Opinie | Voor zaaddonoren die honderden kinderen verwekken, moet vervolging mogelijk worden

Begin juli verscheen op Netflix de documentairereeks The Man with 1000 Kids, waarin verschillende wensouders aan het woord komen die met behulp van Nederlandse zaaddonor Jonathan hun kinderwens in vervulling wilden laten gaan. Zij wisten op dat moment niet dat hij uiteindelijk meer dan 550 kinderen zou verwekken, ook bij wensouders in het buitenland.

Deze schadelijke praktijk moet een halt worden toegeroepen. De psychologische gevolgen voor een kind dat honderden halfbroers en -zussen heeft, en voor de gezinnen waarin deze kinderen opgroeien, kan moeilijk worden overschat. Wat ons betreft is inzet van het strafrecht gerechtvaardigd om hier iets aan te doen.

Jonathan begon in 2007 met het doneren van zijn zaadcellen aan meerdere Nederlandse fertiliteitsklinieken; de centra hanteerden conform de professionele richtlijn een maximum van 25 kinderen en 12 gezinnen per donor. Tegenover de Nederlandse klinieken en de wensouders met wie hij in contact kwam, was Jonathan echter niet open over zijn donoractiviteiten en het aantal verwekte donorkinderen. Hij wilde, zo bleek later, de keuze om hem als donor te kiezen, niet negatief beïnvloeden.

Door simpelweg niet open te zijn over zijn donatieverleden, kon hij het maximumaantal van 25 kinderen omzeilen. En toen Nederlandse klinieken uiteindelijk gewaarschuwd waren, kon hij in het buitenland zijn missie voortzetten, onder meer in Denemarken. De teller kwam daardoor op meer dan 175 kinderen te staan, maar dat bleek slechts een tussenstand; de grens van 550 nazaten lijkt inmiddels ruim gepasseerd.

Grote risico’s

Toen één van de moeders ontdekte dat Jonathan veel meer donorkinderen had dan hij beweerde, begon zij samen met Stichting Donorkind een juridische procedure, waarin ze eiste dat hij zou stoppen zichzelf aan te bieden als zaaddonor. Zij stelden dat er met name voor donorkinderen grote psychosociale risico’s dreigen als donoren honderden donorkinderen kunnen verwekken. Terecht wezen zij op de risico’s op inteelt en de problemen van de donorkinderen met het onderhouden van relaties met hun vele biologische halfzusjes en -broertjes. Ook de ontwikkeling van een eigen identiteit kan door die honderden bloedverwanten in het gedrang komen.

Om een donorregister kunnen massadonoren makkelijk heen

Ook de civiele rechter vond dat deze belangen zwaarder moeten wegen dan het recht van de donor om zelf te bepalen wat je met je je geslachtscellen wil doen. Jonathan moest stoppen met zaaddonatie, op straffe van een dwangsom, maar ook dat heeft hem niet van de wijs gebracht. Berichtgeving in de media naar aanleiding van de Netflix-documentaire suggereert dat er alweer een volgend donorkind op komst is.

De vraag is hoe in de toekomst kan worden voorkomen dat massadonoren hun gang kunnen blijven gaan. Een nationaal donorregister, waaraan gewerkt wordt, lost het probleem waarschijnlijk niet op. Donoren kunnen daar makkelijk omheen door zich via internet aan te bieden, zelf contact te leggen met wensouders of in het buitenland te doneren.

Daarom vinden wij dat de overheid hard tegen massadonoren moet optreden. Het huidige beleid levert helaas te weinig op.

Wij denken in de eerste plaats aan een wettelijk vastgelegd maximumaantal donorkinderen of -gezinnen. Donoren die zich daar niet aan houden, kunnen dan rekenen op vervolging. Dat handhaving niet eenvoudig zou zijn, mag geen reden zijn van een verbod af te zien. Wat de limiet precies moet zijn, zou overigens afhangen van hoeveel vraag er is naar zaad- en eicellen.

Daarnaast vinden wij dat voor een effectieve aanpak van het massadonatie-probleem, ook op Europees niveau een norm nodig is die verbiedt meer geslachtscellen te doneren dan volgens het nationale recht is toegestaan. Een Europese registratie van donoren is tot slot vanwege verschillen in nationale privacywetten vooralsnog niet realistisch, maar laten we de mogelijkheden daartoe zo snel mogelijk verkennen.


Lees ook

Proces tegen ‘massadonor’ Jonathan: mag hij zijn zaad blijven doneren?

Jonathan M., op de rug gezien, in de rechtbank Den Haag, tijdens de zitting twee weken geleden  in het kort geding dat Stichting Donorkind en een moeder tegen hem aanspanden.