KNMI-klimaatwetenschapper Sjoukje Philip: ‘Er is zó véél hitte. En het gaat niet zomaar voorbij’

‘Er is zó véél hitte. En het gaat maar niet voorbij.’ Dat is wat klimaatwetenschapper Sjoukje Philip van het KNMI het meeste opvalt aan het jaar 2024. En dan heeft ze het niet over afgelopen maandag, die wereldwijd (tot nog toe) de heetste dag ooit bleek te zijn sinds de temperatuur worden gemeten. „Die temperatuur-records interesseren me niet zoveel”, zegt ze via een videoverbinding. „De hitte, overal.”

Toch zijn het vaak de opvallendste weersextremen die Philip onderzoekt. Behalve bij het KNMI zit ze ook bij de World Weather Attribution (WWA), een wereldwijde organisatie van wetenschappers die meteen na een extreme weersgebeurtenis probeert te duiden wat de rol van klimaatverandering daarin is geweest. Dit jaar hebben ze al weer zestien rapporten geschreven. „Opvallend veel”, zegt Philip. Meestal gaat het om gebeurtenissen met veel doden en vele miljarden aan schade.

Inmiddels zijn er zo’n vijf gevallen van extreem weer per week

„We zouden het in Nederland, met al die regen van de afgelopen maanden, bijna vergeten”, zegt Philip. „Extreme temperaturen hebben we hier nog niet gehad dit jaar.” Maar zelfs in Nederland zijn de meeste maanden in 2024 warmer geweest dan het gemiddelde van de afgelopen dertig jaar, zegt Philip. Ze heeft het voor dit gesprek nog opgezocht. Februari en maart waren zelfs buitengewoon warm. Alleen juni was ietsje kouder. „Maar mensen lijken snel aan het warmere weer te wennen.”

Ze wijst op de combinatie van hitte en hoge vochtigheid. „Gevaarlijk, omdat mensen dan moeilijker hun zweet kwijtraken en makkelijk oververhit raken. Het zuidelijk deel van West-Afrika kreeg er in februari mee te maken. De heat index, een combinatie van luchtvochtigheid en temperatuur, liep op tot een gevaarlijke 50 graden Celsius. Met het KNMI willen we ook voor Nederland meer naar die combinatie van hoge temperatuur en luchtvochtigheid gaan kijken. Het wordt geen West-Afrika, maar het gaat ook hier een grotere rol spelen.”

Extremen komen vaker voor naarmate de aarde verder opwarmt, schreef het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, in z’n laatste stand-van-zakenrapport in 2021. Zo bevat de atmosfeer meer waterdamp, en dat vergroot de kans op hoosbuien en overstromingen. Ook verandert de dynamiek van weersystemen, wat de kans op droogtes en hittegolven vergroot. Met onder meer bosbranden tot gevolg: in het Canadese deel van de Rocky Mountains werd donderdag een groot deel van het toeristische stadje Jasper in de as gelegd, en in het binnenland van Marokko stierven tientallen mensen door de hitte – op sommige plaatsen werd het 50 graden Celsius. In het oosten van China werden vrijdag 300.000 mensen geëvacueerd vanwege een tyfoon die eerder voor veel schade zorgde op Taiwan en op de Filippijnen, en waarbij tientallen mensen om het leven kwamen.

Woensdag sloegen de vlammen over van het nationale park naar het plaatsje Jasper in Canada. De brand is nog niet bedwongen.
Foto BC Wildfire Service Handout
Tyfoon Gaemi zorgde eerder deze week voor veel schade op de Filippijnen.
Foto Lisa Marie David/Reuters



Lees ook

We krijgen vaker weer van de buitencategorie – en het wordt intenser

We krijgen vaker weer van de buitencategorie – en het wordt intenser

Welke extreme weersgebeurtenis dit jaar springt er voor u uit?

