hof dat hij na een eerdere veroordeling wegens minachting van het hof niet in het parlement mocht zetelen.
In 2021 werd Zuma al veroordeeld tot een celstraf van vijftien maanden omdat hij niet meewerkte aan een onderzoek naar corruptie tijdens zijn bewind. Hij kwam vervroegd vrij, eerst om gezondheidsredenen, later als deel van een regeling om de overvolle gevangenissen te ontlasten.
Het ANC, met Cyril Ramaphosa als leider, wist bij de verkiezingen voor het eerst in dertig jaar geen absolute meerderheid te bemachtigen. De partij kreeg zo’n 40 procent van de stemmen en was daardoor genoodzaakt een coalitie te vormen. Het ANC bleef wel de grootste partij.
De dit jaar vernieuwde Golf was naar VW-gebruik geen revolutie. De neus werd aangepast, de benzine-driecilinder van de basisversies afgelost door een getemde variatie op de grotere viercilinder die in duurdere Golfs al langer meedraaide. Echt nieuws was er ook; twee verse plug-in-hybrides. De sterkste met 272 pk kun je laten staan maar de andere, de eHybrid 50 Edition met 204 pk, viert het vijftigjarig bestaan van de Golf met recordcijfers. Volgens Volkswagen komt hij elektrisch 142 kilometer ver. Dat lukt. Na de laatste laadbeurt geeft het beeldscherm er zelfs 143 aan. Als de 19,7kWh-accu leeg is, kun je met je benzinemotor en veertiglitertank gewoon door op benzine, en ook dan wordt het geen zuiplap. Nuchter Nederland slaakt een zucht van verlichting. Eindelijk gezond verstand in die gehate energietransitie.
De marathon-plug-in is in opkomst. Eerst was de oplaadbare hybride een opportunistische farce voor de klimaatbühne. Hij liep twintig kilometer elektrisch, waarna de verbrandingsmotor het klassiek op een zuipen zette. Daar zaten de fabrikanten niet mee. Die paar uitstootvrije kilometers drukten mooi de verbruiksgemiddelden en daarmee ook de zuiver theoretische CO2-emissies die de politiek in haar grenzeloze naïviteit voor praktijkwaarden aanzag. Dat boerenbedrog heeft een merk als Mitsubishi met de Outlander geen windeieren gelegd. Omdat de overheid geloofde dat het hybride stekkerding echt hielp tegen klimaatverandering, rolde Den Haag de loper voor hem uit met onaanvaardbare fiscale voordelen. Terwijl hij in de bittere praktijk zo honds als bijna alle grote suv’s gemiddeld 1 op 10 liep. De stommiteit heeft de belastingbetaler die er niet van profiteerde een hoop geld gekost.
Zoom in voor alle details van de Golf eHybridKlik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Toen elektrisch rijden volwassen werd, dacht ik dat het laatste uur voor de plug-in had geslagen. Dat bleek een ernstige vergissing. Hij is wat in de politiek de rechtse wind is, het nurkse nee tegen de priesterlijke toon van het klimaatwezen. Nu de subsidievoordelen voor elektrische auto’s worden afgebouwd en het utopische geloof in de EV een beetje dood is, is hij als pragmatisch compromis helemaal terug. Zijn troef is dat hij elektrisch nu fors verder komt dan in zijn gezellenjaren. Een bereik tot 100 kilometer werd gangbaar, waardoor de jongste plug-in-generatie grotendeels of helemaal elektrisch rijdt. Steeds vaker zijn ze bovendien voorzien van snelladers, waardoor je ook langs de snelweg bij kunt laden. Wie met zijn Tesla iets te vaak bij Fastned in de wachtrij heeft gestaan, zal niet immuun zijn voor de lokroep van een flexibeler alternatief. Tegelijkertijd wringt de plug-in-renaissance zorgwekkend met de doelstelling van een volledig emissievrij wagenpark. Als alle Tesla-spijtoptanten dit traject verkiezen zijn de rapen gaar.
Ontroerend vertrouwd voor VW-rijders: het kwadrant voor de raambediening en de spiegelverstelling.
