In het Verenigd Koninkrijk is met ontzetting gereageerd op de mishandeling van een 19-jarige jongen door een agent op het vliegveld van Manchester, afgelopen dinsdag. De jongen werd, al liggend op de grond, op zijn hoofd getrapt. Nadat beelden van het incident op sociale media rondgingen, volgden twee avonden van protest in de Britse stad. De familie van het slachtoffer maant de demonstranten nu tot kalmte, schrijven Britse media.
Een woordvoerder van de politie liet eerder aan The Guardian weten dat de agenten gewelddadig optraden omdat een groep jongeren, waar de 19-jarige Muhammed Fahir onderdeel van was, agressief zou zijn geweest tegenover de agenten. De politie greep in naar aanleiding van een vechtpartij op het vliegveld. Er zou een „serieus risico” zijn geweest dat een van de jongeren het vuurwapen van een agent wilde afpakken.
Het politiekorps in de regio Manchester noemt de actie van de agent desondanks „werkelijk schokkend” en heeft hem op non-actief gesteld. Een onafhankelijk politieteam heeft inmiddels een onderzoek geopend naar de acties van de agent, die ook een op pepperspray lijkend middel gebruikte.
Honderden mensen verzamelden zich donderdagavond bij een politiebureau in Manchester. Ze riepen onder meer „schaam je” en hielden borden met daarop teksten als Black lives matter en GMP is racist – GMP staat voor Greater Manchester Police. De protesten liepen vreedzaam. De 19-jarige man ligt in het ziekenhuis, hoe het er met hem aan toegaat is niet precies bekend. Volgens zijn advocaat is hij „getraumatiseerd”.
Noorwegen, Ierland en Spanje besloten ertoe in 2024: erkenning van de Palestijnse staat. Nu volgen Canada, waarschijnlijk het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Vier vragen over de erkenning van landen.
1Wat is ervoor nodig om een land te erkennen?
Elk land afzonderlijk kan bepalen welke landen het als zodanig erkent. Een erkenning is dus van het ene aan het andere land. Bij de recente steunbetuigingen worden de in 1967 door de Verenigde Naties erkende grenzen erkend als Palestijnse staat gezien: Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Die gebieden worden door ruwweg driekwart van de landen als Palestijnse staat erkend; Nederland behoort tot de minderheid die dat niet doet.
Er zijn regels voor wanneer een gebied een land kan zijn. Zo moet er een duidelijk grondgebied zijn, een vaste bevolking, effectief gezag en de capaciteit om internationale relaties te onderhouden. Dat zijn de ‘Montevideo-criteria’: internationale afspraken die in 1933 zijn gemaakt.
Israël voert het argument aan dat de Palestijnse staat niet aan die criteria voldoet, omdat de Palestijnen geen effectief gezag over hun grondgebied hebben. Maar die kritiek is niet houdbaar, zegt hoofddocent internationaal strafrecht Marieke de Hoon van de Universiteit van Amsterdam. ,,Er zijn veel landen geweest die wél erkend werden, ook al voldeden ze niet aan die criteria, vooral rondom de dekolonisatie.” Daar voegt ze aan toe: ,,Israëls schendingen van het internationaal recht destabiliseren Palestina al decennialang, waardoor juist Israël het argument niet mag inroepen dat het de Palestijnen aan effectief en stabiel gezag ontbreekt.”
Ook al erkent een aanzienlijk deel van de wereld de Palestijnse staat, het gebied is geen lid van de Verenigde Naties. Wel is Palestina sinds 2012 een waarnemend niet-lidstaat. Onder de 193 landen die wel VN-lid zijn, steunt een meerderheid de erkenning van de Palestijnse staat. Maar voor toetreding tot die internationale gemeenschap is goedkeuring van de VN-Veiligheidsraad nodig, waar de Verenigde Staten een veto kunnen uitspreken.
Een land kan overigens onderdeel zijn van de VN en tegelijk niet door alle leden erkend worden: Israël bijvoorbeeld, wel lid, wordt door ruim twintig lidstaten niet erkend.
2Waar committeert een land zich aan als het een ander land erkent?