„Als ik één gebeurtenis moet noemen, is het de extreme en aanhoudende hittegolf in juni in Mexico en delen van de VS en van Centraal-Amerika. Het ging gepaard met aanhoudende droogte. Ons meest recente rapport gaat erover. Het was voor het eerst dat er al tíjdens de hittegolf vanuit Mexico berichten kwamen dat er in ieder geval 125 hittegerelateerde doden waren gevallen. Sommige mensen zullen zeggen, 125, er zijn overstromingen waar veel meer slachtoffers bij vallen. Maar het is vooral dat die cijfers al zo snel kwamen. Bij een hittegolf komen ze normaal pas veel later.

„De hittegolf in Saoedi-Arabië, ook in juni. Precies tijdens de hadj, de jaarlijkse bedevaart naar Mekka. Ook daar werden al snel meer dan 1.300 doden gemeld. Als dat gebeurt, wordt het wel tastbaarder.”

Hoe komt het dat afgelopen jaar zoveel warmer was? Het lijkt alsof er een sprong is geweest.

„Nee, dat wil ik niet zeggen. Het wordt sowieso warmer door klimaatverandering. We hebben vorig jaar wel El Niño gehad, die voor extra warmte heeft gezorgd. Maar of dat voor een sprong heeft gezorgd, dat weten we over een paar jaar pas zeker. Maar het gaat de laatste decennia wel snel. We zien een versnelling in de opwarming van het klimaat.”

Die El Niño zou hebben gezorgd voor de lang aanhoudende droogte in de Amazone. De World Weather Attribution trok een andere conclusie.

„We hebben het onderzocht omdat werd gezegd: het zal wel door El Niño komen. Die speelt inderdaad een rol, maar de ernst van die droogte kwam vooral door klimaatverandering. In de pre-industriële tijd zou zo’n droogte extreem zeldzaam zijn. Inmiddels wordt geschat dat hij zich eens in honderd jaar voordoet. En die herhaaltijd zal met voortschrijdende opwarming verder inkorten.”

Hoe besluiten jullie bij de WWA of jullie een gebeurtenis gaan bestuderen of niet?

„We krijgen eens per week van het Rode Kruis een lijstje met triggers, heftige weersgebeurtenissen. Inmiddels zijn dat er gemiddeld vijf per week. We kijken dan hoe extreem zo’n gebeurtenis is, dus hoe uitzonderlijk hoog bijvoorbeeld de temperatuur was, hoeveel mensen er door beïnvloed zijn, hoeveel doden er zijn gevallen, wat de schade is. Daarnaast kijken we of we kennis van een getroffen regio hebben. En of er data beschikbaar zijn. En ook of we mensen beschikbaar hebben. Als we al twee studies aan het uitvoeren zijn, laten we het er waarschijnlijk bij.”

Soms concluderen jullie dat klimaatverandering helemaal niet zo’n grote rol in een gebeurtenis heeft gespeeld. Heeft u daar voorbeelden van?

„We hebben het lage niveau vorig jaar in het Panamakanaal onderzocht. Het kanaal is cruciaal voor de wereldhandel. Het wordt voor honderd procent gevoed door regenwater dat in zijn stroomgebied valt en wordt opgevangen. Klimaatverandering bleek niet zo’n grote rol te hebben in dat lage niveau. Door El Niño was er weinig regen gevallen. Maar heel belangrijk bleek de bevolkingsgroei en het weglekken van water uit verouderde infrastructuur, waardoor er minder beschikbaar was voor het kanaal.”

53 graden op de Filippijnen. Een zwembad in Marilao wordt gekoeld met ijsblokken.
Foto Ezra Acayan/Getty Images

Buiten werken, levensgevaarlijk in Zuid-Azië

In grote delen van Azië, van Bangladesh tot de Filippijnen, was het al vroeg in het seizoen extreem heet. In april is het gewoonlijk in Bangladesh gemiddeld 33 graden Celsius, dit jaar was het nog 2 tot 8 graden warmer. In Myanmar werden temperaturen van 45 graden en hoger gemeten. In de Indische stad Kolkata steeg de temperatuur tot 43 graden.

Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) is dit een gevolg van de combinatie van het natuurlijke weerfenomeen El Niño, een plotselinge opwarming van de Stille Oceaan, en klimaatverandering. „Klimaatverandering heeft”, volgens secretaris-generaal van de WMO Celeste Saulo, „de frequentie en ernst van dergelijke gebeurtenissen verergerd en heeft een grote impact op samenlevingen, economieën en, belangrijker nog, mensen en hun leefomgeving.”

Door de hitte werd in delen van India de verkiezingscampagne op een laag pitje gezet. In veel landen was buiten werken tijdens de warmste uren levensgevaarlijk, zeker bij hoge luchtvochtigheid. Op de Filippijnen gingen ruim 4.000 scholen dagenlang dicht.

Droogte in Zimbabwe: een boer tussen de verdorde oogst.
Foto Tsvangirayi Mukwakri / AP

Extreme droogte in Zuidelijk Afrika

Zuidelijk Afrika werd dit voorjaar getroffen door droogte met grote gevolgen voor de economie. De infrastructuur in onder andere Angola, Zambia en Botswana werd zwaar beschadigd, in grote delen mislukte de maïsoogst en stegen de voedselprijzen snel. Het Wereld Voedsel Programma (WFP) van de Verenigde Naties moest te hulp schieten om ernstige honger te voorkomen. Volgens Menghestab Haile van het WFP kunnen veel van de landbouwproblemen worden voorkomen als boeren betere installaties zouden hebben voor irrigatie, maar vaak ontbreekt daarvoor het geld. De Zambiaanse minister voor een duurzame economie Collins Nzovu wil daarom een beroep doen op een nieuw te vormen mondiaal ‘Loss and Damage Fund’, het fonds voor landen die schade lijden door klimaatverandering terwijl ze daaraan zelf nauwelijks hebben bijgedragen. Probleem is in dit geval dat de wetenschappers van de World Weather Attribution deze droogte wijten aan El Niño en niet aan klimaatverandering. Wel vermoeden de onderzoekers dat de gevolgen van El Niño sterker worden door de opwarming.

Overstroming in Brazilië.
Foto Carlos Macedo / AP

Hoge temperatuur van zeewater door El Niño

Op veel plekken op aarde beïnvloedt El Niño, een natuurlijk weerpatroon dat eens in de twee tot zeven jaar voorkomt en begint met de opwarming van het oppervlaktewater in de Stille Oceaan voor de kust van Peru en Ecuador, de temperatuur en neerslagpatronen. Zo ook bij El Niño die volgens de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) in de loop van vorig jaar opkwam en behoorde tot de vijf sterkste ooit. In maart begon het fenomeen uit te doven, maar de naweeën zijn nog steeds voelbaar. Zeker in het Amazonegebied, waar de gevolgen doorgaans groot zijn. Het noorden kreeg in het begin van El Niño te maken met extreme droogte, het uiterste zuiden later in het jaar juist met zware overstromingen. Er overleden zeker 178 mensen en meer dan 400.000 mensen moesten worden geëvacueerd. De schade liep in de miljarden. De extremiteit van de gebeurtenis was opvallend, aldus WMO-secretaris-generaal Celeste Saulo: „De temperatuur van het zeeoppervlak […] is de afgelopen tien maanden aanhoudend en ongewoon hoog geweest. De zeewatertemperatuur van januari 2024 was veruit de hoogste ooit gemeten voor januari. Dit is zorgwekkend en kan niet alleen door El Niño worden verklaard.”

