Ze probeerde de kettingzaag te hanteren, met weinig succes. Ze was ‘de Bob’ voor dronken natuurbeschermers na hun geheime bespreking met een minister. Met eco-activisten bivakkeerde ze in een drijfnat bos. En ze kreeg, als veganist, soep met grote stukken worst voorgeschoteld, zo beschrijft Dore van Duivenbode in haar recent verschenen boek Oerbos.
De drijfveer voor de Pools-Nederlandse journalist om al die kanten van het Oost-Europese woud te leren kennen, was schaamte, vertelt ze bij haar thuis in Rotterdam. „Ik was daar een aantal jaar geleden voor de VPRO. Toen werd er gekapt in het oerbos van Bialowieza in Oost-Polen. Er waren mensen uit de hele wereld die zich aan bomen ketenden, activisten die hun leven overhoop hadden gegooid om daar te zijn. En toen vond ik mezelf zo nutteloos. Ik dacht, ik ben even goed afhankelijk van deze bossen, denk maar aan hoeveel CO2 ze opslaan. Maar ik doe niks om die natuur te beschermen. Ik schaamde mij voor mijn gemakzuchtige houding.”
Van Duivenbode (39) pakte het grondig aan. Ze ging intern op de bosschool in Bialowieza, het dorp bij het gelijknamige woud dat bekendstaat als een van de laatste oerbossen van Europa. En ze trok de Karpaten door, een van de grootste bosgebieden van Europa, dat zich uitstrekt over vijf landen. Het is een voor veel Nederlanders onbekend gebied. „Terwijl het zo dichtbij is”, zegt Van Duivenbode. „Veel van onze houtproducten komen daarvandaan. Een van de Roemenen zei tegen mij: wij zijn jullie wingewest, een soort voorraadkast, waar jullie ongelimiteerd uit kunnen plukken, en jullie ervaren de consequenties daarvan helemaal niet.”
Protesten tegen houtkap, in augustus en september 2017, in het oerbos van Bialowieza.
Foto’s Maciej Luczniewski/NurPhoto via Getty Images
Argwaan
De kloof tussen West- en Oost-Europa is een belangrijk thema in haar boek, dat de ondertitel De strijd om de Europese natuur heeft. Dat ondervond ze ook persoonlijk, als journalist uit een West-Europees land. „Er waren mensen die in eerste instantie niets van mij moesten hebben.” Ze beschrijft de argwaan van vooral de conservatieve Oost-Europeanen tegen de ‘bemoeienis’ van de Europese Unie. En die was soms zeer direct. Europa speelde een cruciale rol in de bescherming van het Bialowieza-woud, toen het Europese Hof van Justitie in 2018 verdere kap verbood. „In de optiek van conservatieve Oost-Europeanen zijn er anderen die hun regels opleggen. Maar vergeet niet dat er tegelijkertijd keiharde economische belangen spelen, namelijk van de houtverwerkende industrie.”
Daarin ziet ze een overeenkomst met de recente boerenprotesten in Nederland: een botsing tussen wereldbeelden, waarbij de juiste omgang met de natuur inzet van het conflict is, maar ook een kwestie waarbij grote economische belangen op het spel staan.
Bialowieza is de laatste tijd ook een beruchte buitengrens van de Europese Unie. Vanuit Wit-Rusland komen migranten de EU in. De Poolse autoriteiten proberen hen met allerlei middelen buiten te houden of terug de grens over te zetten. Dat heeft de sfeer compleet veranderd, zegt Van Duivenbode „Het ene moment zit je als bosopzichter eerbiedig wolvendrollen te bekijken, het volgende moment dendert er een colonne militaire voertuigen over het terrein.” De recente regeringswissel in Warschau brengt op dit punt geen verandering, ook de Europeesgezinde regering-Tusk heeft een tijdelijke no-go zone ingesteld langs een deel van de grens.
Lees ook
Oerbos en mensenwoud
In de tijd dat Van Duivenbode in Polen zit, wordt in Roemenië boswachter Liviu gedood. Hij is niet de eerste, in zes jaar tijd zijn zes boswachters vermoord. Honderden anderen zijn mishandeld of bedreigd. Ze zijn het slachtoffer van de ‘houtmaffia’.
Vanuit een geïmproviseerd kamp in de Poolse Karpaten, in het zuidoosten van het land, voeren activisten acties tegen houtkap, onder meer door strategische toegangswegen te blokkeren.
Foto’s: Dominika Zarzycka/NurPhoto
Die houtmaffia is niet één machtige, criminele organisatie met een godfather aan het hoofd, maar een kluwen van tientallen, misschien wel honderden bedrijfjes en individuen, die illegaal hout kappen of dat mogelijk maken, legt Van Duivenbode uit. Controle in het ontoegankelijke gebied is onbegonnen werk. Op het moment dat hout aankomt bij de verwerkende industrie is het vaak onduidelijk waar het geoogst is. In een rapport dat eerder dit jaar verscheen wees Greenpeace meubelgigant Ikea aan als een van de uiteindelijke profiteurs van de illegale kap in oude bossen.
Bomen omzagen
Rond de bedrijfjes zit een netwerk van corruptie. Van Duivenbode: „Diegenen die de bomen omzagen, zijn maar een klein radertje in het systeem. Die corruptie speelt in alle gelederen van de samenleving. Dat gaat tot aan universiteiten die wetenschappelijk onderzoek traineren, of betaald worden voor onderzoek over de toestand van de bomen en bossen, en verkiezingscampagnes die met geld uit de houtverwerkende industrie gefinancierd worden. Ik sprak veel Roemenen die daar totaal cynisch door worden.”
Maar er zijn ook altijd mensen die zich teweer stellen tegen de aantasting van de bossen. Tijdens haar reis ontmoet ze bijvoorbeeld een voormalig bosopzichter, die letterlijk weigerde de andere kant op te kijken toen er vervalste documenten over houtkap over tafel gingen.
Van Duivenbode put ook hoop uit de recente actie van de Oostenrijkse milieuminister Leonore Gewessler, die met haar stem de Europese natuurherstelwet aan een meerderheid hielp. „Je weet nooit of dit een kantelpunt is. Maar wellicht dat we over twintig jaar terugkijken en denken: verrek, doordat zij toen de kont tegen de krib gooide, hebben we wel een groot gedeelte van die natuur kunnen behouden.”
Die wet en de actie van de Oostenrijkse minister onderstrepen het belang van Europese samenwerking. Het bewustzijn daarvan kan beter, vindt Van Duivenbode. „Ik hoor Nederlanders vaak zeggen: ik voel me Europeaan. Maar betekent dat alleen maar dat je makkelijk van het ene naar het andere land kan reizen? Voor mij betekent het dat het Karpatengebergte even belangrijk is als de Veluwe. Die wordt minutieus beschermd, waarom de Karpaten niet ook? Ik ben niet alleen Europeaan voor Nederland, ik ben ook Europeaan voor die landen in Oost-Europa. Dat zou evenzeer een onderdeel van onze identiteit kunnen zijn.”
Lees ook
In Roemenië kijken beren en mensen niet meer van elkaar op