Zo’n erkenning tussen landen is in eerste instantie vooral een besluit dat de twee landen op gelijke voet staan. Kushtrim Istrefi, hoofddocent internationaal en Europees recht aan de Universiteit Utrecht: ,,Erkenning van een staat betekent in principe alleen dat: dat je verklaart dat je erkent dat een land bestaat.”
Aan die erkenning zijn geen directe verplichtingen verbonden, het betekent vooral dat er van alles mogelijk wordt, zegt Istrefi. ,,Je kunt onderhandelen, verdragen sluiten met elkaar. Zónder die erkenning is dat niet mogelijk, dan heb je dat recht niet. Dus erkenning van een staat betekent: mogelijkheden.”
3Wat heeft de Palestijnse staat concreet aan erkenning?
De genocidale oorlogsvoering in Gaza wordt niet tegengehouden met erkenning. De nieuwe erkenningen betekenen ook niet dat de Palestijnse staat méér staat wordt, want zo werkt het niet.
De erkenning betekent wel dat er bijvoorbeeld diplomatiek verkeer en vertegenwoordiging tot stand kunnen komen tussen landen, dat er ambassades gevestigd kunnen worden, dat een Palestijns paspoort geldig is. Die internationale relaties zijn er al, via permanente vertegenwoordigingen. Maar met erkenning, zegt De Hoon, ,,komen die verhoudingen op een gelijkwaardig niveau, en mogen de posten ambassade heten”.
Palestina kan, aan een land dat het erkent, vragen om ondersteuning voor zelfverdediging. Het kan verdragen sluiten met een ander land. Maar Istrefi verwacht niet dat dat zal gebeuren. ,,Ten eerste: omdat landen met erkenning geen verplichting aangaan om defensiesteun aan te bieden. Het is een keuze. Ten tweede: landen hebben er geen belang bij om zo ver te gaan in een strijd tegen een land dat ze nog steeds als bondgenoot beschouwen.”
Het helpt Palestina wel om een staat te zijn, zegt Göran Sluiter, hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Voor internationale conflicten, dus als er twee landen bij betrokken zijn, of meer, zijn de regels strenger dan voor een ‘intern’ conflict. ,,Het Internationaal Strafhof heeft al gezegd: we zien dit conflict als een combinatie van internationaal gewapend conflict en een intern conflict”.
Voor de toekomst, nog onbepaald wanneer precies, kunnen bilaterale relaties met andere landen helpen om hulp te krijgen bij de ontwikkeling van het land. Misschien, zegt Istrefi, ,,helpen goede relaties ook om een voedingsbodem te bieden voor niet-Hamas-krachten”.
4Met welk doel komen landen dan nu met erkenning?
Je kunt het een kantelpunt noemen, zegt Marieke de Hoon. Al zal de rest van de wereld nu niet meteen tot erkenning overgaan – de Verenigde Staten al helemaal niet. ,,Maar het is wél zo dat veel landen die traditioneel Israël hebben gesteund, nu besluiten dat de maat vol is.” En dus overgaan tot erkenning van de Palestijnse staat.
Een reden voor landen om dat niet te doen, was dat ze vertrouwden op het proces naar een tweestatenoplossing. ,,Maar ook voor 7 oktober was er kritiek op in hoeverre Israël zich nou daadwerkelijk inzet voor die oplossing”, zegt De Hoon. ,,Een aantal staten die daarop wachtten besluit nu: we draaien het om, we erkennen de Palestijnse staat eerst, om Israël verder onder druk te zetten.” Een drukmiddel dus, om de uithongering van de Gazaanse bevolking door Israël te doen stoppen en een staakt-het-vuren af te dwingen.
De erkenning van een staat kán tot veel meer leiden, maar experts in het internationaal recht zien die mogelijkheden niet direct ten volle benut worden. Kushtrim Istrefi: ,,De vraag wat die erkenning betekent is heel complex. Het kan veel betekenen. Hoe ik het zie: de timing is hier belangrijk.”
Het gaat hier niet om een geïsoleerde beoordeling van statelijkheid. Zo ziet het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld af van erkenning als Israël overgaat tot een staakt-het-vuren. Onder meer de mensenrechtenorganisatie The Rights Forum vindt dit problematisch: ,,Het VK maakt van het bestaansrecht van Palestina een politiek drukmiddel en het recht op zelfbeschikking van Palestijnen voorwaardelijk. En de bal ligt uiteindelijk ook nog eens bij Israël. Dat is geen zelfbeschikking.”