Het spoor van vernieling dat orkaan Beryl achterliet op Petite Martinique, Grenada.
Foto Arthur Daniel / Reuters

Beryl, de vroegste zware orkaan ooit

Orkaan Beryl was een voorbode van wat volgens het NOAA, het Amerikaanse KNMI, waarschijnlijk een extreem orkaanseizoen zal worden. Beryl raasde op 1 juli als een categorie 4 orkaan over het eilandje Carriacou van Grenada. Daarna groeide de orkaan uit tot categorie 5. Nooit eerder werd zo vroeg in het seizoen al een orkaan van de zwaarste categorie gemeten – het vorige record was Emily in 2005, op 16 juli. Orkanen krijgen hun energie uit warm zeewater. De huidige watertemperatuur, tussen de 27 en 30 graden Celsius, wordt gewoonlijk pas in september bereikt. Door Beryl zijn ten minste vijftig mensen omgekomen. De schade is groot. In Texas, waar de orkaan uitdoofde, gaat het om meer dan 4 miljard dollar. Dat is veel meer dan het kleine eilandstaatje Grenada, maar de financiële gevolgen zijn daar wel veel groter – tot tientallen procenten van het jaarlijkse bbp. „We zijn niet langer bereid te accepteren dat het prima is dat wíj voortdurend aanzienlijke verliezen en schade lijden door klimaatverandering […] terwijl de landen die daarvoor verantwoordelijk zijn, werkeloos toekijken”, aldus premier Dickon Mitchell van Grenada, die gecompenseerd wil worden door rijke landen, de veroorzakers van klimaatverandering.

Toeristen lopen langs met water gekoelde terrassen in oververhit Athene.
Foto George Vitsaras / EPA

Ziedende hitte in Zuid-Europa

Er moet in de tweede helft van het jaar een enorme dip in de temperatuur komen om van 2024 niet het warmste jaar ooit te maken. In Nederland zou je het misschien niet zeggen, maar in het oosten en zuiden van Europa zijn de temperaturen ook deze zomer opnieuw extreem hoog. Met temperaturen die gemakkelijk boven de 40 graden Celsius uitkomen. Vooral aan de Adriatische kust is het heel warm. De watertemperatuur ligt inmiddels rond de 30 graden Celsius en in de nacht koelt het onvoldoende af. In sommige delen van Zuid-Europa wordt de warmte verergerd door een hoge luchtvochtigheid, maar in Griekenland bijvoorbeeld is de lucht juist droog, waardoor het risico op bosbranden toeneemt. In Athene werd op het heetst van de dag de Akropolis afgesloten, ook andere toeristische attracties waren vaak tijdelijk niet toegankelijk. Volgens het Europese klimaatdata-bureau Copernicus was het vorige maand 1,57 graden warmer dan het langjarige gemiddelde in juni. Daarmee is het de twaalfde achtereenvolgende maand boven de anderhalve graad opwarming die in het Klimaatakkoord van Parijs als veiligste grens werd gesteld.

In Mexico ruimt het leger de dode apen op.
Foto Luis Sanchez/AP

In Mexico vielen brulaapjes door de hitte uit de bomen met een zonnesteek

In mei vielen in Mexico de brulaapjes als rijpe appelen uit de bomen. Tientallen dieren kwamen om, de apen die gered konden worden, kampten met uitdroging en koorts. „Ze hadden een zonnesteek”, zei dierenarts Sergio Valenzuela tegen de Britse krant The Guardian. In Mexico en in het uiterste zuiden van de Verenigde Staten volgen sinds mei de hittegolven elkaar op. Niet alleen de brulapen zijn het slachtoffer van de warmte, ook tientallen mensen bezweken aan temperaturen van boven de 40 graden. Het elektriciteitsnetwerk in delen van het land bleek daartegen niet bestand. Toen op 7 mei de wind afzwakte en er minder energie uit windturbines beschikbaar was, riep de minister van Energie tijdelijk de noodtoestand uit. Afgelopen weekeinde kampten ook het zuiden van Californië, Nevada en Arizona met een hittegolf, die volgens meteorologen door de combinatie van hoge temperaturen en extreme luchtvochtigheid heel gevaarlijk was. In veertien staten probeerden procureurs-generaal de situatie tot een ‘ramp’ te verklaren, waardoor geld vrij zou komen uit federale fondsen om de gevolgen van de hitte beter te kunnen bestrijden.