De gemeenteraadsverkiezingen zijn nog heel ver weg – maart 2026 – maar twee politieke partijen zijn er al volop mee bezig: PvdA en GroenLinks. Op lokaal niveau worstelen beide partijen met de vraag of hun verregaande samenwerking – zoals die in de Tweede Kamer vorig jaar werd aangegaan: één programma, één kandidatenlijst, éen fractie – onverdroten moet worden voortgezet.
Daar denken diverse afdelingen in het land nogal verschillend over, zo blijkt uit een inventarisatie van NRC. In Rotterdam stemden de leden van beide partijen eind juni met overweldigende meerderheid in met het voorstel om over twee jaar, net als landelijk, gezamenlijk de gemeenteraadsverkiezingen in te gaan.
In Haarlem maakten de twee fractievoorzitters vorige week juist bekend voorlopig niet samen te willen gaan. Als het aan de fracties in de gemeenteraad ligt, doen de twee partijen in 2026 gewoon afzonderlijk mee aan de verkiezingen.
In Amsterdam zijn de partijen onderling verdeeld. Een adviescommissie van de lokale PvdA, geleid door voormalig raadslid Hendrik Jan Biemond, concludeerde begin deze maand dat de partij, net als in Rotterdam, een gezamenlijke kieslijst met GroenLinks wil vormen. „De huidige politieke realiteit”, schreef de commissie, „noopt tot de vorming van een grote linkse volkspartij met een sterk eigen geluid als tegenwicht voor de opkomst van extreemrechts.” Een online peiling liet zien dat de PvdA-leden het samengaan steunen.
Maar GroenLinks zette een eigen adviescommissie aan het werk, onder leiding van wethouder Rutger Groot Wassink. Deze kwam, na gesprekken met lokale partijgenoten, tot de slotsom dat een lokale partijfusie te vroeg komt en dat GroenLinks in 2026 als zelfstandige partij de verkiezingen ingaat.
Wel adviseerde de commissie om, net als in de Eerste Kamer, dan ná de verkiezingen een gezamenlijke fractie met de PvdA te vormen. Deze tussenoplossing moet tegemoetkomen aan de meningsverschillen binnen GroenLinks in Amsterdam: „Sommige leden zouden sneller samen willen gaan, anderen juist langzamer”, staat in het advies. Uiteindelijk, zegt Groot Wassink in een toelichting, zullen de partijen ook in Amsterdam samengaan – maar wel over zes jaar, bij de volgende verkiezingen in 2030. „Laten we het proces van samengaan enigszins temporiseren.”
Lees ook
GroenLinks en PvdA verkennen volledige partijfusie en oprichting nieuwe partij
‘Partijfusie komt te vroeg’
Het samenwerkingsproces van GroenLinks en PvdA loopt nu al drie jaar en zal door de argeloze kiezer rommelig en verwarrend worden bevonden. Willen de partijen nu wel of niet fuseren? Waarom was voor de ene provinciale verkiezing (Zeeland, maart 2023) al wel een gezamenlijke lijst, maar in alle overige provincies nog niet? Waarom gingen de partijen vervolgens gescheiden de Eerste Kamerverkiezing in, maar werd kort erna wel één fractie gevormd? En, meer recent: waarom was er bij de Europese verkiezingen van begin juni wél één programma en één kandidatenlijst, maar gingen GroenLinks en PvdA kort erna elk weer hun eigen Europese fractie in?
Op het hoogste politieke niveau, de Tweede Kamer, is de fusie de facto al een feit: er was een gezamenlijke kieslijst onder leiding van lijsttrekker Frans Timmermans. Sinds december zitten 25 Kamerleden in één fractie, GroenLinks-PvdA. Een jaar geleden stemde een overweldigende meerderheid van de leden van beide partijen (rond de 90 procent) in met deze vergaande politieke samenwerking.
Dat samenwerkingsproces werd door beide partijbesturen aangewakkerd, maar op partijcongressen besloten de leden ook dat lokale afdelingen autonomie blijven houden. In elke gemeente en provincie mogen de leden zelf bepalen in hoeverre de samenklontering daar doorgaat. En dat leidt dus tot een diffuus proces.
Lees ook
Hoe verlopen de fusieplannen tussen PvdA en GroenLinks op lokaal niveau?
Campagne
Zo denken ook de partijen in Leiden, waar GroenLinks met tien zetels een veel grotere fractie is dan de PvdA (vier zetels), er totaal verschillend over. De PvdA-leden stemden twee weken geleden met een meerderheid in met samengaan op korte termijn, terwijl GroenLinksers op hun eigen ledenvergadering juist besloten nog geen gezamenlijke lijst te vormen. Vanzelfsprekend, zegt de Leidse PvdA-voorzitter Joost van den Berg, „passen wij ons aan. Een gezamenlijke lijst kun je niet afdwingen”.
Volgens de woordvoerders van beide landelijke partijbesturen hebben inmiddels negen van de in totaal honderden lokale afdelingen besloten om over twee jaar samen de verkiezingen in te gaan. Naast Rotterdam zijn dat Breda, Haarlemmermeer, Enschede, Zoetermeer, Ede, Alphen aan den Rijn, Sittard-Geleen en Rijswijk.
Een grote linkse volkspartij met een sterk eigen geluid is nodig als tegenwicht voor de opkomst van extreemrechts
Bij verreweg de meeste gemeenten zullen de afdelingsbesturen het besluit over een al dan niet gezamenlijke kandidatenlijst in 2026 met een referendum of enquête aan hun leden laten, zoals in Utrecht komend najaar. De partijbesturen verwachten, gelet op de lopende gesprekken met leden, dat een meerderheid van de afdelingen met één kieslijst GroenLinks-PvdA aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen meedoet. Dat proces was twee jaar geleden, bij de vorige lokale verkiezingen, al ingezet. Toen waren er in 75 gemeenten al samenwerkingsverbanden.
Teleurgesteld is hij niet, zegt de Leidse PvdA-voorzitter Joost van den Berg, over het uitblijven van een gezamenlijke lijst. „De samenwerking met GroenLinks is en blijft goed – we zitten samen in het college. Ik sluit niet uit dat we net als bij de afgelopen landelijke verkiezingen weer gewoon in groene én rode jassen langs de deuren gaan om samen campagne te voeren.”