De manier waarop landen nu hun erkenning of mogelijke erkenning van Palestina rechtvaardigen, zegt Istrefi, is dus eerder een vorm van straf of sanctie voor wat Israël in Gaza doet dan een gevolg van wat Palestijnen hebben gedaan om die erkenning te verkrijgen. ,,De erkennende landen zeggen in de kern: ‘deze verschrikkingen worden niet langer geaccepteerd.’”
‘Neemt ze ook cadeaus aan?” vraagt een fan in gele trui zacht aan de organisatie van Asian Pride. Hij wacht deze donderdag op zijn beurt om Nymphia Wind (echte naam Leo Tsao) te ontmoeten. In een neongele pruik torent zij, winnares van het zestiende seizoen van het populaire tv-programma RuPaul’s Drag Race, in The Social Hub dankzij haar megahakken boven iedereen uit.
Tijdens de Canal Parade deze zaterdag staat Wind op de boot van Asian Pride. Die bestaat sinds 2022, zegt John Tjong Tjin Joe, een van de organisatoren. „We begonnen ermee om de zichtbaarheid van de Aziatische gemeenschap in Nederland te vergroten.” De boot is volgens hem bedoeld voor bewustwording van de problemen van lhbti’ers in Azië, maar ook van anti-Aziatisch racisme in Nederland en binnen de queergemeenschap zelf. Een op de drie Aziatische Nederlanders ervaart weleens discriminatie, bleek vorig jaar uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en Fontys Hogeschool in Tilburg.
Na een jaar moeite doen, heeft Asian Pride Nymphia Wind (30) weten te strikken. Ze sluit perfect aan bij de doelstelling van de organisatie. Als eerste Oost-Aziatische winnares van RuPaul’s Drag Race levert ze een belangrijke bijdrage aan de zichtbaarheid van Aziatische lhbti’ers in het Westen. Ze werd geboren in de Verenigde Staten, groeide op in Taiwan, en verhuisde in 2022 voor haar deelname aan de show naar New York.
Taiwan staat bekend als lhbti-vriendelijk, het land legaliseerde in 2019 als eerste in de regio huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht. Wind kon naar Pride Amsterdam komen dankzij geld van de Taiwanese overheid. Haar aanwezigheid is dan ook in het voordeel van Taiwan, volgens organisator Tjong Tjin Joe. Hij noemt Wind „een ware ambassadeur” voor het land.
Terwijl de vrijwilligers druk bezig zijn met de voorbereidingen voor de meet-and-greet – bananengoodiebags op de juiste plek, bekers bubble tea in nette rijen – beantwoordt Wind wat vragen.
Je hebt van geel jouw themakleur gemaakt en gebruikt bananen als symbool in je act. Twee dingen die soms negatief worden gekoppeld aan Aziatische mensen, maar tegenwoordig ook door hen weer tot iets positiefs worden gemaakt. Wat betekent het voor jou?
„Het begon vooral als grapje. Rond 2020 besloot ik uit te gaan volledig gekleed in geel en mezelf ‘banana’ te noemen, en dat bleef hangen. Het is leuk om zo een soort cult om je heen te verzamelen, in een thema. Zo ben ik ‘banana buddha’ geworden: het is dus zeker ook een verwijzing naar mijn Aziatische wortels.”
Je gebruikt daarnaast veel Aziatische elementen in je kostuums en optredens. Waarom doe je dat?
„Ik denk dat Taiwanezen het Westen kunnen verheerlijken, omdat we het gelijkstellen aan vrij, en Aziatische cultuur als onderdrukt. Maar dat is niet het hele verhaal. Taiwanezen neigen over het hoofd te zien wat we zelf hebben.
„Daarom verwerk ik Taiwanese natuurlijke en culturele elementen in mijn outfits. Ik haal inspiratie uit Peking-opera, of inheemse invloeden. In een aflevering van Drag Race presenteerde ik mezelf als een wolkengodin, met elementen van Taiwanese inheemse diersoorten, zoals het Formosaanse luipaard en de Mikado-fazant.
Je begon met drag in het Verenigd Koninkrijk, toen je daar de mode-academie deed.