Foto’s: Merlijn Doomernik
Rustgevend voorspelbaar
Dat bezwaar zal de consument niet weerhouden. Die kijkt alleen naar de kosten. Voor de wonder-Golf vraagt VW 45 mille, grofweg de gemiddelde nieuwprijs van een auto in 2023. Als plug-in grijpt hij naast de SEPP-subsidie voor particulier aangeschafte elektrische auto’s, maar het kan zijn dat leasemaatschappijen met hem twee vliegen in één klap denken te slaan. Hij biedt de lusten van schoon rijden zonder de lasten van een beperkt bereik en tijdrovende laadstops, al kan de Golf snelladen tot 40 kW. Ik verbruikte alleen benzine omdat de importeur niet om de hoek zit, maar na ruim 500 kilometer had ik elf liter nodig om de tank weer vol te krijgen. Dat hadden er tien kunnen zijn als ik me meer had ingehouden dan ik deed toen ik ontdekte dat de eHybrid heel aardig reed. Dat is echte vooruitgang, want veel rijplezier viel aan de eerste Golf-plug-in, de GTE, niet te beleven. Nu is hij goed. Hoewel VW een zware batterij onder de achterbank propte en de brandstoftank parkeerde onder de laadvloer van de kofferruimte, die met 280 liter trouwens 100 liter kleiner uitviel dan bij de ‘gewone’ Golf, stuurt hij als een echte Golf; zo rustgevend voorspelbaar, dat je na drie minuten bent vergeten wat je rijdt. Helemaal nu de ergste gebreken van de achtste generatie Golf zijn verholpen. De achterlijke slidebars voor de stuurbediening zijn gewone knoppen geworden, waardoor je niet meer per ongeluk met uitgeschoten duim de cruisecontrol van 100 naar 120 laat schieten. De 50 Edition is een even saai als wonderbaarlijk praktisch, efficiënt vervoermiddel. Binnen is alles zwart, buiten blijft alles groen door een niet eens meer theoretische CO2-uitstoot van 7 gram per kilometer. Vind wat je vindt, maar hij kan wat.
In zijn veelbesproken boek Generatie Angststoornis (2024) onderzoekt de Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt de wereldwijd toegenomen psychische problemen bij jongeren – en geeft hoofdzakelijk sociale media de schuld. Komende week verschijnt over diezelfde jongeren het boek Generatie Zelfvertrouwen, waarin de Nederlandse wetenschappers Eveline Crone en Renske van der Cruijsen beschrijven onder welke omstandigheden Generatie Z (geboren tussen 1995 en 2012) haar plaats in de wereld moet vinden: er is een woningcrisis, een klimaatcrisis, een zorgcrisis; kinderen krijgen het niet automatisch beter dan hun ouders, kunstmatige intelligentie bedreigt de arbeidsmarkt en veel mensen hebben twee levens te managen, één offline en één online.
De meeste Gen Z’ers zijn nu adolescenten (10-24 jaar) en de adolescentie is de periode waarin je uitvogelt: wat ben ik voor iemand, wat past er bij mij? Generatie Zelfvertrouwen legt uit hoe je een gezond zelfbeeld ontwikkelt. Dat is het onderwerp waar Van der Cruijsen (34) twee jaar geleden bij Crone (48) op is gepromoveerd. Van der Cruijsen is nu universitair docent orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, Crone is hoogleraar ontwikkelingsneurowetenschap aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Is de titel van jullie boek een verwijzing naar ‘Generatie Angststoornis’?
Crone, lachend: „Hoe zullen we dit eens beantwoorden… Dat boek schetst wel zo’n doemscenario dat we een tegengeluid nodig vinden. Jongeren zouden een speelbal zijn van sociale media, terwijl wij juist zien dat jongeren de kracht hebben om de samenleving te veranderen en vernieuwen. En dat hun hersenen goed zijn uitgerust om een gezond zelfbeeld te ontwikkelen. Er is een mentalegezondheidscrisis onder jongeren, wereldwijd, dat zien alle wetenschappers. Maar daarvoor is niet slechts één verklaring sluitend.” Van der Cruijsen: „Generatie Angststoornis kwam trouwens pas uit aan het einde van ons schrijfproces.”
Jullie noemen een reeks problemen die jongeren tegenkomen. Sommige ervan waren vroeger waarschijnlijk erger, zoals oorlog en het gevoel niet gehoord te worden.
Crone: „Ja, de Tweede Wereldoorlog was erg en er zijn mensen die daar hun hele leven last van houden. Maar dat betekent niet dat je de uitdagingen van nu niet serieus moet nemen. En er zijn problemen bijgekomen: klimaatverandering, polarisatie, nieuwe geopolitieke problemen… Jongeren ervaren daar veel onzekerheid over. Alles komt ook ieder moment van de dag op hun telefoon binnen.”
Jullie schrijven dat er geen bewijs is dat jongeren van nu zwakker zijn dan eerdere generaties…
Crone onderbreekt: „Ik denk dat ze stérker zijn. Je moet er maar mee om kunnen gaan, dat altijd alles direct binnenkomt. Dat doen jongeren ongelooflijk goed. Ik denk dat ze sterker in hun schoenen staan dan ik vroeger. Die kracht probeer ik altijd te benadrukken. Ik wil weten: wat geeft jongeren kracht?”
En?
Crone: „De mogelijkheid om ergens aan bij te dragen. Het gevoel om gehoord, gezien, gerespecteerd te worden. Die behoeften zijn in de levensfase van jongeren uitvergroot. Tijdens de covidlockdowns werden jongeren hard geraakt in hun fundamentele behoeften, maar dan gingen ze toch vaak bijvoorbeeld in de teststraat helpen. Vaak dezelfde jongeren als die naar illegale feesten gingen, waar mensen over klaagden.”
