N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In de Russisch-orthodoxe Sint Nikolaas-kathedraal in Nice houdt Nadezjda de bezoekers in de gaten, terwijl ze het winkeltje met religieuze parafernalia bestiert. „Op zondag zit het hier bomvol”, zegt ze trots. „Want in Nice is de Russische diaspora groot.” Zelf komt Nadezjda uit Odessa. „Maar ik neem het woord Oekraïens niet in de mond”, vervolgt ze. „Want het is ronduit schandalig hoe de Oekraïeners in mijn geboortestad de Russische taal onderdrukken.”
De kathedraal, die in 2011 na een hevige juridische strijd eigendom van de Russische staat werd, bindt Nice aan Rusland. Om die symboliek te benadrukken brengt Nadezj-da me naar een kapel op het terrein. Hier stond de villa waar in 1865 de liberale Russische troonopvolger Nikolaas op 21-jarige leeftijd aan meningitis stierf. Als hij zijn vader, de liberale tsaar Alexander II, had kunnen opvolgen, waren de Eerste Wereldoorlog en de Russische revolutie mogelijk nooit uitgebroken.
Die revolutie voert me naar de Russische filosoof en balling Alexander Herzen (1812-1870), die in Nice begraven ligt. Bij zijn graf smul ik van zijn in Privédomein vertaalde memoires Feiten en gedachten, die zich deels in Nice afspelen. Vooral zijn beschrijvingen van de dagen in 1851 waarin president Lodewijk Napoleon een staatsgreep pleegt en zichzelf tot keizer van Frankrijk kroont, zijn nog altijd de moeite waard en doen sterk aan het populistische Amerika van Trump denken.
Herzen was in 1846 uit Rusland gevlucht. In Londen gaf hij de oppositiekrant Kolokol (De klok) uit, waarmee hij grote invloed had op Russische revolutionair socialistische stromingen. Het doet me denken aan al die gevluchte Russen die tegenwoordig vanuit Nederland of Letland hun krant of televisieprogramma maken om hun landgenoten te vertellen wat er aan de hand is.
In Londen kreeg Herzen in 1862 bezoek van de door hem bewonderde Fjodor Dostojevski. Ik lees het in Arthur Langevelds heerlijke Tussen geld en god. Dostojevski voor beginners. In zijn compactheid en helderheid is het de beste Dostojevski-biografie die ik ken, ook omdat het je overtuigt van Dostojevski’s literaire grootheid en gevoel voor humor. De geldzucht van de schrijver wordt bijvoorbeeld verklaard door het feit dat hij al op jonge leeftijd de bink wilde uithangen.
Langeveld laat Dostojevski’s talent onder meer zien aan de hand van diens in de vorm van een tirade gegoten roman Ondergrondse notities, die onlangs in een nieuwe vertaling in de Russische bibliotheek verscheen. Alleen die paar openingszinnen zeggen al genoeg: ‘Ik ben een ziek persoon… Ik ben een gemeen sujet… Een onsympathiek iemand ben ik…’
Maar het boeiendst in Tussen geld en god is Langevelds behandeling van Duivels, een roman over een revolutionaire cel die een van zijn eigen leden vermoordt. Dostojevski voorspelt hierin de Stalinterreur door te laten zien hoe je door volledige gehoorzaamheid en de uitschakeling van de individualiteit zelfs de goedhartigste zielen tot de wreedste misdaden kunt brengen. In een artikel, dat je als een commentaar op zijn roman kunt lezen, schrijft hij ook nog: ‘Dat het mogelijk is om jezelf een eerlijk mens te vinden, en het zelfs ook soms inderdaad te zijn, maar je ondertussen toch een onmiskenbare en onbetwistbare schurkenstreek uithaalt, dat is de ellende van deze tijd!’ Herzen waarschuwt voor hetzelfde gevaar. Het Rusland van Poetin is er het hedendaagse bewijs van.