„ Ik groeide op in Taiwan en Hongkong. Ik deed wel al aan cross-dressing, die transformatie had voor mij iets magisch. In het VK leerde ik door het Britse uitgaansleven drag zoals dat in het Westen wordt gedaan pas echt kennen. Ik begon de vrijheid te waarderen die zware make-up je kan bieden, je kunt een nieuwe identiteit creëren.”
Was die mogelijkheid er niet in Taiwan?
„De scene in Taipei [de hoofdstad] was toen ik met drag begon nog heel klein. Dat terwijl Azië wel vormen van drag kent: Japanse geisha’s doen eigenlijk ook aan drag. Inmiddels is de scene in Taiwan heel levendig, maar wel met een duidelijke invloed vanuit de Verenigde Staten, met nadruk op het uitgaansleven.
Waarom vind je het belangrijk dat er juist in het Westen meer representatie van Aziatische culturen komt?
„Toen ik jong was, vond ik het niet leuk om er Aziatisch uit te zien. Ik kreeg in Taiwan veel van Amerikaanse media mee, en daarmee de boodschap dat wit beter is, met al die westerse gezichten. Ik heb dat nog steeds een beetje, in mijn privéleven. Daar werk ik nog steeds aan die zelfacceptatie.
„We houden ons stil omdat onze culturen meer de nadruk leggen op terughoudendheid, verlegenheid. Maar zo kunnen we niets veranderen aan het gebrek aan representatie in het Westen. Daarom is het belangrijk dat we uit onze schulp kruipen en de kanten van Aziatische culturen laten zien waar we trots op zijn.”
In The Social Hub staat inmiddels een dj te draaien voor een groep dansende mensen in cowboyhoeden. Maar de documentaires die Asian Pride vandaag vertonen, zijn net zo goed drukbezocht.
Hoe vind je het dat er tijdens Pride dingen georganiseerd worden die niet alleen om feesten draaien?
„Ik denk dat het heel goed is als er meer ruimte komt voor verlegen mensen om ook aan Pride mee te doen, mensen die misschien niet zo van clubben houden. Mijn drag-persona vertegenwoordigt mijn extraverte kant, maar ik ben zelf ook meer een combinatie van introvert en extravert.
„Het is bovendien goed om meer te doen dan feesten tijdens Pride. In een van de documentaires deze screening, Sotong, zag ik dat in Maleisië cross-dressing illegaal is en gay zijn strafbaar. Dat maakt me des te dankbaarder dat ik drag kan doen, maar het doet me ook beseffen dat de strijd nog niet voorbij is.”
Het thema van Amsterdam Pride is LOVE. Asian Pride gebruikt het als gelegenheid om aandacht te vragen voor de openstelling van het huwelijk; in veel Aziatische landen kunnen mensen van hetzelfde geslacht niet trouwen. De 22 vrijwilligers van Asian Pride gaan tijdens de Canal Parade in trouwkleding passend bij hun eigen culturele achtergrond de boot op, met bijvoorbeeld Chinese, Maleisische of Indonesische gewaden. Nymphia Wind staat er zaterdag verkleed als bruidsboeket.
Lees ook
Taiwan viert pride op grote schaal, maar niet zonder weerstand
Het is zomerreces in Den Haag. In deze periode tussen de val van het kabinet en de start van een nieuwe verkiezingscampagne nodigen we in Haagse Zaken schrijvers, wetenschappers en denkers uit om het te hebben over de politieke tijd waarin we leven. Omdat er het afgelopen jaar zoveel is gebeurd en alles zo snel is gegaan, zoomen we graag een beetje uit.
Deze week is dat wetenschapper Léonie de Jonge. Zij was universitair hoofddocent politicologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. In januari 2025 werd ze benoemd als hoogleraar rechts-extremisme onderzoek aan de Universiteit van Tübingen – in Duitsland. Ze leidt daar het onderzoeksinstituut IRex en heeft een column in de Groene Amsterdammer.
In deze aflevering van Haagse Zaken bespreken we wat het afgelopen politieke jaar ons zegt over de normalisering van uiterst rechts gedachtegoed, hoe je onderzoek doet naar uiterst rechts – en hoe dat verschilt in Duitsland en Nederland – en welke verantwoordelijkheid er ligt bij de wetenschap en journalistiek.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].