Maar dat was toch ook gevaarlijk, eerst naar een illegaal feest en dan in een teststraat helpen?
Crone: „Ik bedoel dat mensen vaak niet beseffen dat jongeren graag iets voor de samenleving willen doen. Daarom stoort de term snowflakes me ook zo.”
Zo worden Gen Z-jongeren vaak genoemd omdat ze overgevoelig zouden zijn. Ze zijn onzeker en hebben vaak mentale problemen.
Crone: „Maar de term snowflakes suggereert dat ze omvallen als je ertegenaan blaast. Dat klopt gewoon niet. Wij hebben net onderzoek gedaan, nog ongepubliceerd, onder jongeren die we vanaf het begin van de coronapandemie hebben gevolgd. Daaruit blijkt dat maar 16 procent in een heel negatieve stemming raakt bij crisis en 27 procent matig wordt geraakt. Jongeren die geraakt worden zijn ook degenen die zich minder onderdeel van een groep voelen. Jongeren voor wie dat niet geldt, zijn veerkrachtiger.”
Lees ook
De foto-expositie Pretty Dark laat de onzekerheid zien achter het ogenschijnlijk perfecte plaatje van jongeren.
Ook Generatie Zelfvertrouwen gaat in op de effecten van sociale media. Die bieden jongeren, toch al op zoek naar wie ze zijn, eindeloos veel extreem positief vergelijkingsmateriaal (vakanties, feestjes, mooie kleren) waar ze zichzelf al snel negatief bij vinden afsteken. Online is de drempel voor schelden en roddelen lager en het komt even hard aan. Socialemedia-apps zijn opzettelijk verslavend gemaakt, dus mensen zitten er snel te lang op. Jongeren die gevoelig zijn voor bijvoorbeeld eetstoornissen of gokverslaving raken door wat ze zien makkelijker in problemen. En er is online porno; dat zien jongeren gemiddeld vanaf hun elfde. „Dat er een keer een plaatje voorbijkomt, betekent niet dat ze dan al zelf filmpjes opzoeken”, zegt Van der Cruijsen. „Maar op een gegeven moment wel natuurlijk. Wat doet dat met je zelfbeeld? In een brainstormsessie vooraf zeiden jongeren: dat onderwerp móét echt in het boek. Het houdt ze bezig.”
Jongeren willen niet dat hun ouders met hen over porno praten, schrijven jullie, maar wél dat iemand duidelijk vertelt dat porno onrealistisch is en geen praktisch bruikbare informatie over seks biedt.
Van der Cruijsen: „Als ouders expliciet met een preek over porno komen, kunnen kinderen in de weerstand schieten. Maar uit Nederlands onderzoek blijkt dat het wel goed is om met je kinderen te praten over liefde en respect. En uit onderzoek van Rutgers blijkt dat jongeren graag voorlichting op school willen. Ze zijn vaak superonzeker over seks. Dan is het fijn te horen dat porno nep is.”
Jullie benadrukken dat sociale media niet de enige oorzaak zijn van mentale problemen bij jongeren, maar jullie noemen ook een hele reeks aangetoond problematische kanten van socialemediagebruik.
Crone: „We willen zeker niet zeggen: sociale media, niks aan de hand. Maar vaak worden in onderzoek de verkeerde vragen gesteld, bijvoorbeeld of het aantal uren dat jongeren op Instagram zitten, samenhangt met sociale problemen. Ik denk: wat zíén ze dan op Instagram? En hoe gaan ze met misinformatie om? Als je jongeren geen mobiel geeft, is niet alles meteen opgelost. Als dat zo was zou ik superblij zijn, dan gingen meteen alle telefoons in een kluis.”
Van der Cruijsen: „Bepaalde aspecten van je identiteit deel je makkelijker online. Het is makkelijker om op sociale media een regenboogvlag te plaatsen dan om er op school mee rond te lopen.”
Weten waar ons voedsel vandaan komt, dieren eten van kop tot staart, goed koken en proeven: als we meer aandacht hebben voor wát we eten, gaan we ook ‘beter’ eten, volgens culinair schrijver Jöel Broekaert. In zijn nieuwe boek ‘Eet eens een wasbeer’, vraagt hij zich af waarom we invasieve soorten die we doden omdat ze schade aanrichten – zoals nijlganzen, halsbandparkieten en wasberen – eigenlijk niet opeten? Met Pieter van der Wielen praat hij over dat de manier waarop wij vlees consumeren en produceren middels de bio-industrie buiten proportie is, en dus niet houdbaar. Over het belang van écht proeven en met aandacht eten, waardoor een verse tomaat misschien wel lekkerder is dan gedachteloos een zak chips leegeten. Over dat het grootste gedeelte van wat je proeft komt van wat je ruikt, de aroma’s, en je maar een klein gedeelte proeft met je mond. En over zijn mateloze liefde voor eten: “We stoppen drie keer per dag iets in ons mond, dan kunnen we er beter iets heel lekkers en plezierigs van maken.”